Overzicht

Toetsbekwaamheid is docentbekwaamheid

  • 29 juni 2020

In 2013 werden twee professionaliseringstrajecten voor toetsbekwaamheid geïntroduceerd voor hbo-docenten: bke en ske. De bijbehorende leeruitkomsten – de beschrijving van wat een docent weet, doet en kan na professionalisering - zijn opgepoetst en uitgebreid.

Het toetslandschap is de afgelopen zeven jaar behoorlijk veranderd. Dat zit vooral in de aandacht voor de toetscultuur, voor de formatieve functie van toetsen en voor toetsen als leerinstrument. Maar dat is niet de enige reden voor een kritische blik op de leeruitkomsten voor de basis- en seniorkwalificering voor examinatoren (bke en ske), vertelt HAN-lector Tamara van Schilt-Mol. ‘Hogescholen leken inmiddels vaak strengere eisen te stellen aan leraren die opgaan voor hun bke of ske dan landelijk was afgesproken.’

Aanpak
Eerst nam een projectgroep (waarvan Van Schilt-Mol een van de projectleiders was) de leeruitkomsten onder de loep. Daarnaast organiseerde ze een ‘kalibreersessie’ met twaalf leden van het Netwerk Toetsbekwaamheid h(b)o, die een product van een bke-kandidaat moesten beoordelen. Tot slot analyseerde de projectgroep de bke- en ske-beoordelingsformulieren van een kleine twintig hogescholen.

Resultaten
Alle uitkomsten werden gebruikt om de bestaande leeruitkomsten te herschrijven. In de update wordt toetsbekwaamheid veel duidelijker neergezet als docentvaardigheid en niet als losstaande competentie. De omschrijving geeft aan wat een toetsbekwame docent idealiter weet, doet en kan. Bovendien is een extra kwaliteit toegevoegd: voortdurende toetsbekwaamheid. Die focust erop dat bke’ers en ske’ers kritisch blijven op hun toetsaanpak en toetsidentiteit.

Meer informatie over:
de update van de bke en ske