In de Staat van de Gezondheidszorg 2013 schrijft de IGZ dat de meeste zorggerelateerde opleidingen inmiddels zijn ingericht op basis van de beroepscompetenties. Een beginnende beroepsbeoefenaar moet kunnen aantonen dat hij of zij over de benodigde competenties beschikt. De beroepscompetenties zijn daarmee een belangrijk instrument om het functioneren bij de start van de loopbaan te beoordelen.
Na- en bijscholingsaanbod ontwikkelen
Tijdens het werkzame leven wordt niet meer getoetst of iemand nog voldoet aan de beroepscompetenties. Dit maakt geen deel uit van de visitaties of de herregistratie. Zorgmedewerkers hoeven niet meer opnieuw aan te tonen dat ze in staat zijn hun vak naar behoren uit te oefenen, zoals bijvoorbeeld piloten wel moeten. De IGZ vindt dat dit moet veranderen. In de visitaties zouden alle beroepscompetenties beoordeeld moeten worden. Met de uitslag moet vervolgens ook iets gedaan worden. Verder zouden er meer inhoudelijke eisen aan de herregistratie gesteld moeten worden. Ook adviseert de IGZ opleidingsinstituten en beroepsverenigingen om een na- en bijscholingsaanbod te ontwikkelen voor alle beroepscompetenties. Zo’n aanbod is er nog niet.
Meer informatie over:
de Staat van de Gezondheidszorg 2013
http://www.igz.nl/Images/2013-12-05%20Staat%20van%20de%20Gezondheidszorg%202013_tcm294-348140.pdf
Beroepscompetenties als graadmeter
Om te beoordelen of iemand goed functioneert, zijn beroepscompetenties een goede graadmeter. Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).