Zingeving van belang voor patiënten én zorgverleners
Wat doet ertoe in mijn leven? Waar voel ik me mee verbonden? Hoe kan ik een goed mens zijn voor anderen? Dit zijn allemaal zingevingsvragen. Zingeving is belangrijk voor een goed leven (Derkx, 2011). Mensen geven betekenis aan hun leven door wat zij doen, denken en geloven. Zingeving houdt verband met belangrijke waarden in het leven, met iemands levensgeschiedenis. Bij belangrijke levensgebeurtenissen kunnen zingevingsvragen meer naar voren komen, bijvoorbeeld bij geboorte, verlies van een dierbare, of bij ziekte. In verschillende fasen van het leven kunnen andere vragen of problemen ten aanzien van zingeving op de voorgrond staan (Erikson en Erikson, 1998; Read, Westerhof & Dittmann-Kohli, 2005). De laatste jaren is er in de maatschappij meer aandacht voor zingeving. Zo namen meerdere gemeenten, waaronder Rotterdam, zingeving op in hun welzijnsbeleid. De Nederlandse patiëntenfederatie (Van Harten en Van Haastert, 2015) en de Raad van ouderen (2019) benadrukten het belang van zingeving. Ook in de gezondheidszorg is er toenemende aandacht voor zingeving. Uit onderzoek blijkt dat zingeving samenhangt met kwaliteit van leven (Low en Molzahn, 2007), minder kans op ziekte (Boyle et al., 2010; Kim et al., 2013) en gezond gedrag (Kim, Strecher & Ryff, 2014). In het model van Positieve Gezondheid van Huber en collega’s (2013) is zingeving een belangrijke pijler van gezondheid. Dit model van positieve gezondheid staat centraal in veel (verpleegkundige) opleidingen en beleid. Aandacht voor zingeving levert wat op: uit ons onderzoek bleek dat ouderen het enorm waarderen als zorgmedewerkers hier aandacht voor hebben. Als zij hun zorg afstemmen op zingeving van patiënten helpt dit ouderen om een goede dag te hebben en zij voelen zich meer gewaardeerd als gelijkwaardig mens (Hupkens, 2021). Ook voor zorgmedewerkers is scholing in zingeving van belang: getrainde medewerkers gaven aan dat zij hierdoor betere kwaliteit van zorg kunnen leveren en dat geeft voldoening. Daarnaast droeg de BLIB-training bij aan hun professionele en persoonlijke groei (Hupkens, 2021).
Als zingeving zo van belang is, zou het vanzelfsprekend moeten zijn om er als professional rekening mee te houden. Echter, zorgverleners vinden het in de praktijk moeilijk om zingevingsvragen te herkennen en er vervolgens goed op te reageren. Daarom hebben thuiszorgorganisatie Laurens en Kenniscentrum Zorginnovatie, beide in Rotterdam, in het project Betekenisvol Leven in de Buurt (BLIB) drie jaar samengewerkt om een methode te ontwikkelen, te evalueren en te implementeren, waardoor thuiszorgmedewerkers sensitief en vaardig zouden worden in het omgaan met zingevingsvragen van patiënten. Onderzoek maakte van het begin tot het einde een belangrijk deel uit van het project en richtte zich op meerdere onderzoeksvragen.
Doel van het onderzoek en methode
Voor het project werden twee geestelijk verzorgers aangesteld als projectmedewerker om, ondersteund door een projectgroep, een methode te ontwikkelen voor de thuiszorgmedewerkers en deze in te voeren. De ontwikkelde BLIB-methode bestaat uit meerdere onderdelen die elkaar aanvullen: teamsessies, coaching on the job, presentie in teams, individuele coaching en reminders (zie figuur 1).
Omdat onderwijs ten aanzien van zingeving in de zorgsector in ontwikkeling is, wilden wij niet alleen weten wat werkt (figuur 1) maar vooral hoe dit werkt. Dit is zinvol om de achterliggende principes van de scholing te kunnen gebruiken in verdere onderwijsontwikkeling. De vraag die we in dit artikel beantwoorden, is dan ook: wat is het onderliggende leeronderwijsproces waardoor thuiszorgmedewerkers leren om aan te sluiten bij de zingeving van hun oudere patiënten?
Om tegelijkertijd te kunnen ontwikkelen, leren en kennis te vergaren, was het onderzoek vormgegeven in de vorm van een actieonderzoek. Actieonderzoek is een pragmatische benadering waarbij er samen met stakeholders wordt gewerkt aan een oplossing van een praktijkvraagstuk. Actieonderzoek omvat repeterende cycli van drie fasen: observatie/dataverzameling, reflectie/analyse en actie (Stringer, 2014). In het actieonderzoek is er veel data verzameld (zie figuur 2): interviews met thuiszorgmedewerkers en geestelijk verzorgers, vragenlijstenonderzoek onder thuiszorgmedewerkers, participerende observaties en logboeken van de geestelijk verzorgers. De data werd verzameld door de eerste auteur (SH) en zij deed ook de eerste thematische analyse (Braun en Clarke, 2006). Voor de voortgaande analyse en reflectie werd er een onderzoeksgroep gevormd – bestaande uit een oudere, twee wijkverpleegkundigen, de geestelijk verzorgers en twee onderzoekers (SH en GM) – die regelmatig bij elkaar kwam. In deze onderzoeksgroep werd er in dialoog steeds verder gewerkt om het onderliggende leeronderwijsproces te begrijpen. Uiteindelijk zijn de inzichten uit de analyse samengevat in een model: het cyclisch interactiemodel Zinleren. Een conceptversie van het model is ter validatie voorgelegd in een focusgroep met thuiszorgmedewerkers.