Programma Toekomstbestendig Verplegen

Samen leren en verbeteren met Team Ervarings Leren

  • 10 min.
  • Leerpraktijk

Verpleegkundigen willen zo goed mogelijke zorg leveren, van hoge kwaliteit, die aansluit bij de individuele wensen en behoeften van de patiënt. Het vak zal om deze reden altijd in ontwikkeling blijven. Omdat de zorg steeds verandert, omdat de patiënt dat vraagt en omdat verpleegkundigen zelf signaleren wat goed gaat én wat beter kan in de zorg. Om het verpleegkundig vak te professionaliseren en continu leren en verbeteren te versterken volgen alle verpleegkundigen in het Radboudumc een leer en verandertraject. Een belangrijk onderdeel van dit traject is het Team Ervarings Leren, waarin verpleegkundigen sámen de zorg voor hun patiënten verbeteren.

Het leer- en verandertraject toekomstbestendig verplegen

Het leer- en verandertraject maakt deel uit van het Programma Toekomstbestendig Verplegen. In dit programma gaan we ervan uit dat verpleegkundigen als expert in hun vak weten wat in de praktijk werkt en wat niet. We willen stimuleren dat ze hiermee meer verbinden en meer samenwerken, waarin ieders kracht zoveel mogelijk benut wordt. Wanneer continu leren, ontwikkelen en verbeteren het “nieuwe normaal” wordt, zal de kwaliteit van zorg verbeteren en het werkplezier van verpleegkundigen toenemen.
Binnen het verpleegkundig domein gaat er samengewerkt worden vanuit een nieuw eenduidig functiehuis waarin naast verpleegkundigen ook regieverpleegkundigen samenwerken met verpleegkundig specialisten en verpleegkundig wetenschappers. Verpleegkundigen die vooral veel aandacht willen geven aan persoonlijke zorg van de patiënt, kiezen voor de rol van verpleegkundige. Zij die zich daarnaast willen specialiseren in het verbeteren van de zorg voor patiëntengroepen of in de keten, kiezen voor de rol van regieverpleegkundige. Beide rollen zijn even belangrijk voor een goede patiëntenzorg. Ze overlappen elkaar deels; ze liggen in elkaars verlengde.
Het leer- en verandertraject helpt verpleegkundigen om vanuit het verpleegkundig domein met het continu leren en verbeteren van het verpleegkundige zorgproces aan de slag te gaan. Met behulp van leermaterialen, bijeenkomsten en praktijkopdrachten verdiepen ze zich in een viertal thema’s. Met het Persoonlijk Ervarings Leren (PEL) gaan ze deze nieuwe kennis en inzichten toepassen binnen hun eigen dagelijkse praktijk.

Team Ervarings Leren

Verpleegkundigen gaan samen aan de slag in het Team Ervaring Leren (TEL). Het doel van TEL is om in de praktijk ruimte te creëren en gewoonten aan te leren om sámen de kwaliteit van zorg te blijven verbeteren. Op basis van feedback uit de dagelijkse praktijk gaan ze verbeteringen doorvoeren of een werkwijze aanpassen. Samen kiezen ze verbeterdoelen die ze met behulp van een PDCA-cyclus realiseren, waarbij de expertise van elke verpleegkundige optimaal wordt ingezet. 
De (regie)verpleegkundigen zijn zelf eigenaar van dit verbeterproces en worden hierbij gefaciliteerd door teamleiders en coaches. Het TEL duurt ongeveer een half jaar tot een jaar en wordt formeel afgesloten met een visitatie. Hieronder geven we de belangrijkste onderdelen van de opdracht die we de verpleegkundige teams meegaven weer.


START OPDRACHT

Team Ervarings Leren

De PDCA-cyclus

Bij het werken aan de verbeterpunten werken we met de PDCA-cyclus. De PDCA (Plan-Do-Check-Act)-cyclus is een krachtige, bewezen verbetermethode, die veel wordt toegepast in het Radboudumc. Hiermee kun je stap voor stap je werkprocessen verbeteren. Deze stappen worden later in de tekst nader toegelicht.

TIP 1: kies voor een verbetermethode die veel wordt toegepast in je eigen organisatie.

TEL bestaat daarom uit de volgende stappen, die hieronder nader uitgewerkt worden:

STAP 1 - PLAN: experiment opzetten

In de PLAN-fase van de PDCA-cyclus maken jullie een (eenvoudig) verbeterplan. Denk na over wat jullie willen bereiken, waarom, en op welke manier. Het is de bedoeling om heldere doelen te stellen die iedereen begrijpt en waar jullie met z’n allen enthousiast van worden. Jullie gaan elk doel omzetten naar een experiment. 

TIP 2: bepaal van tevoren met elkaar hoe lang het experiment duurt, hoeveel verpleegkundigen en patiënten of patiëntgroepen meedoen en wanneer jullie tevreden zijn met het resultaat.

Omdat jullie in de praktijk waarschijnlijk in kleine groepjes aan de slag gaan, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen toch input kan geven en mee kan beslissen. Spreek daarom de volgende zaken met elkaar af:

  • Hoe meet/evalueer je de huidige situatie en het effect (CHECK)
  • Werkwijze
  • Taakverdeling
  • Wijze van communicatie en besluitneming
  • Tijdspad

ERVARING 1: enkele teams vergaten na te denken over het meten van de resultaten. Dit is echter een belangrijke stap in de PLAN-fase die je niet over moet slaan.

Kies samen een plek om het plan vast te leggen. Dit kan bijvoorbeeld een toevoeging op het verbeterbord zijn, of een notitie op de teamsite. Je kunt hiervoor het Team Ervarings Plan gebruiken (zie figuur 1).

ERVARING 2: de verpleegkundigen vonden het lastig om het TEL-traject op te starten, om tijd en ruimte te maken en om te werken vanuit de nieuwe rollen van verpleegkundige en regieverpleegkundige. Daarom hebben we de planfase in drie substappen gespecificeerd. 

Drie onderdelen van het maken van dit verbeterplan werken we hieronder verder uit.

A. Het kiezen van gezamenlijke (grote en/of kleine) verbeterdoelen.
B. Plan maken en kijken wat ieders rol kan zijn bij het behalen van deze verbeterdoelen: inzet van de specifieke kwaliteiten van verpleegkundigen en regie verpleegkundigen (en mogelijk ook anderen).
C. De zorg samen anders inrichten, om samen ruimte te creëren voor het werken aan deze doelen.

A. Verbeterdoelen kiezen

Kies eerst als team verbeterpunten die jullie constateren in de praktijk. Voor inspiratie kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, theorie uit het leer en verandertraject en “beter doen en beter laten”-lijsten. De gekozen doelen moeten natuurlijk wel aansluiten bij de missie en visie op verpleegkundige zorg van je organisatie. Zorg er daarom voor dat je hiervan op de hoogte bent. Bij alle ideeën denken jullie na over haalbaarheid en prioriteit. Kies voor doelen die passen bij jullie patiëntencategorie én recht doen aan kansen om verpleegkundigen met verschillende rollen en kwaliteiten in te zetten. Zorg ervoor dat de verbeterpunten binnen jullie cirkel van invloed liggen (het verpleegkundig domein). 

TIP 3: hou het klein! Hebben jullie grote wensen, bedenk dan eerst wat een mooie kleine eerste stap in de goede richting zou zijn.

B. Rollen verdelen

Zorg ervoor dat iedereen meedoet. Dat betekent samen nadenken over wat jullie, hoe, aan willen pakken. Ieder lid van het team toont bij minstens één verbeterpunt leiderschap en heeft een actieve rol in de verdere uitwerking ervan. Hij/zij zorgt ervoor dat iedereen op de hoogte is van een “experiment van de dag of week” en mee observeert. Probeer daarbij echt te luisteren naar elkaar en zoveel mogelijk ieders sterke punten te benutten, passend bij de rollen van verpleegkundige en regieverpleegkundige.

C. Ruimte creëren

Om de verbeterdoelen te realiseren, is het noodzakelijk om hiervoor ruimte te creëren. Het is belangrijk om te beseffen dat het verbeteren van kwaliteit van zorg een vast onderdeel is van jullie gezamenlijke taak. Het is niet iets wat je “erbij” doet. Als professional zorg je zelf voor de ontwikkeling van je vakinhoud. Bedenk dat het werken aan kwaliteit van zorg daadwerkelijk betere en/of efficiëntere zorg oplevert voor je patiënten.
Dit doe je ofwel door zelf ruimte te maken voor werk “weg van het bed”, óf door een ander te helpen om die ruimte te vinden, bijvoorbeeld door voor een korte periode de pieper van je collega over te nemen. Het is belangrijk elkaar (en daarmee jullie toekomstige patiënten) deze ruimte te gunnen en om aan elkaar terug te koppelen wat de opbrengst hiervan was. Maak met elkaar werkafspraken om dit voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld:

  • Eventuele daluren benutten om extra/andere taken uit te voeren.
  • In dagopstart bespreken aan welk doel je (hoe) wilt werken. Daarin “uit zorg”-momenten afstemmen met elkaar.
  • Om bijvoorbeeld 10.30 uur checken of de “uit zorg”-momenten haalbaar zijn. Dan de pieper afgeven en rustige plek opzoeken
  • In de patiëntenbespreking of overdracht terugkoppelen wat de opbrengst was. 

Experimenteer ook hiermee in een PDCA-cyclus.

STAP 2 - DO: uitvoeren en data verzamelen

Dit is de fase van doen, ofwel datgene wat is bedacht uitproberen in de praktijk. Het hoeft en zal dus niet meteen perfect zijn. Dit geeft ook de mogelijkheid om verschillende manieren uit te proberen. Er is ruimte om te experimenteren en te leren. Er zullen zich nieuwe uitdagingen voordoen die jullie het hoofd moeten bieden. Schrijf elke dag even kort op wat er gebeurt. Hoe hebben jullie het aangepakt, en wat was daarvan het resultaat?

STAP 3 - CHECK: reflecteren en evalueren

In deze stap bekijk je hoe de experimenten uitpakken ten opzichte van de gemaakte plannen. Dit doe je na de afgesproken periode van het experiment. In hoeverre is het gelukt om je doelen te bereiken (inhoud)? En is het gelukt op de manier die je had gepland (proces)? Hoe hebben jullie het beleefd? Wat heeft het experiment opgeleverd? Hebben jullie je succescriteria behaald? Heeft het nog positieve of negatieve neveneffecten gehad? Waarom zijn dingen wel of niet gelukt? Is de wijze waarop je het resultaat hebt gemeten of vastgesteld afdoende geweest? Zouden jullie nog dingen beter kunnen doen? Wees in deze fase kritisch reflectief. De ervaring is dat mensen zichzelf en elkaar overschatten. Hoe zorg je voor een objectief oordeel op de inhoud? Help elkaar met reflecteren door kritische vragen te stellen. 

Focus op de leeropbrengst als iets niet direct gelukt is

STAP 4 - ACT: conclusies trekken voor vervolg

In de ACT-fase gaan jullie je plan verfijnen, gebaseerd op de ervaringen en de evaluatie (uit de checkfase). Wat werkt en gaan we vaker inzetten? Wat gaan we uitbreiden door het bijvoorbeeld toe te passen op meer patiënten, patiëntgroepen, verpleegkundigen of ziektebeelden? Wat werkte juist niet goed en hoe kunnen jullie je plan aanpassen om het beter te doen? Wat kan een volgende, kleine stap zijn om jullie doel te bereiken (PLAN)? Het zou ook kunnen dat jullie je doel bij moeten stellen. Vervolgens gaan jullie weer naar de DO-fase.

EINDE OPDRACHT


Visitatie

Omdat TEL onderdeel is van een leer- en verandertraject hebben wij ervoor gekozen om het ook te toetsen en certificeren. Hiermee geven wij de verpleegkundige teams een stok achter de deur en laten we zien dat we veel belang hechten aan dit groepsproces.

Nadat het team voor een aantal verbetercycli (minimaal drie) de volledige PDCA-cyclus een of twee keer heeft doorlopen, kunnen zij een visitatie aanvragen. Er komt dan een commissie langs (met onder andere een verpleegkundige en regieverpleegkundige van een andere afdeling) om te observeren wat er is verbeterd en om hierop door te vragen.

We hanteren daarbij de volgende criteria:

  • Er is een noodzaak of aanleiding voor de verbetering.
  • Past de vraag binnen de cirkel van invloed; dus hoort de vraag bij de rol van verpleegkundige en regieverpleegkundige?
  • Doel en wijzigingen zijn bij alle relevante collega’s op de werkvloer bekend.
  • Er zijn duidelijke afspraken over de rollen binnen het team, zowel in proces van verandering als in uitvoering, passend bij de nieuwe rollen.
  • De verbetering sluit aan bij de visie op zorg en de missie van het Radboudumc, alsook de Radboudwaarden.
  • De PDCA-cyclus is gevolgd, ofwel er wordt geëvalueerd, bijgesteld en aangepast uitgevoerd.
  • Het team kan uitleggen wat binnen het proces van experimenteren of uitproberen werkte, niet werkte en is aangepast. Hierbij worden de verpleegkundige en regieverpleegkundige op de eigen rol aangesproken/bevraagd.
  • Het resultaat toont een positief effect op zorgkosten, de patiënt of medewerker tevredenheid.
  • Het resultaat wordt zichtbaar in de praktijk en kan in de praktijk worden getoetst.
  • Het is duidelijk hoe het team in de toekomst met dit onderwerp verder wil gaan.
  • (Het is aannemelijk dat) het volledige team is betrokken.

Tot slot

De verpleegkundigen vinden dit het meest stimulerende onderdeel van het leer- en verandertraject, omdat ze hier echt samen, en echt in de praktijk aan de slag gaan. Het samen werken aan verbeterdoelen geeft ook energie en ruimte om theorie te lezen, lessen te volgen en de eigen werkprestaties te verbeteren.

ALGEMENE TIPS VOOR DE BEGELEIDING VAN TEL

  • Zorg ervoor dat het eigenaarschap bij het team verpleegkundigen blijft: stimuleer, faciliteer en waardeer als begeleider, maar neem het proces niet over.
  • Achterhaal waar het team energie van krijgt en geef die energie de ruimte.
  • Luister oordeelloos en stel vragen.
  • Moedig discussie over het traject aan.
  • Focus op de leeropbrengst als iets niet direct gelukt is; zie het als inspiratie voor een nieuwe poging.
  • Vier de successen en kijk hoe je de verbetering kunt blijven inzetten.