START OPDRACHT
Team Ervarings Leren
De PDCA-cyclus
Bij het werken aan de verbeterpunten werken we met de PDCA-cyclus. De PDCA (Plan-Do-Check-Act)-cyclus is een krachtige, bewezen verbetermethode, die veel wordt toegepast in het Radboudumc. Hiermee kun je stap voor stap je werkprocessen verbeteren. Deze stappen worden later in de tekst nader toegelicht.
TIP 1: kies voor een verbetermethode die veel wordt toegepast in je eigen organisatie.
TEL bestaat daarom uit de volgende stappen, die hieronder nader uitgewerkt worden:

STAP 1 - PLAN: experiment opzetten
In de PLAN-fase van de PDCA-cyclus maken jullie een (eenvoudig) verbeterplan. Denk na over wat jullie willen bereiken, waarom, en op welke manier. Het is de bedoeling om heldere doelen te stellen die iedereen begrijpt en waar jullie met z’n allen enthousiast van worden. Jullie gaan elk doel omzetten naar een experiment.
TIP 2: bepaal van tevoren met elkaar hoe lang het experiment duurt, hoeveel verpleegkundigen en patiënten of patiëntgroepen meedoen en wanneer jullie tevreden zijn met het resultaat.
Omdat jullie in de praktijk waarschijnlijk in kleine groepjes aan de slag gaan, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen toch input kan geven en mee kan beslissen. Spreek daarom de volgende zaken met elkaar af:
- Hoe meet/evalueer je de huidige situatie en het effect (CHECK)
- Werkwijze
- Taakverdeling
- Wijze van communicatie en besluitneming
- Tijdspad
ERVARING 1: enkele teams vergaten na te denken over het meten van de resultaten. Dit is echter een belangrijke stap in de PLAN-fase die je niet over moet slaan.
Kies samen een plek om het plan vast te leggen. Dit kan bijvoorbeeld een toevoeging op het verbeterbord zijn, of een notitie op de teamsite. Je kunt hiervoor het Team Ervarings Plan gebruiken (zie figuur 1).

ERVARING 2: de verpleegkundigen vonden het lastig om het TEL-traject op te starten, om tijd en ruimte te maken en om te werken vanuit de nieuwe rollen van verpleegkundige en regieverpleegkundige. Daarom hebben we de planfase in drie substappen gespecificeerd.
Drie onderdelen van het maken van dit verbeterplan werken we hieronder verder uit.
A. Het kiezen van gezamenlijke (grote en/of kleine) verbeterdoelen.
B. Plan maken en kijken wat ieders rol kan zijn bij het behalen van deze verbeterdoelen: inzet van de specifieke kwaliteiten van verpleegkundigen en regie verpleegkundigen (en mogelijk ook anderen).
C. De zorg samen anders inrichten, om samen ruimte te creëren voor het werken aan deze doelen.
A. Verbeterdoelen kiezen
Kies eerst als team verbeterpunten die jullie constateren in de praktijk. Voor inspiratie kun je bijvoorbeeld gebruikmaken van de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, theorie uit het leer en verandertraject en “beter doen en beter laten”-lijsten. De gekozen doelen moeten natuurlijk wel aansluiten bij de missie en visie op verpleegkundige zorg van je organisatie. Zorg er daarom voor dat je hiervan op de hoogte bent. Bij alle ideeën denken jullie na over haalbaarheid en prioriteit. Kies voor doelen die passen bij jullie patiëntencategorie én recht doen aan kansen om verpleegkundigen met verschillende rollen en kwaliteiten in te zetten. Zorg ervoor dat de verbeterpunten binnen jullie cirkel van invloed liggen (het verpleegkundig domein).
TIP 3: hou het klein! Hebben jullie grote wensen, bedenk dan eerst wat een mooie kleine eerste stap in de goede richting zou zijn.
B. Rollen verdelen
Zorg ervoor dat iedereen meedoet. Dat betekent samen nadenken over wat jullie, hoe, aan willen pakken. Ieder lid van het team toont bij minstens één verbeterpunt leiderschap en heeft een actieve rol in de verdere uitwerking ervan. Hij/zij zorgt ervoor dat iedereen op de hoogte is van een “experiment van de dag of week” en mee observeert. Probeer daarbij echt te luisteren naar elkaar en zoveel mogelijk ieders sterke punten te benutten, passend bij de rollen van verpleegkundige en regieverpleegkundige.
C. Ruimte creëren
Om de verbeterdoelen te realiseren, is het noodzakelijk om hiervoor ruimte te creëren. Het is belangrijk om te beseffen dat het verbeteren van kwaliteit van zorg een vast onderdeel is van jullie gezamenlijke taak. Het is niet iets wat je “erbij” doet. Als professional zorg je zelf voor de ontwikkeling van je vakinhoud. Bedenk dat het werken aan kwaliteit van zorg daadwerkelijk betere en/of efficiëntere zorg oplevert voor je patiënten.
Dit doe je ofwel door zelf ruimte te maken voor werk “weg van het bed”, óf door een ander te helpen om die ruimte te vinden, bijvoorbeeld door voor een korte periode de pieper van je collega over te nemen. Het is belangrijk elkaar (en daarmee jullie toekomstige patiënten) deze ruimte te gunnen en om aan elkaar terug te koppelen wat de opbrengst hiervan was. Maak met elkaar werkafspraken om dit voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld:
- Eventuele daluren benutten om extra/andere taken uit te voeren.
- In dagopstart bespreken aan welk doel je (hoe) wilt werken. Daarin “uit zorg”-momenten afstemmen met elkaar.
- Om bijvoorbeeld 10.30 uur checken of de “uit zorg”-momenten haalbaar zijn. Dan de pieper afgeven en rustige plek opzoeken
- In de patiëntenbespreking of overdracht terugkoppelen wat de opbrengst was.
Experimenteer ook hiermee in een PDCA-cyclus.