Nee is ook een antwoord

  • 3 min.
  • Column
Foto (kleur) Nanette Haze als kind in verpleegkundig kostuum

Ons adagium bij de opvoeding van onze drie kinderen (inmiddels 18, 21 en 23 jaar oud) is nog steeds: je mag alles vragen, maar nee is ook een antwoord. Werd en wordt natuurlijk lang niet altijd gewaardeerd in huize Haze. En hoewel ik behoorlijk wars ben van allerhande zelfhulpboeken, seminars en podcasts, gooi ik er meteen nog een oneliner tegenaan. ‘Onduidelijk is onvriendelijk’ van de Amerikaanse hoogleraar Brené Brown is namelijk de laatste jaren mijn leidraad geworden. Bijna altijd toepasbaar, bijna altijd waar.

Terwijl in het hbo-onderwijs naar mijn smaak uit een heel ander vaatje wordt getapt. Studenten worden behoorlijk gepamperd, óók de meeste volwassen deeltijdstudenten. Ik heb het echt niet alleen over de jongere voltijdstudenten, nogal eens de generatie van sneeuwvlokjes genoemd vanwege hun vermeende kwetsbaarheid en beperkte weerstand. Tussen haakjes, áls dat al zo is, hoe komt dat dan!?
Nee hoor, ik had onlangs met collega’s een flinke discussie, omdat resultaten van een nagekeken toetsproduct liever niet gepubliceerd worden op de lesdag van onze deeltijdstudenten. Degenen die een onvoldoende terugkrijgen, raken misschien wel overstuur en zijn dan niet meer bij de les te houden. Houd toch op, denk en zeg ik dan. Tegelijkertijd houdt het me wel bezig: wat is er aan de hand?

Vanuit allerlei verpleegkundige beroepspraktijken wordt een leven lang leren aangemoedigd en gefaciliteerd. Zo stromen sommige studenten direct na het afronden van hun mbo-opleiding door, anderen pakken pas na tientallen jaren weer een studie op. Wat mij vaker opvalt: vaak starten hele ervaren, mbo-opgeleide verpleegkundigen met de opleiding hbo-v-deeltijd. Collega’s en patiënten kunnen in de praktijk vertrouwen op hun deskundigheid en ervaring. Toch blijkt dat die opgedane praktijkervaring niet altijd een goede voorspeller van succes in het hbo-onderwijs is. Natuurlijk, de ene student ontwikkelt zich sneller dan de andere of heeft wat extra hulp nodig om op het gewenste niveau te kunnen presteren. Maar een aantal studenten is na een aantal dappere pogingen studiepunten te behalen gebaat bij een eerlijk en duidelijk gesprek over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Toch blijven die gesprekken vaak achterwege. Omdat we de studenten zo graag zien slagen en, niet te vergeten: klant is koning.

Want zou een van de achterliggende oorzaken kunnen zijn dat opleidingen en onderwijsinstellingen gebaat zijn bij meer ingeschreven studenten en uitgegeven diploma’s? Hogescholen ontvangen namelijk een vast bedrag van de overheid. Daarnaast geldt een variabele bekostiging, afhankelijk van aantal studenten (binnen de nominale studieduur) én het aantal afgeronde bachelors en masters. Met andere woorden: een perverse, financiële prikkel. Een fenomeen dat ook bekend is in de gezondheidszorg. Lees het boek De medische omerta van emeritus-hoogleraar interventiecardiologie Jim Reekers! Hij maakt aannemelijk dat 30 procent van alle medische behandelingen onnodig is. Omdat er minder lucratieve alternatieven voorhanden zijn of omdat gewoon niks doen óók een optie is. Echter laten artsen zich nogal eens door hun eigen portemonnee leiden bij het voorleggen van behandelvoorstellen aan hun patiënten. De ervaring leert dat patiënten en hun naasten, mits ze uiteraard goed worden geïnformeerd, gerust nee als een antwoord accepteren.

Opvoeden is voordoen en naar mijn idee soms zeker ook begrenzen. Natuurlijk gunnen we onze kinderen de hele wereld. Tegelijkertijd doe je je kinderen – en in navolging daarvan ook studenten en patiënten – echt een plezier ze enige realiteitszin mee te geven. Simpelweg omdat niet alles kan of voor iedereen is weggelegd. Gelukkig versterken teleurstellingen het incasseringsvermogen en veerkracht. Door duidelijk nee te zeggen leren en ervaren kinderen van jongs af aan dat niet alles mag en kan. Aai over de bol en door.


Klik hier om de PDF van dit artikel te downloaden.