In gesprek met Sandra van Hogen-Koster

Ongezond gedrag afleren is veel moeilijker dan er niet aan beginnen

  • 8 min.
  • Interview

Op donderdag 12 mei 2022 vond de installatie plaats van Sandra van Hogen-Koster als lector Positieve Gezondheid, Leefstijl & Leiderschap van het lectoraat Smart Health van Saxion en van Medisch Spectrum Twente (MST). Sandra is van oorsprong verpleegkundige en heeft altijd al affiniteit met gezondheid, leefstijl en preventie gehad. Zij vertelt over Positieve Gezondheid, haar lectoraat en wat ze (daarmee) wil bereiken.

Kun je meer vertellen over Positieve Gezondheid?

‘Positieve Gezondheid gaat uit van een brede kijk op gezondheid, een holistische visie. Niet alleen het fysieke deel is belangrijk maar er zijn veel meer domeinen die een rol spelen en die aandacht behoeven. Positieve Gezondheid is gestoeld op zes pijlers, te weten: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen (sociaal domein) en het dagelijks leven. Het kan zijn dat iemand met een bepaald chronisch ziektebeeld zichzelf heel gezond voelt. Volgens de ‘oude’ definitie van de WHO uit 1948 word je dan als ziek bestempeld. Gezondheid is geen statische, maar juist een dynamische situatie. Het gaat erom dat je om kunt gaan met de uitdagingen die het leven biedt op fysiek gebied maar ook op mentaal en emotioneel gebied. De waarde die iemand toekent aan de verschillende domeinen verschilt per persoon. Het als zorgverlener hierop kunnen inspelen, het vinden van drijfveren en intrinsieke motivatie is het uitgangspunt. Een hulpmiddel of model, zoals het spinnenweb van Positieve Gezondheid, kan helpen om dit wat meer handen en voeten te geven.’

Je bent lector Positieve Gezondheid, leefstijl en leiderschap. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar?

‘In eerste instantie was het lectoraat gericht op Positieve Gezondheid en leefstijl. Later is daar, op verzoek van het MST, leiderschap aan toegevoegd. Het werd mij steeds duidelijker dat leiderschap eigenlijk heel goed past bij het lectoraat. Er is leiderschap van de professional nodig om te kunnen werken vanuit Positieve Gezondheid en mensen te motiveren aan de slag te gaan met hun eigen leefstijl. Ook docenten moeten leiderschap tonen om studenten te stimuleren en te inspireren om hiermee aan de slag te gaan. Het lijkt gemakkelijk om meer achterover te leunen en de regie bij de ander te laten, maar dat is het zeker niet. Je bent vaak geneigd een oplossing aan te dragen voor de ander, met de beste bedoelingen. Maar dat sluit niet altijd aan bij wat iemand echt belangrijk vindt. De zorgvrager toont leiderschap door de regie in eigen handen te nemen. Leiderschap is ook nodig om het zorgsysteem aan te passen. We spreken van gezondheidszorg, maar eigenlijk leveren we nog steeds ziektezorg. Als we de ommezwaai willen maken moeten we onze krachten bundelen, over de weerstanden heen stappen en leiderschap laten zien. De Best Practice Unit (BPU)- methode gaan we inzetten en doorontwikkelen om het leiderschap verder te vergroten bij de professionals.’

Hoe komt het dat we die stap nog niet maken?

‘Een van de oorzaken is de financiering van de zorg. Het is gemakkelijker en financieel aantrekkelijker om een pilletje voor te schrijven dan een leefstijlinterventie in te zetten. Die pil wordt vergoed en die andere interventies zijn “extra”. Het is niet lonend in ons gezondheidszorgsysteem om aan de slag te gaan met leefstijl, terwijl steeds meer zorgprofessionals en mensen zelf dit wel willen. Een andere oorzaak is dat zowel zorgvragers als studenten gewend zijn aan het systeem. De patiënt verwacht dat de dokter hem beter maakt en de student wil leren om de patiënt beter te maken. Zo zijn we opgevoed. Het vraagt een mentaliteitsverandering. We zijn nog niet gewend hierover met elkaar het gesprek aan te gaan.’

Jouw lectoraat is een samenwerking tussen Saxion en MST, vanuit de zogenaamde L.INT-regeling.

‘Naast MST en Saxion zijn ook het Thoraxcentrum Twente en Pro-F, een fysiotherapiepraktijk, partner van het lectoraat om de verbinding met de eerste lijn te versterken. We leiden bij Saxion toekomstige gezondheidszorgprofessionals op die veelal praktijkgericht onderzoek doen. Deze studenten maken tijdens hun opleiding al kennis met de zorgorganisaties waar ze mogelijk in de toekomst gaan werken. De praktijk wordt er beter van als je er onderzoek doet en daar steeds op voortborduurt. Zorgprofessionals hebben niet altijd genoeg tijd om voldoende aandacht aan onderzoek te besteden. Het is een mooie win-winsituatie om de uitkomsten van onderzoek te kunnen implementeren en meer evidence based te gaan werken.’

Wat zijn je concrete plannen voor het lectoraat?

‘In de subsidieaanvraag hebben we een plan opgenomen waarin de grote lijnen voor de komende vier jaar beschreven staan. Een van de doelen is in MST meer te gaan werken met de Positieve Gezondheidzorgbenadering, daar waar het kan. We starten met een aantal afdelingen
die enthousiast zijn hiermee aan de slag te gaan, zoals de afdeling Cardiologie, Reumatologie en Kaakchirurgie. Daar starten studenten van Universiteit Twente en Saxion met het uitvoeren van onderzoek en met interdisciplinaire ontwerptrajecten. We beginnen met kleinschalig onderzoek bij patiënten en medewerkers om te kijken wat belangrijk is voor hen. Waar willen ze mee aan de slag gaan en wat hebben ze daarvoor nodig. Die interventies gaan we ontwikkelen, implementeren en evalueren. De zes pijlers van Positieve Gezondheid vormen daarvoor het uitgangspunt. Daarna willen we dit uitbreiden met andere afdelingen. De kennis die we opdoen nemen we mee in het onderwijs, zo is de cirkel rond.’

Wat zijn je plannen om Positieve Gezondheid meer te integreren in het onderwijs?

‘In mijn rol als hoofdopleider binnen de verpleegkundig specialisten-opleiding ben ik hier veel mee bezig geweest. We zijn afgelopen september gestart met een nieuw curriculum waarin Positieve Gezondheid de rode draad is van de opleiding. Het is de kunst om het niet als één of twee lessen te benaderen, maar het als een geïntegreerd geheel te zien. Voor sommige vakken is dat heel logisch, maar volgens mij zou het juist ook in de vakken waarbij je het minder snel verwacht terug moeten komen. Het gaat echt om de benadering, de open blik naar elkaar toe. Dat vergt echt wel wat, zowel van de docent als de student. Een concrete tool die relevant is in dit kader is motiverende gespreksvoering. Het moeilijkste van Positieve Gezondheid is ervoor zorgen dat de intrinsieke motivatie van de ander aangewakkerd wordt en daarmee het initiatief voor een gezondere leefstijl bij de ander komt te liggen. Wat mij betreft is dat een absolute must om mee te nemen in relatie tot veranderingen in leefstijl en zou het daarmee ook ruime aandacht in het onderwijs moeten krijgen.’

Welke stappen zouden docenten of praktijkopleiders zelf kunnen nemen?

‘In ieder geval zou je voor jezelf kunnen nagaan wat voor jou belangrijk is. Het spinnenweb is een makkelijke tool om voor jezelf eens in te vullen en erachter te komen wat voor jou goed werkt.
Andersom kunnen docenten proberen een gesprek eens heel bewust open te voeren. Echt even achteroverleunen en op je handen zitten en ervaren hoe dat gaat. Je komt daarmee dichter bij de kern waar het echt over gaat volgens de ander, je maakt verbinding. Bovendien laat je daarmee ook de regie bij de ander terwijl wij van nature, ook als docenten, gewend zijn in te vullen.’

Dus naast een inhoudelijk onderwijsonderwerp zou het ook een tool kunnen zijn om naar jezelf te kijken?

‘Ik denk dat die twee aspecten heel erg met elkaar samenhangen. Het helpt mij zelf ook om bewust om te gaan met wat voor mij belangrijk is. In de waan van de dag kun je enorm druk zijn met van alles, maar ik heb ook een gezin dat echt bovenaan staat. Door het invullen van het spinnenweb heb ik dat wel heel bewust voor ogen en kan ik daar ook naar handelen. Het overbrengen van het gedachtegoed wordt door het te doorleven en ervaren ook geloofwaardiger en authentieker. Ik zou dit niet kunnen doen als ik er niet oprecht in zou geloven. Positieve Gezondheid werkt veel beter als je begint bij jezelf.’

De financiering is een grote voorwaarde is om meer vanuit de preventieve gedachte te gaan werken. Zie je daar voor jezelf nog een rol?

‘We kunnen daar onze ogen niet voor sluiten. Mocht de kans zich voordoen, dan ben ik zeker voornemens om op basis van de uitkomsten van ons onderzoek te laten zien wat het daadwerkelijk oplevert. Een voorbeeld daarvan zijn de leefstijlloketten waar we mee aan de slag gaan. We willen daarin mensen gaan volgen om te zien wat de effecten zijn. Het is van belang om ook zorgverzekeraars daarin mee te nemen om de beweging en discussie op gang te brengen.’

Wat is je droom? Waar hoop je dat we naar toegaan?

‘Ik hoop dat we veel breder naar gezondheid gaan kijken. Dat we echt begrijpen wat voor iemand belangrijk is zonder dat we ons laten beperken door hoe we gewend zijn om iets te doen. Gesprekken daarover kunnen al starten op het moment dat je leert te praten. Op die manier ervaar je ook dat je zelf keuzes kunt maken rondom je gezondheid. Ongezond gedrag afleren is veel moeilijker dan er niet aan beginnen. Op het moment dat je vanaf meet af aan al bezig bent met gezonde keuzes, zowel rondom voeding, bewegen of mentale aspecten, dan hoef je later bepaald gedrag ook niet af te leren. Daarnaast hoop ik dat de omgeving en maatschappij zich ook meer richt op het maken van gezonde keuzes. Als je nu de supermarkt binnenloopt word je dat niet altijd makkelijk gemaakt. Ik hoop dat we samen gaan toewerken naar een gezondere samenleving en dat we daar open het gesprek over aangaan met elkaar.’

Welke boodschap zou je mee willen geven aan onze lezers?

‘Wees je bewust van welke rol jij hebt als opleider, jij kunt echt het verschil maken voor de ander. Daarnaast is het van belang om te beseffen dat jouw manier niet de enige goede manier is. Ik zie af en toe dat we de lat voor de ander heel hoog leggen en veel van elkaar verwachten.
Maar er moet ook ruimte zijn voor mensen die er anders in staan. Dat vraagt van jou als opleider dat je daarin kan en wil leren van de ander. Blijf jezelf verwonderen en ontwikkelen!’