Samenwerken in interdisciplinaire en multilevel-leerwerkplaatsen

  • 11 min.
  • Best practices

Sinds februari 2020 werken diverse onderwijsinstellingen, zorgorganisaties en andere gei?nteresseerden uit de regio Arnhem-Nijmegen samen in ‘OpenEd Leerwerkplaatsen’. Daarbij zijn diverse disciplines (techniek/ICT/zorg/welzijn) en opleidingsniveaus (mbo/hbo/wo) betrokken. In de leerwerkplaatsen werken docenten, studenten, zorgvragers en ontwikkelaars gezamenlijk aan actuele en relevante vragen rondom de invloed van technologie in het zorgen welzijnsdomein. Samen ontdekken, onderzoeken en experimenteren staat centraal. De betrokkenen hebben het afgelopen jaar waardevolle inzichten opgedaan over de leerervaringen en de wensen en behoeften van studenten. Zo ervaarden studenten de maatschappelijke relevantie van de projecten als zeer waardevol en hebben zij vooral veel geleerd van het samenwerken met studenten met een andere achtergrond.

Aanleiding

‘Wicked problems’, ‘21st century skills’, ‘interdisciplinary solutions’, ‘technological innovations’ . Vier Engelse termen voor zaken waar net-afgestudeerden mee te maken krijgen. De wereld verandert in snel tempo en het onderwijs moet daarbij zo goed mogelijk aansluiten en dus zijn curriculum daar continu op aanpassen. We zoomen even in op wicked problems: problemen die complex en veranderlijk zijn en waarvoor geen standaard- of monodisciplinaire oplossingen voorhanden zijn (Neubert et al., 2017).
Een mooi voorbeeld hiervan is de CoronaMelder, de officie?le coronanotificatie-app. Midden in de crisis van een pandemie moest in sneltreinvaart een technische zorgoplossing worden ontwikkeld om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Het ontwerp van zo’n applicatie vergt expertise op meerdere gebieden. Naast ICT-deskundigen, artsen en virologen, is het minstens zo belangrijk om onder meer gedragsdeskundigen, sociologen, juristen en privacy experts in interdisciplinaire teams bij de oplossing te betrekken. Samen kunnen zij de verschillende vraagstukken rondom de ontwikkeling van een dergelijke applicatie oplossen. Dit is ook de strekking van het recente Sectorplan Maatschappijen Gedragswetenschappen ‘Van inzicht naar impact, 2020-2025’: ‘als er iets duidelijk is geworden, dan is het dat interdisciplinair werken noodzakelijk is om complexe maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden’ (Disciplineorgaan Sociale Wetenschappen, 2020). Daarvoor zijn de zogeheten 21st century skills onontbeerlijk. Dit zijn vaardigheden als creatief denken, kritisch denken en probleemoplossend denken, maar ook mediawijsheid, informatievaardigheden, technologie- en ICT-vaardigheden.
De afgelopen jaren vonden veel verschillende technologische ontwikkelingen in sneltreinvaart plaats op de arbeidsmarkt. Dit varieert van machine learning, waarbij systemen op basis van grote hoeveelheden data kunnen leren, tot aan de toenemende behoefte aan complexe zorg voor het groeiend aantal ouderen. Het spreekt voor zich dat hierdoor grote behoefte bestaat aan wendbare medewerkers. Co-makership, een duurzame vorm van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, kan een oplossingsrichting voor het beroepsonderwijs zijn, om te innoveren en aan te kunnen blijven sluiten bij de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt (Smulders, Hoeve en Van der Meer, 2013).

Kortom, er ligt een grote uitdaging voor het huidige onderwijs om het onderwijscurriculum zodanig in te richten dat studenten deze vaardigheden trainen en goed voorbereid zijn op de arbeidsmarkt. Eenmaal op de arbeidsmarkt, werken ze in toenemende mate in een team van medewerkers met een verschillende achtergrond en opleidingsniveau van mbo, via hbo, naar wo.
Echter, interdisciplinair onderwijs is op dit moment nog geen gemeengoed en digitalisering en technologie zijn geen vanzelfsprekend onderdeel van de curricula. Ook zijn de werelden van het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs nog grotendeels gescheiden, terwijl de maatschappij juist steeds vaker om interactie tussen de afgestudeerden van deze drie opleidingsniveaus vraagt. Om dit leerproces te stimuleren, is het dus van wezenlijk belang dat studenten tijdens hun schoolloopbaan ervaring opdoen met het werken in interdisciplinaire teams waar verschillende opleidingsniveaus zijn vertegenwoordigd. Deze zaken vormen het vertrekpunt van de OpenEd Leerwerkplaatsen.

De OpenEd Leerwerkplaatsen

Het Practoraat Tech@doptie (verbonden aan Rijn IJssel en ROC Nijmegen), het HAN Health Conceptlab, de Radboud Universiteit en OnePlanet Research Center (een samenwerking tussen Radboud Universiteit, Radboudumc, Wageningen Universiteit, imec en ondersteund door de Provincie Gelderland) cree?ren samen leeromgevingen die ruimte bieden aan de ontwikkeling van juist die vaardigheden. Dat gebeurt in OpenEd Leerwerkplaatsen. Leerwerkplaatsen worden in de strategische visie van Albeda (2016) als volgt omschreven: ‘Leerwerkplaatsen zijn kleinschalige, veilige omgevingen waarin beroepscontext, arbeidsidentiteit, samenwerking en verantwoordelijkheid nemen centraal staan (. . . ), zodat opleiding en praktijk, maar bovenal leren en presteren elkaar ontmoeten’. De OpenEd Leerwerkplaatsen kenmerken zich meer specifiek doordat:

  • er altijd een sociaal-maatschappelijk vraagstuk centraal staat op het snijvlak van zorg, welzijn en digitale technologie;
  • leerwerkplaatsen en opdrachten in co-makership tussen opleiding en werkveld worden ontworpen;
  • de samenwerking tussen de betrokkenen interdisciplinair en multilevel is.

In OpenEd Leerwerkplaatsen staat het gebruik of de implementatie van nieuwe digitale technologie centraal. Doordat studenten hands-on met de technologie werken, raken ze hier in een veilige omgeving vertrouwd mee. Bovendien ontwikkelen ze zo een open en onderzoekende houding ten aanzien van de technologie. In de OpenEd Leerwerkplaatsen is alle ruimte voor onderzoek en experiment. Op deze manier verkennen studenten de betekenis en waarde van technologie voor hun eigen beroepspraktijk.

Opdrachtgever, docent en student formuleren in co-makership het overkoepelende vraagstuk of de opdracht. Tussentijds vindt doelverheldering, afstemming en taakverdeling plaats en is er veelvuldig contact en uitwisseling van ideee?n, bevindingen en resultaten. Deze duurzame samenwerking draagt bij aan gedeeld eigenaarschap, en daarmee aan de ervaren motivatie bij betrokkenen om zich actief in te zetten voor het ontwerp (Va?ha?santanen, 2015), (zie figuur 1).

Figuur 1 Betrokken organisaties bij de OpenEd Leerwerkplaats APPS
Figuur 1: Betrokken organisaties bij de OpenEd Leerwerkplaats APPS

Ten slotte zijn OpenEd Leerwerkplaatsen interdisciplinair en multilevel. Dat betekent dat studenten van verschillende instellingen, opleidingen en niveaus werken aan een gemeenschappelijke opdracht. De deelvraag binnen de opdracht waar zij mee aan de slag gaan, sluit aan bij hun eigen opleiding, expertise en leerdoelen. Expertises uit verschillende vakgebieden worden zodanig met elkaar verweven dat er sprake is van een diepe integratie van kennis en vaardigheden (Marshall, 2014). Samenvattend ziet het proces van het ontwerp tot uitvoering en evaluatie van de OpenEd Leerwerkplaatsen eruit als figuur 2 (download).

Een van de OpenEd Leerwerkplaatsen is Activating Parkinsons Patients with Sensors
(APPS). In APPS ontwikkelen en testen studenten concepten van wearables die het leven van parkinsonpatiënten aangenamer en veiliger maken.

Figuur 2: Het proces van het ontwerp tot uitvoering en evaluatie van OpenEd Leerwerkplaatsen
Figuur 2: Het proces van het ontwerp tot uitvoering en evaluatie van OpenEd Leerwerkplaatsen

Randvoorwaarden OpenEd Leerwerkplekken:

*Vraagstuk op het snijvlak van zorg, welzijn en technologie; *Co-makerschap tussen opleiding en werkveld; *Interdisciplinair; *Multilevel.

Casus: Activating Parkinsons Patients with Sensors

Parkinson is een ingewikkelde hersenziekte die zich uit in veel verschillende vormen. Onder andere het Radboudumc doet onderzoek naar het meten en voorspellen van de symptomen. Een veelvoorkomend probleem bij mensen met de ziekte van Parkinson is freezing; iemand ‘bevriest’ als het ware in een handeling en heeft een trigger nodig om hieruit te komen. Muziek is een mogelijke trigger om een freeze op te heffen. In de OpenEd Leerwerkplaats APPS werken studenten, docenten en parkinsonpatienten samen om een reeks gepersonaliseerde en draagbare hulpmiddelen te ontwikkelen rondom dit thema. S tudenten Verpleegkunde, Industrial Design Engineering en Embedded Systems Engineering waren betrokken bij dit project. Zij hadden allen een eigen inbreng (zie figuur 3) en door hun kennis van techniek, software en de zorg te combineren, konden zij een oplossing bedenken voor de problematiek van parkinsonpatie?nten. Ze werken hierin samen met onderzoekers van het Radboudumc, Tech@doptie en OnePlanet Research Center.

De studenten Embedded Systems Engineering konden specifieke software schrijven waarmee ze een draagbare computer geschikt hebben gemaakt voor spraakherkenning en bewegingsdetectie. Een bewegingssensor registreert afwijkingen in het loopgedrag, waarna de patie?nt met zijn stem via spraakherkenning de muziek kan aanzetten.

De studenten Industrial Design Engineering hebben zich gebogen over de vraag hoe het product eruit moet zien en hoe het te gebruiken is. Met behulp van een 3D-printer hebben ze verschillende prototypes gemaakt. Ook hebben ze diverse parkinsonpatie?nten gei?nterviewd die het dragen van de hulpmiddelen hebben getest.

Studenten Verpleegkunde dachten in een vroeg stadium mee over de mogelijkheden van de technologie, maar vooral ook over waar er behoefte aan is. Ze verzamelden kennis over mensen met Parkinson, gaven advies over het gebruik van de technologie in de praktijk en ze testten de ontwikkelde hulpmiddelen. Ook inventariseerden ze hoe de hulpmiddelen passen binnen de werkwijze en procedures in de zorg, (zie figuur 3).

Figuur 3 De verschillende disciplines hebben allemaal een eigen inbrengRandvoorwaarden
Figuur 3: De verschillende disciplines hebben allemaal een eigen inbreng

De eindgebruikers van dit project, mensen met de ziekte van Parkinson, worden ook in een vroeg stadium van dit project betrokken. Ze geven ideee?n en feedback. Op deze manier werken studenten, docenten, onderzoekers en parkinsonpatie?nten samen aan oplossingen om het leven te vergemakkelijken.
Naast de inhoudelijke ontwikkeling van de technologie is het leren samenwerken ook een belangrijk doel van de leerwerkplaatsen. Vaak is het communiceren met studenten met een andere achtergrond al een uitdaging. Pas als je samen gaat werken met iemand uit een andere discipline besef je goed vanuit welk perspectief je zelf kijkt. Kortom, de OpenEd Leerwerkplaatsen dagen studenten uit te argumenteren, zaken af te stemmen en over hun eigen muurtjes heen te kijken.

Ervaringen

Door middel van interviews met studenten die deelnamen aan de OpenEd Leerwerkplaatsen zijn ervaringen in kaart gebracht. De interviews met studenten vanuit de diverse achtergronden en opleidingsniveaus zijn afgenomen door het practoraat Tech@doptie.

Het moet echt ergens over gaan

Studenten gaven aan dat ze het belangrijk vinden dat de thematiek van het project ‘ertoe doet’; zij ervaren de maatschappelijke relevantie van de projecten als waardevol. Het daadwerkelijk kunnen bijdragen aan een concrete vraag stimuleert hen. Ook de directe interactie met een zorgvrager geeft betrokkenheid en motiveert hen om het beste eruit te halen.

Betrokken begeleiding

In de interviews kwam regelmatig naar voren dat een betrokken opdrachtgever bij het project van grote invloed is op het succes ervan. Op die manier is het duidelijk voor wie de studenten werken en kunnen zij inhoudelijk afstemmen.

Bijdragen vanuit de eigen achtergrond

Studenten gaven aan veel geleerd te hebben in de leerwerkplaatsen door vanuit hun eigen kennis, expertise en achtergrond bij te dragen aan een gezamenlijk project. Doordat de verschillende studenten vanuit een andere discipline kijken, kunnen zij elkaar goed aanvullen en feedback geven.
‘Soms merkte ik dat ze de mens vergaten in de ontwikkeling. Bijvoorbeeld zoiets simpels als dat een parkinsonpatie?nt over het algemeen niet wil dat iemand anders ziet dat hij Parkinson heeft. Voor ons is dat logisch om aan te denken.’

Samenwerken

Naast de inhoud, hebben de studenten veel geleerd van het samenwerken met studenten met een andere achtergrond. Ze noemden onderdelen als kunnen afstemmen, plannen, communiceren, taalgebruik, zich inleven in een ander en het verwoorden van de eigen gedachten. De studenten gaven aan dat het nieuwe inzichten opgeleverd heeft door meer begrip en kennis ‘van de ander’ te krijgen.
‘Ik kijk vanuit de menskant, zij vanuit de productkant.’

Aanbevelingen

Tijdens het afnemen van de interviews kwamen er ook duidelijke aandachtspunten naar voren die gebruikt kunnen worden om de OpenEd Leerwerkplaatsen nog beter aan te laten sluiten op doel en studenten.

Cree?er groepen met een diverse achtergrond

Hoewel de studenten aangaven graag samen te werken met studenten met een andere achtergrond, was er ook het besef dat het goed is dat de diverse betrokken opleidingen niet te dicht tegen elkaar aan liggen. Studenten leerden het meest van medestudenten die juist iets verder van hen afstonden. Van belang is dat zij binnen de projecten aan veel kleine deelprojecten kunnen werken, zodat studenten niet volledig afhankelijk zijn van elkaar.

Leg niet alles vast

Hoewel de studenten behoefte hebben aan een semigestructureerd proces en duidelijke werkafspraken, is het ook belangrijk dat het project nog niet van A tot Z is ‘voorgekookt’. Juist omdat studenten allen een andere achtergrond en interesse voor hetzelfde onderwerp hebben, is er vanaf de start al voldoende gespreksstof en uitdaging. Dit maakt dat de precieze invulling van het project prima in samenspraak met de studenten vormgegeven kan worden.

Geef de leerwerkplaatsen een vaste plek in het curriculum

De studenten gaven aan dat de koppeling met de eigen opleiding nog niet altijd ideaal is. Met name de vraag hoe de leerwerkplaatsen ‘passen’ binnen de structuur en het curriculum van de bestaande opleiding kwam naar voren. Voor veel studenten is het nu een activiteit boven op het bestaande aanbod in de opleiding. Het is daarbij lastig dat de onderwijsprogramma’s van de betrokken opleidingen niet op elkaar zijn afgestemd. Sommige studenten werken twintig weken aan het project gedurende enkele dagen per week, anderen vijf weken bijna volledig.

De rol van de docent

De docent heeft een duidelijk andere rol in het begeleiden van studenten bij de leerwerkplaatsen dan in het reguliere onderwijs. Het gaat niet zozeer om het overbrengen van vakinhoudelijke kennis en kunde, maar veel meer over het coachen en uitdagen. Deze rol past niet alle docenten. Om dit wat te vergemakkelijken is een rolomschrijving van de docent bij de leerwerkplaats in de maak. Samenvattend is een docent meer netwerker, verbinder en procesbegeleider.

Continui?teit waarborgen

De lengte van een deelproject in een OpenEd Leerwerkplaats is een semester. Daarna geeft een nieuwe groep studenten een vervolg aan het project. De opdrachtgevers en de betrokken docenten gaan dus langer door met het project, waardoor er opeenvolgende groepen aan de slag kunnen gaan. Studenten worden graag betrokken bij het grotere geheel en willen op de hoogte zijn van wat er eerder al gedaan is.

Al met al bieden de OpenEd Leerwerkplaatsen een mooie omgeving om zowel op inhoud als in de samenwerking de vragen voor het opleiden van de toekomst samen te brengen. Reden genoeg om, met de besproken verbeterpunten in het achterhoofd, een vervolg te geven aan de OpenEd Leerwerkplaatsen.