Het curriculum Verzorgende-IG derde leerweg

Resultaat innovatieagenda ouderenzorg 2014-2016

  • 8 min.
  • Een leven lang leren
  • Leerpraktijk

De gemeenten hebben de zorg voor ouderen overgenomen en moeten ervoor zorgen dat deze weer betaalbaar wordt. Geen gemakkelijke opgave, want veel ouderen klagen over de uitvoering van de zorg als gevolg van de transitie door de gemeenten. Wonen en zorg zijn sinds 1 januari 2015 strikt van elkaar gescheiden en ouderen en gehandicapten moeten zo lang mogelijk zelfstandig wonen en krijgen een nieuw zorgaanbod. Ook de rol van de zorgprofessional verandert hiermee en daarom zijn nieuwe competenties vereist en oude diploma’s zelfs overbodig geworden (Raad voor Volksgezondheid en samenleving, 2016). Veel van de huidige zorgmedewerkers moeten zich binnen de huidige kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs bijscholen (professionaliseren). De vraag van de overheid en de zorginstellingen naar een leertraject waarbij de huidige zorgmedewerkers zich kunnen professionaliseren of een aanvulling krijgen op hun verouderde diploma is als gevolg daarvan groot. Dat betekent voor de ROC’s dat zij zich responsief moeten opstellen door samen met de zorginstelling snel in te spelen op deze veranderende ontwikkelingen. Om aan de vraag van de zorginstellingen te voldoen, heeft het MBO College Gezondheidszorg van het ROC van Twente samen met de zorginstelling Livio een nieuw leertraject ontwikkeld, de zogenaamde ‘derde leerweg’, waarin volwassen studenten werkzaam in de zorg (voornamelijk op niveau 2) worden opgeleid tot verzorgende IG, niveau 3. In deze bijdrage wordt het resultaat van deze nieuwe opleiding beschreven. Doel van dit artikel is (1) om teams te informeren over de wijze waarop het derdeleerwegcurriculum is ontwikkeld, en (2) te laten zien uit welke componenten het derdeleerwegcurriculum bestaat.

Definitie ‘derde leerweg’

Sinds kort heeft het mbo er een ‘derde leerweg’ bij. De derde leerweg is een opleidingsvariant die net als de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) opleidt voor een erkend mbo-diploma. Tussen deze drie leerwegen zijn geen verschillen in niveau. Een derdeleerwegopleiding is op dezelfde wijze vormgegeven als andere mbo-opleidingen, maar kent geen wettelijk vastgestelde urennorm of studieduur. Hierdoor is de totale opleidingsduur korter. Opleidingen in de derde leerweg voldoen aan alle (kwaliteits)eisen van de Onderwijsinspectie als: de kwaliteitszorg op orde is, de studenten rechtsbescherming krijgen, studenten een onderwijsovereenkomst ondertekenen, zij voldoen aan de vooropleidingseisen en de opleiding is opgenomen in het Centraal Register. De derde leerweg wordt niet gefinancierd door het Ministerie van OC&W.

Dit is bij de andere twee leerwegen wel het geval. Over het algemeen is de derde leerweg dus flexibeler en sneller, maar wel duurder. Een derdeleerwegopleiding biedt interessante mogelijkheden om veranderingen in bijvoorbeeld de ouderenzorg op te nemen in het opleidingsaanbod. De veranderingen in de zorg hebben meteen gevolgen voor de uitvoering van de zorg en stellen andere eisen aan de organisatie van de zorgverlening en aan het professioneel werken van de zorgverleners. 

Schema van de vier verbonden ontwerpfasen derde leerwegFiguur 1: Vier verbonden ontwerpfasen derde leerweg (Van den Akker et al., 2006, p. 15)

Ontwerpproces

Om het curriculum van de derde leerweg te ontwikkelen, is gebruikgemaakt van een ontwerpgerichte onderzoeksmethode (McKenney & Reeves, 2012). Volgens Van den Akker, Gravemeijer, McKenney en Nieveen (2006) is ontwerpgericht onderzoek verdeeld over vier fases die onderling met elkaar verbonden zijn, namelijk: fase 1 vooronderzoek;  fase 2 prototyping; fase 3 evalueren; en fase 4 implementatie. Voor de specifieke invulling hiervan zie Figuur 1. 

De cyclus van ontwerponderzoek is als volgt: 

  • Fase 1 Vooronderzoek. Literatuurstudie en behoefte- en contextanalyse om de derde leerweg inhoudelijk vorm te geven. Het resultaat van deze fase is een literatuurstudie en een afgeronde behoefte en contextanalyse voor het ontwerp van een derde leerweg ‘Verzorgende-IG’.
  • Fase 2 Prototype van een curriculum wordt ontwikkeld en uitgeprobeerd. Op basis van de literatuurstudie en de uitkomsten van de behoefteanalyse worden ontwerpcriteria geformuleerd en een curriculum gemaakt en uitgeprobeerd in het onderwijs.
  • Fase 3 Evaluatieonderzoek om het uitgevoerde (prototype) curriculum bij te stellen. Het gaat in deze fase om inzicht krijgen in effectiviteit, efficiëntie en praktische bruikbaarheid (zowel voor de school als voor de zorginstelling) van het curriculum.
  • Fase 4 Implementatie van het bijgestelde curriculum in het opleidingsaanbod.

Gezamenlijk ontwerpen in een docentontwerpteam

Het docentenontwerpteam, afgekort DOT, heeft de cyclus van het ontwerponderzoek uitgevoerd om hiermee de derde leerweg te ontwikkelen. In zo’n DOT hebben docenten en praktijkopleiders gezamenlijk het curriculum van de derde leerweg ontworpen. Een docentontwerpteam, gedefinieerd door Handelzalts (2009) is ‘een groep van ten minste twee docenten van dezelfde of aanpalende vakken, die regelmatig samenwerken met het doel het (her)ontwerpen en realiseren van (delen van) hun gezamenlijk curriculum’. Volgens Handelzalts (2009) leidt samenwerking tussen docenten en praktijkopleiders (toegevoegd in deze casus) tot samenhang in het curriculum, professionele ontwikkeling van de docenten en ontwikkeling van de school- en zorgorganisatie. 

Het curriculum van de derde leerweg

Curriculair spinnenweb van Van den AkkerFiguur 2: Curriculair spinnenweb van Van den Akker (Thijs & Van den Akker, 2009).

Met behulp van het curriculaire spinnenweb van Van den Akker (2003, 2009) zijn de leerplanaspecten waaruit een curriculum van de derde leerweg is opgebouwd beschreven. De visie (rationale) op het curriculum is de verbindende schakel tussen alle andere leerplanaspecten. Het spinnenweb verbindt alle leerplanaspecten logisch met elkaar en vormt een passend geheel, zie Figuur 2.

Visie

Schematisch overzicht blended learningFiguur 3: Blended learning: uitwerking van de visie op het curriculum. 

De opleiding derde leerweg ‘Verzorgende IG’ gebaseerd op het wettelijk voorgeschreven kwalificatiedossier combineert leren en werken en biedt een onderwijsomgeving waarin studenten hun competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) op het gebied van hedendaagse zorgpraktijken ontwikkelen. De afgestudeerden zijn rechtstreeks inzetbaar op kwalificatieniveau 3 in de zorgpraktijk. Het leerproces van de student is gebaseerd op leertheoretische uitgangspunten van Illeris (2004) en bestaat uit drie dimensies. Een cognitieve dimensie (1) waarin docenten en praktijkopleiders zorgen dat de student actueel en betekenisvolle kennis verwerft door in de zorgpraktijk te werken en op school en thuis te leren door in eigen tempo gebruik te maken van de beschikbaar gestelde digitale leerinhouden, aangestuurd vanuit een elektronische leeromgeving. Een emotionele dimensie (2) waardoor studenten in interactie, discussie, samenwerking en met behulp van rollenspellen in school hun gevoelens, emoties en motivatie kunnen uiten. En een sociale dimensie (3) als tegenhanger van het gedigitaliseerde onderwijsaanbod en met een sterke focus op groeps- en teamontwikkeling en interactie van de student op zijn/haar omgeving (in de school- en zorgpraktijk). Het leerproces is blended en combineert online leren en face-to-face leren in zowel de school- als de zorgpraktijk. Het gepersonaliseerd leren vindt plaats door een op maat samengesteld leerpakket en intensieve begeleiding door docenten en studiecoaches. Zie voor de visie op het curriculum Verzorgende IG volgens de derde leerweg Figuur 3. 

Leerdoelen en -inhouden

De leerdoelen worden ontleend aan het kwalificatiedossier Verzorgende-IG, 1 augustus 2012. De doelen leiden op voor de branche: Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Thuiszorg, Gehandicaptenzorg, Geestelijke Gezondheidszorg en Kraamzorg. In overleg met de student worden de leervragen van de studenten geïnventariseerd en vervolgens wordt voor iedere student in overleg met zijn of haar studiecoach een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) geformuleerd waarin de doelen zijn opgenomen. De studenten maken in overleg met hun studiecoach een onderwijsplanning. De leerinhouden worden flexibel aangeboden en zijn gecomprimeerd in 12 modules, namelijk:

  1. Anatomie - fysiologie
  2. Ondersteuning 1
  3. Geriatrische zorgvrager 
  4. Chronisch zieken 1
  5. Chronisch zieken 2
  6. Chronisch zieken 3
  7. Geestelijke gezondheidszorg
  8. Ondersteuning 2
  9. Intervisie
  10. Verpleegtechnisch handelen
  11. Nederlands
  12. Rekenen

Leeractiviteiten en toetsing

De derde leerweg is een opleidingstraject van 40 weken dat opleidt voor het diploma Verzorgende-IG. Er wordt 18 uur per week besteed aan werk in het werkveld en 10-15 uur per week wordt besteed aan schoolwerk. De opleiding bestaat uit drie fasen, namelijk:

  • Basisfase (10 weken; 4 contactdagen met 6 klokuren)
  • Specialiserende fase (20 weken; 5 contactdagen met 6 klokuren)
  • Examinerende fase (10 weken; 3 contactdagen met 6 klokuren)

De studenten leren in de zorgpraktijk en in de schoolpraktijk (contactdag één keer per 4 weken; 6 klokuren). In de tussenliggende tijd wordt van de studenten verwacht dat zij zich thuis verdiepen in de literatuur, opdrachten en/of toetsen die te vinden zijn in de digitale omgeving van Canvas. Tijdens de contactdagen wordt gebruikgemaakt van discussievormen, zijn er reflectiebijeenkomsten, lessen van gastdocenten en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Elke contactdag heeft een vaste opbouw:

  • 1e uur: toetsmogelijkheid
  • 2e t/m 6e uur: verdieping zoeken ten aanzien van de zelfstudie van de module
  • 7e uur: facultatief uur Nederlands
  • 8e uur: facultatief rekenen

Naast de contactdagen is er elke week de mogelijkheid om in school verpleegtechnische vaardigheden te oefenen. Deze vaardigheden worden volgens een vast rooster aangeboden en komen regelmatig terug tijdens het opleidingstraject. Op hun bpv-plek brengen de studenten in praktijk wat ze tijdens de contactdagen hebben geleerd. Tijdens de bpv worden proeven afgenomen die verbonden zijn met een module. Het taalgebruik is afgestemd op volwassenen. E-learning bevat boeken uit de elektronische leeromgeving waarin video’s en opdrachten opgenomen zijn. De studenten zijn gegroepeerd in tweetallen – buddy’s – en maken gezamenlijk het huiswerk. Een belangrijke aanvulling op het zelfstandig leren gestuurd door de elektronische leeromgeving. De afronding vindt plaats door afname van ontwikkelingsgerichte toetsen. Verschillende toetsvormen worden gebruikt, zoals kennistoetsen (via Canvas) en praktijktoetsen (proeven van bekwaamheid) in de bpv.

Docentenrol

De docenten helpen de student bij het leren van de kennis en vaardigheden die hij/zij nodig heeft om het beroep te kunnen uitvoeren. Ook helpen zij hen bij het ontwikkelen van een juiste beroepshouding. De bpv-docent begeleidt de student tijdens zijn/haar stage vanuit de opleiding. Op de bpv-plek krijgt de student, vanuit het leerbedrijf, een werkbegeleider toegewezen die hem/haar begeleidt tijdens stage. De hoofdtaak van de werkbegeleider is het wegwijs maken van de student binnen het leerbedrijf en de student bijsturen en controleren op de uitvoering van zijn/haar werkzaamheden. Studenten hebben naast de lessen van gastdocenten les van vijf vaste docenten. Daarnaast zijn er docenten voor Nederlands en rekenen.

Leeromgeving, bronnen en materialen

De modulecoaches schrijven op basis van lesformats de modules en plaatsen deze in de online leeromgeving Canvas. De modulecoach is de docent die de module heeft ontwikkeld en vormgegeven via e-learning. De modulecoach begeleidt de leerlingen. Docenten zijn verplicht om binnen 24 uur de vragen van studenten te beantwoorden.

Discussie

In dit artikel zijn fasen 1 en 2 van het ontwerpproces besproken. De derde leerweg is inmiddels aangeboden aan meer dan 150 studenten en wordt geëvalueerd. Belangrijk zijn twee vragen: de eerste vraag is de mate waarin de docenten in het docentontwerpteam hebben geleerd van het ontwerp van deze leerweg en de tweede vraag heeft betrekking op de tevredenheid van studenten, docenten en praktijkopleiders. Deze vragen worden in een volgende publicatie beantwoord.

Acknowledgement

Dit curriculum is gerealiseerd op basis van een subsidie van ZonMW voor het project “Innovatieagenda ouderenzorg 2014-2016”, projectnummer 60-6190098-640.