Zorgwacht helpt bijstandsvrouwen aan een baan

  • 5 min.
  • Beroepsuitoefening
  • Van de werkvloer

In 2007 richtte Wilhelmien Looymans de Zorgwacht Vakschool op in Utrecht. Jaarlijks leidt deze bijzondere school circa dertig mensen met een bijstandsuitkering op tot ‘helpende zorg en welzijn’. De meerderheid stroomt vervolgens door naar een baan of vervolgopleiding.

Waarom een Zorgwacht Vakschool?

‘Zorgorganisaties zitten te springen om verzorgenden: mensen met een mbo-opleiding op niveau 3. Er bestaat een tekort en dat wordt de komende jaren alleen maar groter. Veel zorginstellingen hopen dit tekort te bestrijden door jongeren op te leiden, maar het is wel duidelijk dat dit alleen niet voldoende is. Je zult ook andere bronnen moeten aanboren. En dat is precies wat Zorgwacht BV doet. We leiden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op tot niveau 2, zodat ze vervolgens kunnen overstappen naar een reguliere opleiding op niveau 3 of met een baan aan de slag kunnen. Want ik verwacht dat professionals op niveau 2 steeds meer gevraagd zullen worden in de zorg nu het kleinschalig wonen in opkomst is en veel ouderen langer thuis blijven wonen. Zij hebben ondersteuning nodig bij klussen als ramen lappen of de maaltijdbereiding. Helpenden kunnen dat werk prima doen.’

Wat is de achtergrond van de Zorgwacht-leerlingen?

‘Die is heel divers. We leiden vooral vrouwelijke dertigers en veertigers op, maar we hebben hier ook enkele jonge vrouwen van in de twintig gehad en vrouwen van in de vijftig. Ook hebben we enige mannen begeleid. Onze leerlingen zijn zowel van autochtone als van allochtone komaf. Wat ze gemeen hebben, is dat ze leven van een bijstandsuitkering en geen startkwalificatie bezitten. Sterker nog, ze hebben in de regel geen enkel diploma. Ze zijn bijvoorbeeld uitgevallen op het vmbo door zwangerschap of privéproblemen. Wel beschikken ze allemaal over een dosis werkervaring. Bijvoorbeeld in de zorg, een supermarkt, bij een schoonmaakbedrijf of in het hotelwezen. Bovendien hebben ze allemaal een enorme drive om hun diploma te halen.

Jaarlijks starten we twee opleidingsgroepen van elk ongeveer vijftien leerlingen. Met alle kandidaten voer ik voorafgaand een intakegesprek; we hebben altijd meer aanmeldingen dan plaatsen. Bij de selectie let ik er vooral op dat de mensen een zorghart hebben. Verder moeten ze voldoen aan een aantal randvoorwaarden: ze moeten een bijstandsuitkering hebben, in Utrecht wonen, redelijk Nederlands spreken, computervaardig zijn en fysiek gezond. En ze moeten kunnen fietsen, want het is de bedoeling dat ze hun cliënten op de fiets bezoeken. Als een leerling het fietsen nog niet voldoende machtig is, stellen we haar in staat om dit via een welzijnsorganisatie alsnog goed te leren.’

Hoe ziet de theoretische opleiding eruit?

‘De leerlingen gaan een dag per week naar school, waar ze de eenjarige competentiegerichte opleiding ‘helpende zorg en welzijn’ volgen. Deze kent drie hoofdlijnen: persoonlijke zorg, huishoudelijke zorg en ondersteuning bij dagelijkse bezigheden als boodschappen doen en strijken. De inhoud van de opleiding is ontwikkeld in samenwerking met ROC Eindhoven, waar men veel ervaring heeft opgedaan met maatwerktrajecten. Dat is voor deze doelgroep heel belangrijk. We leiden onze leerlingen op voor het officiële diploma, maar we houden wel rekening met hun bijzondere omstandigheden. Zo regelen we bijvoorbeeld kinderopvang voor leerlingen als dat nodig is.

In Utrecht Overvecht hebben we een lokaal gehuurd waar een roc-docent de lessen verzorgt. Deze gaan over onderwerpen als: beroepshouding, gespreksvaardigheden, lichamelijke verzorging, huishoudelijke vaardigheden, eenvoudige administratieve ondersteuning. In totaal hebben de leerlingen 44 lesdagen. Na het doorlopen van de opleiding doen zij examen. ROC Eindhoven draagt zorg voor de formele examinering.’

Daarnaast werken de leerlingen?

‘Ja. Ze worden circa twintig uur per week ingezet als zorgwacht. Een zorgwacht biedt professionele mantelzorg en burenhulp aan kwetsbare ouderen en burgers met een beperking. Zij helpt bij huishoudelijke taken, de verzorging en ze bevordert het welzijn, bijvoorbeeld door met iemand een stukje te wandelen. Iedere leerling krijgt zes cliënten die in haar eigen wijk of in de directe omgeving wonen. De praktijkbegeleiders van Zorgwacht begeleiden en toetsen de leerlingen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden bij de cliënten. Daarnaast lopen leerlingen nog een dagdeel stage bij een zorginstelling of thuiszorgorganisatie. We zijn heel blij dat zorgaanbieders deze mogelijkheid bieden...

Alle leerlingen krijgen een contract voor 32 uur per week en verdienen daarmee €1285,90 bruto per maand. Verder krijgt iedereen die wordt aangenomen van Zorgwacht een nieuwe fiets. Of een reiskostenvergoeding. Ook ontvangen alle leerlingen een telefoonvergoeding van €12,50 per maand, zodat ze kunnen bellen als er iets aan de hand is bij de cliënten.

De gemeente Utrecht subsidieert de opleiding uit de reïntegratiegelden. Zonder de gemeente zou dit traject niet mogelijk zijn.’

Hoe zijn de ervaringen met de zorgwachten?

‘De cliënten zijn heel tevreden met deze ondersteuning. Ze vinden het prettig dat ze steeds met hetzelfde, vertrouwde gezicht te maken hebben. Ook de leerlingen zelf zijn enthousiast, al hoor ik achteraf vaak van hen dat ze het een heel zwaar en heftig jaar hebben gevonden. Zeker de eerste maanden hebben ze moeite met de structuur waarnaar ze zich moeten voegen. Daarna gaat het meestal beter. Na afloop van de opleiding zijn de gediplomeerden altijd heel erg blij. Er vloeien regelmatig tranen als ze hun diploma in ontvangst mogen nemen. Ze zijn enorm trots dat ze die mijlpaal hebben bereikt. Dat geeft mij ook altijd veel voldoening én de drive om het Zorgwacht-concept ook uit te rollen in andere gemeenten. Met Eindhoven ben ik inmiddels al in gesprek hierover.’

Hoe zijn de resultaten van Zorgwacht?

‘Behoorlijk goed. Zeventig procent van de leerlingen behaalt het diploma ‘helpende zorg en welzijn’. Er zijn inmiddels negentig kandidaten opgeleid; in september 2012 start een volgende groep van vijftien leerlingen. De uitvallers zijn meestal gestopt vanwege moeilijkheden in de privésfeer, waardoor ze het op de opleiding niet konden bolwerken. De geslaagden stromen door naar niveau 3 of een baan in de zorg; een enkeling kiest voor een andere richting. We helpen onze leerlingen zo nodig met het vinden van een vervolgopleiding of werk. We vinden het belangrijk om hen verder op weg te helpen met het vormgeven van hun toekomst.’