Regionaal Arbeidsmarktbeleid en de Zorgsector

Verslag van de Conferentie Regionaal Arbeidsmarktbeleid Zorgsector

  • 5 min.
  • Congresverslag
  • Verslagen

Op 11 juni vond de conferentie Regionaal Arbeidsmarktbeleid Zorgsector plaats. Uit het gehele land waren vertegenwoordigers van onder andere zorginstellingen, UWV- WERKbedrijf, gemeenten, regio Plus, onderwijsinstellingen en Calibris naar de Rijtuigenloods, een mooie locatie in Amersfoort, gekomen om met regionale partners in gesprek te gaan over de arbeidsmarkt.

Er was massaal gehoor gegeven aan de uitnodiging van drie staatssecretarissen: Jet Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Marja van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Centraal in de conferentie stond kennismaken met regionale partners, inspireren en samenwerken.

De arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in de zorgsector staat de komende jaren onder druk: volgens de huidige prognoses zal de zorg in 2020 behoefte hebben aan 500.000 extra medewerkers. De verwachte groei aan arbeidspotentieel in 2020 zal slechts 200.000 mensen zijn. Een eenvoudige rekensom leert dat, ook al gaat de totale aanwas in de zorg werken, er dan nog steeds een tekort is van 300.000 mensen! De personele bezetting in zorginstellingen blijft daardoor een belangrijk aandachtspunt. De huidige economische recessie geeft de zorgsector op dit punt verlichting omdat de zuigkracht van de marktsector afneemt. Anderzijds biedt het kansen omdat het potentieel aan – voor de zorg beschikbare – arbeidskrachten toeneemt.

Werknemers uit de marktsector zijn echter niet zondermeer te plaatsen in specifieke zorgfuncties. Een goede selectie, passende scholing of opleiding en gerichte matches met bestaande zorgvacatures zijn belangrijke voorwaarden om zij-instromers succesvol in te kunnen zetten in de zorg.

Een goede regionale samenwerking tussen alle betrokken partijen is daarbij een belangrijke voorwaarde.

Interview met de staatssecretarissen

Na een welkomstwoord door de dagvoorzitter was er een uitgebreid interview met Jet Bussemaker, Jetta Klijnsma en Marja van Bijsterveldt. Al snel werd duidelijk dat de drie staatssecretarissen gemeenschappelijke belangen hebben en door nauwe samenwerking de pijnpunten van de kredietcrisis willen omzetten in kansen voor de personeelsvoorziening in de zorg. Jetta Klijnsma: ‘Om met Johan Cruijf te spreken, ieder nadeel heeft z’n voordeel. In de bouw en de industrie worden vooral na de zomervakantie veel ontslagen verwacht. Mensen die werkloos worden moeten zo snel mogelijk naar werk worden begeleid. De zorg heeft veel mensen nodig. Veel instromers zullen wellicht nog scholing nodig hebben. Daarom is de betrokkenheid van het beroepsonderwijs op deze dag ook zo belangrijk’.

Volgens Marja van Bijsterveldt zijn de regionale verschillen groot. Plannen om tot een passend antwoord op de vraag te komen, moeten dan ook in de regio’s gemaakt worden.

Om die reden komt er geen blauwdruk voor een aanpak van de problematiek vanuit Den Haag, aldus de staatssecretaris. Zij riep tevens onderwijsinstellingen op om maatwerk te leveren: maatwerk voor de individuele leerling en op de vraag van de zorginstellingen. Want met relevante werkervaring kunnen mensen zich via een Ervaringscertificaat en duale trajecten laten herscholen. Ook wil Van Bijsterveldt dat huidige medewerkers in de zorg zich verder ontwikkelen. ‘Door verdere scholing van werknemers die al in de zorg werkzaam zijn, komt ruimte voor nieuwkomers die veelal starten op mbo-1 en -2 niveau. Een kwaliteitsimpuls voor de zorg en ruimte voor gemotiveerd nieuw personeel!’

Jet Bussemaker betoogde: ‘Zorginstellingen neem uw verantwoordelijkheid. Zorg goed voor uw medewerkers; lever maatwerk en blijf opleiden, zodat ze behouden blijven voor de zorg’. Verder deed de staatsecretaris zorginstellingen de suggestie aan de hand scholen uit te nodigen om met leerlingen een kijkje in de zorg te komen nemen. Jetta Klijnsma voegde daar nog een hartenkreet aan toe: ‘Verleid jongeren. Want het is gewoon hartstikke leuk om bij u te komen werken! Als u nu de kans niet pakt is het momentum voorbij! U mag nog wel een onsje enthousiaster worden! Maak van de nood een deugd. Pak hem beet en wel nu!’

Ook benoemden de staatssecretarissen het succes van de zeven regionale pilots die sinds 2007 draaien met ondersteuning van de ministeries van VWS, OCW en SZW. De uitdaging voor de pilots was om de knelpunten in de personeelsvoorziening in de zorg op te lossen en tegelijkertijd de (arbeids)participatie te verhogen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het uitgangspunt van de pilots was eenvoudig: de zorginstellingen komen personeel te kort en UWV-Werk bedrijf en gemeenten hebben kandidaten in hun uitkeringsbestanden. Als de uitkeringsgerechtigden worden toegeleid naar de zorg, kunnen ze mogelijk uit die uitkeringssituatie komen. Voor alle partijen een winwin situatie. Goede samenwerking in de keten is echter een voorwaarde. Afspraken dienen gemaakt te worden over wie wat doet in het hele proces van kandidaten vinden, selecteren, toeleiden en begeleiden naar een baan in de zorg. Door meerdere pilots zijn de doelstellingen behaald ten aanzien van instroom, doorstroom en maatschappelijke participatie (Plochg en van Rij 2009). De inspanningen van deze zorgpilots hebben zich grotendeels gericht op regionale samenwerking (in de keten). Bij de uitvoering is een groot aantal organisaties betrokken. Dat vraagt om veel overleg en afstemming. Uit de evaluatie van de pilots blijkt dat het zeer wenselijk is vanuit een regionaal sectorservicepunt te werken. Met een dergelijk regionaal samenwerkingsverband is de structuur en de wijze van samenwerken in de keten geborgd voor de toekomstige zorgarbeidsmarkt.

Een good practice van zo’n regionale samenwerking werd gepresenteerd door het brancheservicepunt Zorg in Tilburg. UWV-werk bedrijf, ROC van Tilburg, Transvorm (werkgevers), Calibris en de gemeente Tilburg werken daar succesvol nauw samen. Iedereen vanuit zijn eigen bestaande expertise en gebruikmakend van elkaars netwerken.

Regionaal overleg

In de middag was er ruimschoots gelegenheid om met partners uit de regio in overleg te gaan. Voor sommigen was het een eerste kennismaking, voor anderen een voortzetting van waar ze al mee bezig zijn in de regio. Naast de 15 regionale gesprekstafels was er ook een tafel waar landelijke partijen voor waren uitgenodigd. Daar werden afspraken gemaakt hoe de landelijke partijen de regio’s zouden kunnen ondersteunen.

Extra financiële middelen

Met het stagefonds van VWS is het afgelopen jaar een forse financiële impuls aan opleiden in de zorg gegeven. Op basis van 65.000 leerlingen is subsidie aan zorginstellingen uitgekeerd.

In 2009 komt bovenop de bestaande regeling nog eens 10 miljoen beschikbaar om verpleegkundigen niveau 4 door te laten stromen naar niveau 5. Daarnaast is 4,8 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de regionale samenwerking tussen UWV-Werk bedrijf en de zorgsector binnen de werkpleinen.

Tot slot

Omdat de problematiek voor de diverse regio’s zeer divers is, vraagt dat een goede onderlinge afstemming en samenwerking van alle betrokken partners. Ook de mate waarin er op dit moment in de regio’s wordt samengewerkt is zeer divers. Ervaring heeft geleerd dat een productieve samenwerking in de regio niet vanzelf tot stand komt. Met de conferentie van 11 juni is een impuls gegeven om de noodzakelijke samenwerking in de zorg te versterken. Het is nu aan de betrokkenen om die uitdaging aan te gaan! Om met Jetta Klijnsma te spreken: ‘Pak hem beet en wel nu!’