Symposium Lectoraat Acute Intensieve Zorg

Partners in praktijk, opleiding en onderzoek: pijnloos communiceren in de keten van acute zorg

  • 7 min.
  • Congresverslag
  • Verslagen

Het Lectoraat Acute Intensieve Zorg (LAIZ) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft als opdracht professionalisering van hbo- en Masterdocenten en het bevorderen van evidence-based-practice door middel van praktijkgebonden onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door hbo- en Masterdocenten met inzet van studenten, onder begeleiding van de lector. De onderzoeksresultaten komen ten goede aan het onderwijs én aan de praktijk. De betrokken disciplines bij het LAIZ zijn Verpleegkunde, Fysiotherapie, en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.

Inleiding

Op donderdag 23 oktober 2008 heeft het LAIZ het 1ste lustrum symposium gehouden. Dit jaar was het thema ‘Communicatie in de acute zorg’. Communicatie tussen de hulpverlener en de patiënt en tussen hulpverleners onderling is van essentieel belang voor goede zorg. In de keten van de acute zorg zijn de overgangen van de ene schakel naar de andere kwetsbare punten in de communicatie. Tijdens dit symposium heeft het lectoraat enkele problemen en voorbeelden gegeven van oplossingen door toepassing van kennis uit theorie en praktijk.

Het symposium werd geopend door Frank Stöteler (Directeur Faculteit Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij, HAN). Vervolgens besteedde Joke Mintjes (lector Acute Intensieve Zorg) aandacht aan signalen die traumapatiënten uitzenden en de manier waarop hulpverleners deze signalen oppakken. Hierna gaf Pierre van Grunsven (Medisch Manager van de Ambulance Zorg RAV Gelderland Zuid) inzicht in de problematiek met betrekking tot communicatie tussen de ambulance, de spoedeisende hulp en huisartsenpost. Vervolgens introducerden Trix Terwindt (Seniorverpleegkundige UMC St. Radboud) en Friede Simmes (lid kenniskring en docent HBO-V, HAN) het SBAR instrument en hun ervaringen hiermee. Dit instrument wordt gehanteerd voor communicatie tussen betrokken hulpverleners bij vitaal bedreigde patiënten in het ziekenhuis.

Tot slot hebben leden van de kenniskring LAIZ met de deelnemers gedachten uitgewisseld over de bijdrage van hun onderzoeken aan verbetering van de communicatie in de keten van de acute zorg. Een korte samenvatting van de workshops staat hieronder beschreven.

 

Onderzoeken waar het lectoraat zich momenteel mee bezig houdt zijn: Pijn en pijnbestrijding van traumapatiënten vóór en ná de invoer van triage op de spoedeisende hulp, Richtlijnontwikkeling acute pijn, Pijn en pijnbehandeling van traumapatiënten in de ambulancezorg, Outreach (Serious Adverse Events), Ondersteuning van naasten van traumapatiënten, Implementatie richtlijn ‘Triage op de spoedeisende hulp’ (Do Triage), Digitaal verbonden. De volgende projecten van het LAIZ zijn al afgerond:

Heuponderzoek, Richtlijn herziening ‘Triage op de spoedeisende hulp’ (Try Triage), Mobiliseren van beademde patiënten, Infectiepreventie mondhygiëne, Richtlijn Endotracheaal uitzuigen.

Workshop I need you

In deze workshop hebben Ans Rensen1, Willy van Breemen, Trix Terwindt en Friede Simmes1 hun ervaringen met betrekking tot de communicatie binnen het Spoed Interventie Systeem (SIS) toegelicht. De doelstelling van een Spoed Interventie Systeem is het vroegtijdig herkennen en behandelen van vitaal bedreigde patiënten op de ziekenhuisafdelingen. Hiertoe stelt de verpleegkundige minimaal drie maal daags de Early Warning score (EWS) bij de patiënt vast en waarschuwt de (hoofd)behandelaar bij afwijkingen. De (hoofd)behandelaar beoordeelt de patiënt en besluit om zelf te behandelen of het Spoed Interventieteam (SIT), bestaande uit een intensivist en intensive care verpleegkundige, in te roepen. Het SIT adviseert en ondersteunt de (hoofd)behandelaar of neemt in overleg de behandeling van de patiënt over. Binnen dit systeem is communicatie een belangrijke factor en dit gebeurt met behulp van de SBAR. De SBAR staat voor: S (Situation) B (Background) A (Assessment) en R (recomendation). Verpleegkundigen zijn blij met de vernieuwingen. In het begin was er veel weerstand om de vitale functies, inclusief uurstofsaturatie en ademhaling, drie maal daags bij alle patiënten in kaart te brengen. De winst zit in de duidelijke afspraken over bij welke EWS afwijkingen de arts moet worden gebeld. De arts is verplicht om direct te komen. De SBAR geeft de verpleegkundigen houvast hoe met de arts te communiceren. Bovendien daagt het verpleegkundigen uit om hun eigen ideeën over wat er met de patiënt aan de hand kan zijn te communiceren en hun aanbevelingen over de behandeling naar voren te brengen. Zij zien dat door het SIS de vitaal bedreigde patiënten sneller en beter worden behandeld. Er werd vastgesteld dat het belangrijk is dat deze gestructureerde communicatie onderdeel van de opleiding moet zijn. Binnen de hbo-v Nijmegen is dit inmiddels het geval.

Workshop De familie aan het woord

In de workshop ‘De familie aan het woord’ presenteerde Lisbeth Verharen1 citaten van familieleden die betrekking hadden op de communicatie tussen naasten en professionals. Zij reflecteerde hierop met behulp van kennis en inzichten uit het proefschrift van Sofie Verhaeghe 1 , de richtlijn familiesteun van het ACCM 2 en de resultaten van haar eigen onderzoek naar de ondersteuning van naasten van traumapatiënten door medisch maatschappelijk werkers 3 . Aan de orde kwamen de behoeften van naasten aan informatie om weer greep op de situatie te krijgen, de neiging van de naasten om de patiënt en anderen te beschermen en daarbij zichzelf te vergeten, het risico van uitputting bij naasten en de oorzaken daarvan en de lastige situaties waarmee naasten tijdens een opname worden geconfronteerd. Daarna gingen de deelnemers met elkaar in gesprek over wat zij leerden van deze verhalen van naasten. Er bleek behoefte aan beleid voor de opvang van familieleden in het ziekenhuis. De emotionele, sociale en praktische last die naasten te dragen hebben werd herkend. Het belang om alert te zijn op signalen van overbelasting van familieleden, juist ook als naasten hier niet zelf om vragen, werd gedeeld. Iedere professional dient aandacht te hebben voor de beleving van familie en dient betrokkenheid te tonen. Samenwerking tussen verpleging en maatschappelijk werk leek de deelnemers een krachtig instrument om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van naasten.

WorkshopTriage is communiceren

Deze workshop werd verzorgd door Maaike Janssen1 en Donna Schalk1. Begin september 2008 is de herziene richtlijn ‘Triage op de spoedeisende hulp [2008]’ officieel uitgebracht 4 . De richtlijnherziening is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen het LAIZ, de Nederlandse Vereniging Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen (NVSHV) en het Landelijk Expertisecentrum Verpleegkundigen en Verzorgenden (LEVV). Een goede toepassing van de ‘Richtlijn Triage’ is van groot belang voor de kwaliteit van zorg en de IGZ is dan ook van mening dat elke SEH-verpleegkundige de richtlijn dient te gebruiken. In het verleden is het echter bij veel instellingen moeilijk gebleken de ‘Richtlijn Triage’ in te voeren. De workshop ‘Triage is communiceren’ behandelde de communicatie die nodig is om het implementatieproces van triage vorm te geven. Tevens is informatie gegeven over het project Do Triage. Dit project wordt uitgedragen door het lectoraat en heeft als doelstelling: onderzoek naar ondersteuning van sleutelfiguren bij de invoering van triage. Bij deze ondersteuning speelt communicatie op de afdeling tussen alle actoren die betrokken zijn bij triage een hoofdrol.

Workshop Identificatie van barrières voor optimale pijnbestrijding bij traumapatiënten in de ambulancezorg

Sivera Berben1 en Tineke Meijs1 gingen in op de pijnbestrijding van traumapatiënten in de ambulancezorg waarbij de communicatie tussen deze patiënten en ambulanceverpleegkundigen niet altijd even pijnloos verloopt. Uit hun onderzoek ‘Identificatie van barrières voor optimale pijnbestrijding bij traumapatiënten in de ambulancezorg’ is gebleken dat er een aantal barrières op dit gebied liggen bij zowel de ambulanceverpleegkundigen als de organisatie. Optimale pijnbestrijding vraagt om zorgvuldige observatie van en gerichte communicatie met de patiënt.

Vervolgens moeten de aldus verkregen gegevens op een juiste wijze geïnterpreteerd worden zodat de ambulanceverpleegkundige aan de hand van het pijnprotocol een juiste keuze kan maken voor toediening van de pijnmedicatie. Afsluitend vindt de toetsing van het effect van deze pijnmedicatie plaats. Of genoemde methodische aanpak op de juiste wijze uitgevoerd wordt, hebben zij aan de hand van de resultaten van het onderzoek met de deelnemers bediscussierd.

Workshop Met MIST meer mans

Een noodzakelijke voorwaarde voor het verlenen van spoedzorg is goed functionerende en goed op elkaar afgestemde hulpverlening. Acute Zorg regio Oost (AZO) heeft onderkend dat het in de keten van groot belang is dat er op inhoud en op professionele wijze wordt gecommuniceerd. Snelle en volledige communicatie stelt iedere schakel in staat optimaal het werk van de voorganger voort te zetten. Een goede vooraanmelding van de ambulancehulpverlening zorgt ervoor dat het juiste multidisciplinaire team op de Spoedeisende Hulpafdeling klaar staat om de patiënt op te vangen. In het onderzoek van Jan Leijtens1 blijkt dat momenteel vooraanmelding van een ongeval telefonisch via de centralist van de meldkamer ambulancezorg (MKA) plaatsvindt. De gegevens van de vooraanmelding worden, volgens MIST, door de Spoedeisende Hulpverpleegkundige die de telefoon aanneemt, gerapporteerd. Aankondiging volgens MIST gebeurt op gestandaardiseerde wijze en omvat het mechanisme of injury, injuries, signs, treatment given, geslacht, leeftijd en verwachte aankomst op de Spoedeisende Hulp. Op basis van MIST alarmeert de Spoedeisende Hulpverpleegkundige het juiste multidisciplinaire team. Er is keuze tussen een basis-, trauma- en neuroteam. AZO wil de afstemming tussen de verschillende hulpverleners optimaliseren door deze procedure te digitaliseren. In deze workshop is onder leiding van Jan Leijtens ingegaan op het communiceren in de spoedzorg voordat dit digitaal gebeurt.

Volgend jaar organiseert het lectoraat wederom een symposium om de opgedane kennis uit de verschillende onderzoekslijnen te delen met de praktijk. Informatie over het volgende symposium wordt volgend jaar op de weblog van het lectoraat geplaatst.