Het Nieuwe Leren: ‘Who cares?’

Verslag jaarcongres V&VN Opleiders 2008

  • 4 min.
  • Congresverslag
  • Verslagen

Het onderwijs zit in een crisis! Uitspraken als: ‘ze leren niets meer’, ‘ze kunnen niet rekenen’, ‘ze beheersen hun taal niet meer’, ‘de kwaliteit van het onderwijs loopt achteruit’, ‘leerplicht is ophokplicht’ en ‘er moet les worden gegeven’ domineren de media en stellen de verhoudingen tussen onderwijs en samenleving op scherp. Deze polarisatie (ik kan het niet anders noemen) draagt niet bij tot respect voor docenten die dagelijks druk doende zijn hun vak en idealen aan de vrouw te brengen. Practice evidence stoeien met nieuwe leerpsychologische uitgangspunten die aansluiten bij studenten die slim, snel en sociaal zijn. Nieuwe vormen van leren dus! Een verslag van dit congres.

400 opleiders

Zo’n 400 opleiders uit de sector verzorging en verpleging bezochten op 7 februari het jaarcongres van ‘V&VN Opleiders’ te Ede met als verbindend thema ‘Het Nieuwe leren: Who cares?’. Deze collegae wilden inspiratie opdoen, ervaringen delen, nieuwe concepten uitwisselen en elkaar ontmoeten. In dit verslag een impressie van deze dag.

Opening

Het congres werd geopend met een duet van twee afgestudeerde studenten van de Dutch Academy of Performing Arts (DAPA). Tijdens deze musicalopleiding leren studenten vooral in de praktijk en stelt de docent zich op als coach. Een mooi voorbeeld van het nieuwe leren dus. Je leert je vak in de praktijk, vooral dus door deel te nemen aan lerende praktijkgemeenschappen. Speelt dat ook niet in de leerafdelingen?

Keynote

Na deze opening was het woord aan lector Frans Meijers. Heel eerlijk bekende hij, dat hij eigenlijk niet wist wat het nieuwe leren inuitblinken in het beantwoorden van niet gestelde vragen, wat de motivatie niet ten goede kwam. Vervolgens was er te weinig ruimte voor zelfsturing, en onvoldoende transfer van de theorie naar de praktijk, een zogenaamd kwalificatieprobleem. Meijers wist de zaal te boeien met prachtige anekdotes uit zijn privé leven, en had de lachers hiermee al snel op zijn hand. Het op onderzoek gebaseerde feit, dat we als docenten niet betekenisvol voor studenten zijn, werd pijnlijk herkend. We ruilen nog te graag kennis tegen orde in de klas. Behalve vertellen wat er niet goed was aan het oude leren, kon Meijers op basis van onderzoek ook vertellen hoe het anders zou moeten. In het onderwijs zou meer praktijksturing nodig zijn, met levensechte problemen, waarover meer dialoog moet plaatsvinden. Voor een dialoog tussen opleider en student is ‘vertraagde tijd’ nodig. En laten we daar nu juist zo weinig aan toekomen. Tot slot adviseerde Meijers meer zeggenschap over het eigen leren. In interviews hadden docenten aangegeven “dat leerlingen dat in de BPV deden”. Uit onderzoek (met gebruik van audio en video-apparatuur) bleek dat gesprekken binnen de BPV tussen docent, werkbegeleider en student niet altijd gericht zijn op (leer)ervaringen van studenten. Meijers kon de congresgangers wel vertellen wat het nieuwe leren niet inhield; het hield bijvoorbeeld niet in dat er alleen maar meer praktijk nodig zou zijn, of meer procesbegeleiding. En het was al helemaal geen ‘doe-het-zelf-onderwijs’. Volgens Meijers word je bekwaam in confrontatie via de ‘volle praktijk’, is omgang met ervaren vaklui essentieel, en zou het maken van fouten normaal gevonden moeten worden en een logisch gevolg moeten zijn van ervarend leren. Kortom leren van en met elkaar in werkgemeenschappen.

Na dit bevlogen verhaal, rechtstreeks uit het hart, was het tijd voor de diverse workshops van allerlei aard, waarvan ik er enkele de revue zal laten passeren. Ineke van Aken en Monique Uytehaage van Calabris lieten de deelnemers via een spel ervaren hoe de dialoog tussen school en praktijk op gang kon worden gebracht. Hiermee kon direct geoefend worden met Meijers’ gedachtegoed over ‘vertraagde tijd’. Hans Kaldenbach stond in zijn masterclass over cultuurverschillen in de zorg uitgebreid stil bij Nederlandse feedbackregels en hoe hiermee in niet westerse culturen wordt omgegaan. Een aanwezige acteur zorgde voor de nodige eye-openers. In de workshop over meervoudige intelligenties in de opleidingspraktijk van Lia Bijkerk oefenden de deelnemers met hun voorkeursintelligentie. Verder kwamen onder andere onderwerpen als coaching, geluk en stress bij ler(ar)en, E-learning en het ontwerpen van een leerteam in de thuiszorg aan de orde. Na de pauze waarin stevig werd genetwerkt, traden eerstejaars studenten van de DAPA op. Vol passie werd er gedanst, gezongen en gesprongen door deze jongelui, zodat sommige broeken er onbedoeld van afzakten! Na dit spektakel was het tijd voor de tweede en tevens laatste workshop.

Conclusie

De congresdeelnemers hebben een inspirerende dag gehad. De crisis in het onderwijs is met dit congres niet opgelost. Dat hoeft ook niet, want daar hebben we in Nederland allerlei commissies voor: van Dijsselbloem tot Meijerink! Wat het congres wel biedt zijn nieuwe perspectieven en inzichten voor docenten, die ‘practice evidence’ zijn voor hun school-en opleidingspraktijk! Met de inhoud van dit rugzakje zijn docenten en opleiders naar huis gegaan. En een eerste blik op de inhoud van de evaluatieformulieren bevestigt dit vermoeden en geeft de congrescommissie veel energie. Dus: volgend jaar op 29 januari 2009 gaan wij er weer voor! Bent u er ook bij?

De Congrescommissie bestond uit Karin in ’t Hout, Alice Bakker, Robbert Gobbens, Ingrid Haverkort, Annemieke vander Schaft, Cecile Swennenhuis, Judith Verschoor en Carolien Sino. www.opleidersvenv.nl