Twee recensies

  • 5 min.
  • Recensie
  • Recensies

Nurse Education Today: Volume 25, issue 5, Juli 2005 Where are the keynote debates in nurse education?

In de editorial van dit nummer vraagt Carol Haigh zich af ‘Waar zijn de keynote debates in het verpleegkundig onderwijs?’ Alle grote mijlpalen in de wetenschap worden bereikt door fundamentele discoursen en debatten, ideeën worden aan de orde gesteld en bediscussieerd, geanalyseerd en betwist met als uiteindelijk resultaat vooruitgang. Waar is dit fundamentele debat in het verpleegkundig onderwijs? Vroeger waren de eisen die aan een ‘verpleegster’ gesteld werden gebaseerd op persoonlijkheidskenmerken zoals een ‘goede vrouw, een liefdevolle vrouw en een moedige vrouw’ zijn. De moderne verpleegkundige is een zij of hij en claimt, onafhankelijkheid, assertiviteit en autonomie. Er is een grote zelfbewuste beroepsgroep ontstaan. Er zijn hogere opleidingen vaak gerelateerd aan universiteiten, die toch een grote debatcultuur kennen. Desondanks bestaat deze niet in de verpleging en het verpleegkundig onderwijs. In de vorm van enige hypotheses wordt een aantal suggesties gegeven en uitgewerkt waaraan dat zou kunnen liggen. Ik geef u alleen de hypothesen zodat u met uw collega in debat kunt gaan. Hypothese 1 Er is niets in het verpleegkundig onderwijs dat waard is om over te debatteren. Hypothese 2 Het debat wordt verstikt door de cultus van persoonlijkheden. Hypothese 3 De intellectuele vaardigheden om te debatteren bestaan niet in het verpleegkundig onderwijs. Hypothese 4 Er is geen wereldomvattend platform om te debatteren. Naar mijn idee stof om over na te denken voor ons onderwijs. Nursing student-patient relationship: Experiences of students and patients Uit Finland een bijdrage van Arja Suikkala e.a. Kwalitatieve data zijn verzameld via semigestructureerde interviews met 30 studenten en 30 patiënten. De resultaten zijn in te delen in 3 typen van relaties tussen studenten en patiënten: mechanische, gezagafdwingende en faciliterende relaties. Factoren die de relatie ondersteunen of belemmeren zijn verdeeld in studentgerelateerde factoren, patiëntgerelateerde factoren, de duur van het contact en de atmosfeer tijdens het contact. Al deze factoren beïnvloeden het type en de kwaliteit van de relatie. Docenten en stafverpleegkundigen kunnen de informatie gebruiken bij het begeleiden van studenten tijdens stages. Een lezenswaardig artikel over student-patientrelatie en de samenhang met leren en verplegen. Competence in nursing practice: A controversial concept - A focused review of literature David T .Cowan e.a geven een literatuuroverzicht m.b.t. het controversiële concept competenties in de verpleegkundige beroepspraktijk. Conclusie: een eenduidig begrip en operationalisering van dit begrip is nodig. Zodat competentiestandaarden en middelen gebruikt kunnen worden voor verder onderzoek. Marking criteria for assessing practicebased portfolios at masters’ level Een onderzoek door Melanie A. Jasper en John Fulton. Sinds een tiental jaren worden portfolio’s steeds meer gebruikt om te kijken of competenties bereikt zijn in verpleegkunde en ander gezondheidszorg beroepen. Het asssessment proces en de asssessmentcriteria zijn echter vaak rudimentair en onderontwikkeld. Het feitelijke assessment blijft vaak impressionistisch en afhankelijk van interpretaties. Dit artikel presenteert criteria voor portfolio-assessment op master niveau voor praktijkgerichte gezondheidszorgdisciplines. Voor iedereen die momenteel bezig is met het ontwikkelen van portfolio-assessments een must om te lezen. Veder in dit nummer een exploratieve studie over hoe persoonlijke begeleiders naar hun rol kijken bij de begeleiding van preregistration nursing students. Een artikel over doceren en leren over cultuur naar aanleiding van uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus-Socrates. Conclusie, internationalisering behoort een essentieel onderdeel te zijn van een modern curriculum voor verpleegkundigen. In Australië is de kennis onderzocht die verpleegkundigen hebben over voeding. De verpleegkundige heeft kennis nodig over voeding en voedingstoestand van een patiënt. Voedingsleer is dan ook opgenomen in vrijwel elk onderwijsprogramma voor verpleegkundigen. Ondanks dat verpleegkundigen redelijk scoren op een kennistest is de informatie en kennis niet altijd juist en toegespitst op de context. Gepleit wordt voor het ontwikkelen van vraaggerichte programma’s. Men adviseert tevens ook aandacht te besteden aan de kennis over voeding van andere beroepsgroepen in de gezondheidszorg.

Christine Crefcoeur Crijns docent Hogeschool Arnhem-Nijmegen


Onzichtbare zwaarte van zorg. Verpleegkundigen en verzorgenden aan het woord

Een uitgave van Elsevier Gezondheidszorg en NU’91
Auteur: Rob Bruntink i.s.m. Anja Cremers
ISBN: 90 352 2799 9
prijs: 14,95 euro
besteladres: www.elseviergezondheidszorg.nl of via telefoon: 0314-358358

‘Ik had de neiging de cliënt in zijn sop te laten gaarkoken en weer te vertrekken, maar ik bleef toch zitten. Verpleegkundigen en verzorgenden moeten wel vaker door een muur van wantrouwen heen om een werkbare relatie op te bouwen.’ Verpleegkundigen en verzorgenden zijn beroepsmatig verantwoordelijk voor de gezondheid en welzijn van zorgvragers. Zorgzwaarte dient als indicatie om de behandeling van de patiënt en de daarmee gepaard gaande kosten transparant te maken. Echter, het zichtbare is maar een deel van deze zorgzwaarte. Dit boek maakt de onzichtbare zorgzwaarte, gegeven door verpleegkundigen en verzorgenden, transparant. In Onzichtbare zwaarte van zorg komen twaalf verpleegkundigen en verzorgenden aan het woord over hun eigen werk. Ze zijn afkomstig uit verschillende werkvelden. In de ongeveer vijftig verhalen in deze bundel staan deze onzichtbare aspecten van zorgzwaarte centraal. Uit de verhalen wordt duidelijk hoe zwaar de verantwoordelijkheid voor de gezondheid en het welzijn van de zorgvrager weegt en welke emotionele en psychische belasting dit voor verpleegkundigen en verzorgenden betekent. Tevens wordt duidelijk dat onzichtbare zorgzwaarte zorgtijd vereist. Goede zorg is meer dan het uitvoeren van een handeling. De specifi eke verhalen in dit boek geven toegang tot het unieke van verplegen en verzorgen en de pracht die van dit vak uitgaat. Elk hoofdstuk sluit af met een kader waarin een aantal zorgaspecten uit de verhalen nog eens op een rij wordt gezet.

Dit boek zal bij verpleegkundigen en verzorgenden dan ook veel herkenning oproepen. Bijvoorbeeld: de intense relatie maakt dat verpleegkundigen en verzorgenden verantwoordelijkheid nemen in troosten bij verlies. Deze troost is gebaseerd op vakkennis. De verpleegkundige heeft geen keuze om wel of niet beroepsmatig te reageren op de hoop die ouders van een ziek kindje uitspreken. Dit geeft het verschil aan tussen het unieke van het vak verplegen en verzorgen en de zorg die alle andere hulpverleners geven. Alleen verpleegkundigen en verzorgenden hebben de beroepsmatige plicht om in het leven van de zorgvrager binnen te gaan. De kinderverpleegkundige zit acht uur achter elkaar bij een ernstig ziek kindje en de hoopvolle ouders. Het is haar of zijn taak om het eigen gevoel uit te schakelen, alles te doen om het kindje in leven te houden en de ouders vakkundig te begeleiden, ook als het kindje het niet redt. Deze intensiteit in relaties is het unieke van de beroepsgroep. Aandacht voor deze zaken maken het boekje zo aantrekkelijk en lezenswaardig. Voor werkgevers, zorgmanagers zorgvragers en overheid is het boek een prikkel om na te denken over hoe deze onzichtbare zorgzwaarte transparant gemaakt kan worden in onder andere zorgbehandelcombinaties en functiewaarderingssystemen.

Jan Mistrate Haarhuis