EEN ONTDEKKINGSREIS ZONDER BLAUWDRUK

Praktische wijsheid leidraad bij Experimenteerhuis

  • 13 min.
  • Best practices

‘Tachtig procent van de projecten in de zorg mislukt’, meent Patrick Landsman, directeur van Mobile Care. Toch deed hij mee aan het Experimenteerhuis zorgtechnologie Zoetermeer. Een project waarin studenten van mboRijnland zorgmedewerkers en mantelzorgers informeren over zorgtechnologie. Dit project slaagt wel. ‘Omdat we niet vanuit een blauwdruk werken,’ aldus Landsman. Vierstroom thuiszorg, mboRijnland en Mobile Care zijn samen op ontdekkingstocht gegaan. ‘We geven elkaar de ruimte om niet altijd precies te weten wat het einddoel is. Zoekend leren we. Met en van elkaar. En zo bereiken we meer dan we vooraf hadden gedacht. Deze werkwijze kopieer ik met andere zorginstellingen.’

Tweede kans voor een mislukking

Het Experimenteerhuis Zorgtechnologie is een tot duurzaam woonhuis omgebouwde zeecontainer op het terrein van de Dutch Innovation Factory. Twee jaar geleden was het nog een bouwval, omringd door brandnetels en onkruid. Op het dak lagen kapotte zonnepanelen en roestige en lekkende waterleidingen. Het waren de treurige herinneringen aan een tamelijk roemloos gesneuveld duurzaamheidsproject.
Dankzij de Coalitie Slimmer Thuis kreeg de container een tweede leven. De coalitie is een samenwerkingsverband tussen Bureau Vijftig, het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn & Zorg, de Haagse Hogeschool, Jong Senioren Zoetermeer, Vierstroom en de gemeente. Samen met bewoners onderzoeken deze organisaties hoe mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen en op welke wijze zij de eigen regie over hun leven kunnen houden. In Zoetermeer wonen relatief veel ouderen. Daardoor neemt het aantal zorgvragen toe. De zorg kampt echter met financiële beperkingen en een tekort aan personeel. Het is daarom belangrijk om zorgvragen te voorkomen en bewoners in staat te stellen om zoveel mogelijk zelf of met hulp van hun sociale netwerk hun eigen leven te organiseren. Slimme voorzieningen en technologie kunnen daarbij ondersteunen. De coalitie Slimmer Thuis zet projecten op die daarop inspelen. Dat past in het idee van Zoetermeer om één groot living lab te zijn, een stad als levensechte experimenteerruimte.
Tijdens een overleg van de coalitie herinnerde iemand zich twee jaar geleden het bestaan van de zeecontainer. Wellicht was dat een ruimte om jongsenioren te informeren over de waarde van zorgtechnologie? De container zou misschien verplaatst kunnen worden naar de wijken.
Zo zou het een mooie plek kunnen zijn voor projecten met studenten, een startpunt voor activiteiten en een ontmoetingsplek voor oudere bewoners en mantelzorgers. Alle partijen vonden het een mooi idee. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn en Zorg stelde een projectleider aan, maar waar te beginnen? Bij veel projecten maken de deelnemende partijen een projectplan, met strakke doelstellingen en helder geformuleerde resultaten. Daarna beschrijven ze in een plan van aanpak iedere stap die ze nemen om het gewenste eindpunt te bereiken. Een blauwdruk dus, een werkwijze die volgens Patrick Landsman niet goed werkt in de zorg (zie kader 1).

Een zoektocht

Bij de ontwikkeling van het Experimenteerhuis verliep het proces anders. Meer organisch. Soms ad hoc. Maar vooral onderzoekend. mboRijnland, Vierstroom thuiszorg, de Haagse Hogeschool, Mobile Care en Jong Senioren Zoetermeer begonnen een gezamenlijke zoektocht naar de manier waarop het mobiele huis het beste ingezet kon worden. Daarin was veel ruimte voor onzekerheid, voor niet-weten en leren van elkaar. De uitgangspunten veranderden, net zoals de doelstellingen, functies en planning van het project. Volgens alle partijen is juist die gezamenlijke zoektocht de kracht van het project. ‘We versterken elkaar, juist door de processen van de eigen organisatie los te laten’, aldus Landsman. ‘Voortdurend stemmen we onze verschillende talen en belangen op elkaar af. Dat geeft een gevoel van gemeenschappelijk eigenaarschap.’ Docent Nellie Klaassen: ‘We geven elkaar de ruimte om te experimenteren en te zoeken naar de beste manier van werken.’ (zie kader 2)

Mbo-studenten passen onderzoek aan

De zoektocht begon met onderzoek. De deelnemende partijen wilden eerst weten hoe je zorgmedewerkers en mantelzorgers het beste kunt informeren over zorgtechnologie. Waar moet je rekening mee houden? Hoe motiveer je ouderen om na te denken over de mogelijke waarde van zorgtechnologie in hun leven? Studenten van de Haagse Hogeschool en mboRijnland deden er onderzoek naar. Dat zou gebeuren aan de hand van de methodiek van Design Thinking, een werkwijze die in het lectoraat Technology for Health van de Haagse Hogeschool richtinggevend was. De hbo-studenten gingen er enthousiast mee aan de slag. Voor de mbo-studenten bleek deze methodiek echter niet te werken, vertelt begeleidend docent Anne Naus. ‘Voor hen was het model te theoretisch en te abstract’. Naus probeerde de door de hogeschool opgestelde vragenlijsten te vertalen naar de denkwijze van mbo’ers. Als beginnend docent lukte het haar niet, erkent ze. ‘Het was echt pittig’.
Naus zocht contact met de practor van het CIV Welzijn en Zorg. Die adviseerde haar om te werken vanuit de principes van actieonderzoek en studenten mede-onderzoeker te maken van wat werkt en niet werkt.
Die aanpak sloeg aan. Het waren uiteindelijk de mbo-studenten die de oplossing vonden, vertelt Naus. ‘Juffrouw, die vragen van het hbo, die werken toch helemaal niet? Die zijn te moeilijk voor ons en oudere mensen. Mijn oma zou er echt niets mee kunnen.’ De studenten formuleerden andere vragen, concreter, praktischer, eenvoudiger. Vervolgens begon de lockdown in verband met COVID-19. Zomaar mensen interviewen bleek opeens lastig. Maar opnieuw waren het de studenten die een uitweg vonden.
Ze mobiliseerden alle oudere mensen in hun netwerk: de cliënten en collega’s op hun stage, familieleden. Met meer dan tweehonderd interviews leverden dat uiteindelijk een schat aan informatie op. Naus noemt dit een mooi voorbeeld van praktische wijsheid. ‘Daar zit de kracht van mbo’ers. Zij kunnen heel goed nadenken over de beroepspraktijk. Ze vinden vaak praktische oplossingen voor soms ingewikkelde knelpunten. Oplossingen waar je meteen iets mee kunt. Als docent moet je die wijsheid de ruimte geven en je eigen kennis en ervaring durven los te laten. Studenten weten soms meer dan we ons realiseren.’ (zie kader 3)

Studenten trainen zorgmedewerkers

Vierstroom Zorg Thuis was geïnteresseerd in de uitkomsten van het onderzoek. Deze organisatie is gestart met de virtuele thuiszorg. Hierin gebruiken medewerkers in de thuiszorg innovatieve technologische hulpmiddelen in het zorgproces. Rik Rispens, verpleegkundige bij Vierstroom Zorg Thuis en betrokken bij de implementatie van e-health in de thuiszorg, constateert dat niet alle medewerkers even enthousiast zijn over deze veranderende werkwijze. ‘Sommige oudere collega’s hebben niets met technologie. Die zien dat als een bedreiging voor hun werk.’ (zie kader 4)

Vierstroom Zorg Thuis vroeg mboRijnland of de studenten een rol konden vervullen bij het motiveren van hun medewerkers om de zorgtechnologie daadwerkelijk te gebruiken. Het was een onverwachte vraag. De studenten van Naus waren inmiddels met een ander project gestart. De projectleider nam daarom contact op met de opleiding Maatschappelijke Zorg van mboRijnland. Docent Klaassen ging enthousiast in op de vraag van Vierstroom Zorg Thuis en paste het onderwijs aan. Haar klas bestudeerde de uitkomsten van het onderzoek van de studenten van Naus. Ze kwamen te weten wat mensen belangrijk vonden bij het krijgen van informatie over zorgtechnologie. Maar hoe kon je daar dan in je voorlichting rekening mee houden? Ze deden onder begeleiding van Nellie Klaassen vervolgonderzoek naar effectieve voorlichtingstechnieken. Ze formuleerden zelf de vraagstelling en bijbehorende onderzoeksvragen. Voor Klaassen was dit een nieuwe manier van werken. ‘Normaal gesproken ben ik de studenten altijd vijf stappen voor. Ik bepaal wat ze moeten leren, op welke wijze en wat daar het belang van is. Nu was ik coach van de studenten. Dat betekende dat ik soms op mijn handen moest zitten. De studenten hadden het initiatief. Ja, soms leek het alsof ze niets deden. Dat ze maar wat lummelden. Maar in hun hoofden gebeurde wel degelijk veel. Dan kwamen de studenten de volgende les met een hele goede ingeving. Hun werkwijze was zeker niet altijd de mijne. Ik zou zaken soms heel anders hebben aangepakt, maar ik vertrouwde op de inzichten van de studenten, op hun leerproces. Daardoor zijn heel veel mooie zaken ontstaan.’ Student Timo is enthousiast over deze gezamenlijke zoektocht. ‘Het was niet alleen voor ons een leerproces, maar net zo goed voor de docent. Die is hier ook om te leren. Het hoeft allemaal niet meteen perfect te zijn.’
De studenten van Klaassen brachten de uitkomsten van hun onderzoek meteen in de praktijk. Ze gingen de medewerkers van Vierstroom in het Experimenteerhuis instructie geven over het gebruik van zorgtechnologie in de thuiszorg. Bijvoorbeeld over beeldbellen via televisie, de digitale bloeddrukmeter en het zorgnetwerk Nettie, waarop zorgverleners en mantelzorgers vierentwintig uur per dag op de hoogte kunnen blijven van de gezondheidssituatie van de cliënt en zijn naaste. Ook gaven ze informatie over hulpmiddelen waarmee zorgverleners en mantelzorgers cliënten kunnen helpen overzicht over hun dag te houden. Denk hierbij aan Tessa (de digitale bloempot), robot Maatje en de routines van Google Home. Verder gaven ze voorlichting over hulpmiddelen die bewegingspatronen, locatie en basale lichaamsfuncties meten, zoals hartslag en bloeddruk. Zo waren het Vivago horloge, de Life Watch en Sensara sensoren aanwezig. Deze hulpmiddelen worden daadwerkelijk in de thuiszorg gebruikt. De gemeente Zoetermeer toverde de bouwval om tot een sfeervol ingerichte huiskamer. Mobile Care plaatste zorgtechnologie die daadwerkelijk in de virtuele thuiszorg gebruikt werd. En Veilig Thuis stelde zorgassistent Tessa kosteloos ter beschikking. De studenten gaven de medewerkers van Vierstroom niet alleen voorlichting over zorgtechnologie. Ze bespraken ook dieperliggende vragen. Op welke wijze kan de zorgtechnologie de gezondheid en het welzijn van de cliënt bevorderen? Hoe kan technologie het werken efficiënter maken? Studenten die zorgmedewerkers trainen. Het lijkt de omgekeerde wereld. Maar het werkte, nog beter dan verwacht zelfs. De mbo-studenten creëerden een sfeer waarin de zorgmedewerkers zich vrij voelden om te vertellen waar ze in hun werk tegenaan liepen.

Positiever over zorgtechnologie

Alle partners zijn positief over het project. Landsman merkt dat studenten de weerstand van thuiszorgmedewerkers tegen zorgtechnologie hebben weggenomen. ‘Veel medewerkers waren vooraf sceptisch over het bezoek aan het experimenteerhuis en de waarde van zorgtechnologie.
Maar na het bezoek kwamen ze enthousiast terug op hun werk. Ze vonden het leuk, gezellig en leerzaam. Ze spreken veel positiever over zorgtechnologie. Dat heeft voor een deel te maken met de huiselijke sfeer van het Experimenteerhuis. Bovendien is het voor medewerkers prettig dat ze tijdens het bezoek allerlei zorgtechnologie kunnen uitproberen. Ik denk ook dat de communicatiestijl van studenten bijdraagt aan het positieve gevoel. Ze spreken dezelfde taal als de medewerkers, zonder jargon, gericht op de praktijk. Ze zijn niet dwingend of directief.
Bovendien zijn ze nog in opleiding, nog net zo zoekend als onze medewerkers. Daardoor zijn ze niet bedreigend.’
Rispens vertelt dat het Experimenteerhuis zelfs een ‘vliegwieleffect’ heeft. ‘De medewerkers vertellen elkaar enthousiaste verhalen. Ik zie dat ze met elkaar in gesprek gaan over de wijze waarop zorgtechnologie bij kan dragen aan een beter zorgproces. Aan meer efficiency in het werk. Hun blik is echt verruimd. Een enorme winst voor onze organisatie.’

Zelfvertrouwen bij studenten

Ook bij de studenten is er veel gebeurd, vertelt Naus. ‘Ze waren zo trots op hun werk, zeker toen ze hoorden dat het Experimenteerhuis daadwerkelijk was geopend. Is het echt zo, juffrouw? Dus wij hebben aan de basis van het project gestaan? Je had hun gezichten moeten zien! Dat gevoel van trots gun ik iedere student. Tijdens het onderzoeksproces heb ik vaak gedacht: dit doe ik nooit meer. De worsteling, de tijd die erin ging zitten, de onduidelijkheden. Gelukkig had ik veel steun aan het practoraat. Nu zou ik een dergelijk project ieder jaar willen doen. Die trots bij studenten, de kennis en ervaring die ze opdoen, alles wat ik zelf leer, de zoektocht met anderen, dat alles maakt dit soort projecten tot een geweldige leerervaring.’
Bovendien kan ze studenten nu beter voorbereiden op de examens. ‘Zeker als het gaat om het onderdeel Onderzoek doen. Dan zeg ik tegen de studenten: weet je nog, dat project voor het Experimenteerhuis? Echt, ik zie hun ogen oplichten. Ja, dat weten ze zeker nog.’

Verhalen delen

Natuurlijk gingen er ook zaken mis. Dat hoort bij een zoekproces. Soms waren de verwachtingen onduidelijk. Het formele eigenaarschap van het Experimenteerhuis was niet goed geregeld.
Het ontbreken van een business case gaf in het begin weliswaar ruimte, maar blijkt in de huidige fase een knelpunt. Hier wordt nu hard aan gewerkt, met name om de duurzaamheid van het project te waarborgen. Verder is de communicatie over het project en het Experimenteerhuis te beperkt gebleven, vinden de deelnemende partijen. Echt een verbeterpunt, vindt Landsman. ‘Deel de kennis die we opdoen. De impact van dit project is groot. Het gaat niet alleen over betere zorg. De activiteiten zorgen er ook voor dat mensen langer in de zorg blijven werken. Dat studenten beter voorbereid worden op hun toekomstige werk. Dat de zorg betaalbaar blijft. Die verhalen moeten we delen.’

Uitbreiding plannen

Het spreekuur over zorgtechnologie is inmiddels uitgebreid. Er komen nu ook thuiszorgmedewerkers van andere organisaties, studenten, inwoners van de stad. Het Experimenteerhuis gaat een rol spelen bij de preventieve zorg in Zoetermeer en medische monitoring op afstand. Studenten Maatschappelijke zorg en Mediavormgeving van mboRijnland maken eenvoudig te begrijpen instructiefilmpjes over de zorgtechnologie. Het bedrijf Wattco plaatst nieuwe zonnepanelen op het dak zodat de container duurzaam wordt. Uiteindelijk zal het Experimenteerhuis naar de wijken in de stad verhuizen, dichter bij de inwoners. Een blauwdruk voor al die plannen is er opnieuw niet. Ook die activiteiten zullen organisch tot stand komen. Dat is immers de kracht in de samenwerking tussen alle deelnemende partijen. Naus: ‘We moeten niet te krampachtig zijn. Laten we genieten van wat er gebeurt, bij onszelf, bij de studenten. We moeten leren loslaten.’ En out-of-the-box denken, vult Klaassen aan.


Kader 1: Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn en Zorg

Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn en Zorg is een samenwerkingsverband van bijna veertig instellingen in het onderwijs, de zorgen welzijnssector en diverse gemeenten in het midden van Zuid-Holland. Samen zoeken zij naar vernieuwende vormen van werken en opleiden om goed in te kunnen spelen op de veranderingen in het welzijnswerk en de gezondheidszorg.


Kader 2: Belangrijke rol practoraat

Bij het project Experimenteerhuis Zoetermeer speelt het practoraat van het CIV Welzijn en Zorg een belangrijke rol. Het practoraat biedt als het ware een tussenruimte. Met participatief actieonderzoek wordt onderzocht wat je kunt leren van successen en mislukkingen. Het practoraat focust zich daarbij op de praktische wijsheid van mbo’ers. Mbo’ers zoeken altijd naar wat werkt, helpt en zinvol is in de praktijk. Als geen ander kunnen ze theorie naar de praktijk vertalen. Ze spelen daardoor een belangrijke rol bij het vinden van duurzame oplossingen die passen bij ontwikkelingen in de gezondheidszorg en het welzijnswerk.


Kader 3: Participatief actieonderzoek

Participatief actieonderzoek is een benadering van onderzoek die zowel gericht is op verandering van praktijken als op het ontwikkelen van kennis omtrent die verandering. Het is nooit een activiteit van één onderzoeker, het is onderzoek dat door of samen met de belanghebbende groep wordt uitgevoerd. Het gaat om de ontwikkeling van kennis die het handelen in of met de praktijk onderbouwt of versterkt.
Tips voor het doen van actieonderzoek: betrek belanghebbenden al in een vroeg stadium. Zo zorg je dat het precies aansluit bij hun praktijk en bij hun kennis en taalgebruik. Kennis ontstaat gedurende het proces. Dat vraagt van een onderzoeker om zich op te stellen als reisleider, die de ruimte houdt om de route aan te passen in afstemming met alle betrokkenen.


Kader 4: Virtuele thuiszorg

In de virtuele thuiszorg zetten Vierstroom Zorg Thuis en Mobile Care innovatieve technologische hulpmiddelen in de wijkverpleging in. Hiermee willen ze de kwaliteit van leven en de zelfstandigheid van cliënten vergroten. Ook moet het bijdragen aan een meer efficiënt zorgproces.