Lezers reageren

‘De term active aging zal als strijdlied voor de komende 25 jaar moeten gelden’

  • 7 min.
  • Opinie

De reacties die we ontvingen op de stelling: ‘Als hogescholen de ouderenzorg serieus nemen, schaffen zij onmiddellijk de numerus fixus af’, waren duidelijk: dit is niet de weg. Er is actie nodig op alle fronten - onderwijs, zorgorganisaties en politiek - om goede professionals te krijgen voor de ouderenzorg.

Samenwerking hogescholen en ouderenzorgorganisaties

‘Hierom de numerus fixus bij de hbo-v afschaffen zou het domste zijn wat ik in tijden gehoord heb. Om goed opgeleide zorgprofessionals op te leiden in het boeiende en complexe werkveld van de ouderenzorg zullen wij (hogescholen en ouderenzorgorganisaties samen!) eerst moeten zorgen voor uitdagende stageplaatsen. Al een aantal jaren zijn onder andere ZIC’s (zorginnovatiecentra) hiervan goede voorbeelden. Maar helaas hoor en merk ik nog te veel dat een stage in de ouderenzorg vooral beschouwd wordt als ADL-stage. Om dat te veranderen, moeten wij als hogescholen meer de praktijk in.
De docent moet daar aanwezig zijn waar het praktijkleren geschiedt, namelijk in de (ouderenzorg-)organisaties zelf. Zo ben ik sinds vorig studiejaar elke week in een verpleeghuislocatie in Amersfoort e.o. om samen met derdejaarstudenten en hun werkbegeleiders hun stage uitdagend te maken. Overigens een initiatief van de ouderenzorgorganisatie zelf. Als docenten behoren we te beseffen hoe complex de zorg in de ouderenzorg wel is. Complexiteit van zorg is meer dan bijzondere verpleegtechnische vaardigheden, maar dat zullen we duidelijker aan moeten geven. Zie hiervoor ook het rondetafelgesprek in OenG 2 van dit jaar. Binnen de HU komt de ouderenzorg in het vernieuwde curriculum op weg naar 2020 terug in verschillende blokken in alle jaren. Het lijkt simpel, maar ook dat is een manier om te laten zien dat ouderenzorg meer is dan alleen ADL.

Pas als wij (en dat zijn nogmaals onderwijs en zorg gezamenlijk) genoeg van die kwalitatief uitdagende stageplaatsen voor elkaar hebben, zal het lukken om goed opgeleide zorgprofessionals te krijgen en te laten werken in de ouderenzorg. En is de tijd pas rijp om landelijk zonder numerus fixus op te leiden.’
Ben Princen, sociaal gerontoloog en docent verpleegkunde aan de HU.

Beeldvorming

‘Als het zo zou zijn dat er een directe relatie is tussen hbo-v-studenten die interesse tonen gedurende hun studie in de grotere zorgvraag door dubbele vergrijzing, de toename van chronische aandoeningen, de toename van alleenstaande en kinderloze ouderen, dan pleit ik voor het opheffen van de numerus fixus op de hogescholen.
Zolang het de hogescholen, de politiek, de gemeenten, de ouderenbonden, de middelbare scholen en de populaire televisiezenders onder jongeren niet lukt om het beeld van ouderen nu, het toekomstbeeld van hun ouderen en misschien zichzelf goed in beeld te brengen, zal het aantal studenten dat binnen hun opleiding kiest voor deze groeiende doelgroep niet stijgen. Daarnaast zullen hogescholen de doelgroep ouderen in al zijn variaties en problemen als topprioriteit moeten aanwijzen en onderwijsprogramma’s, lectoraten, onderzoeksprogramma’s moeten afstellen op deze doelgroep. De term active aging zal door de hogescholen moeten gonzen en binnen alle “varianten” van de hbo-v als strijdlied voor de komende 25 jaar moeten gelden.’ 
Rob Schuurman, docent HAN, Instituut Verpleegkundige Studies.

Kwaliteit boven kwantiteit

‘Ik vraag me af of het opheffen van de numerus fixus de juiste reflex is om het gewenste doel te bereiken. Het schort namelijk aan kwalitatief geschikte stageplaatsen en volgens mij moet je de oplossing niet zoeken in de kwantiteit, maar in de kwaliteit. Het lijkt me eerder relevant om het werkveld te verleiden tot het verlenen van meer uitdagende stageplaatsen (op niveau) gericht op de gerontologische/ geriatrische praktijk, waarbij rolmodellen beschikbaar zijn waaraan studenten zich kunnen spiegelen. Daarnaast zal de inhoud van het curriculum meer toegespitst moeten worden op de gevolgen van de vergrijzing in samenhang met zowel maatschappelijke veranderingen en populatiekenmerken alsook de gewijzigde visie op (de eigen verantwoordelijkheid voor) gezondheid en de betekenis daarvan voor de uitvoering en organisatie van de gezondheidszorg. Kortom: investeer eerst in kwaliteit en beroepsontwikkeling in plaats van in kwantiteit.’
Leo Stunnenberg, arts en ontwikkelaar Minor Geriatrie en Gerontologie.

Hogescholen moeten in actie komen

‘Het gaat bij deze stelling om het eerste deel van de zin: ‘Als hogescholen de ouderzorg serieus nemen’ en niet om het tweede deel van de zin: ‘schaffen zij onmiddellijk de numerus fixus af’.
Het gaat namelijk niet om kwantiteit, maar om kwaliteit. De ouderenzorg is als branche om te werken niet “sexy” onder studenten verpleegkunde. Niet in het hbo en niet in het mbo. Afschaffen van de numerus fixus zal daar niet aan bijdragen; het gaat niet om meer hbo-v-studenten.
Hogescholen zet je in om die ouderenzorg positief op de kaart te zetten. En ja, er zijn zeker mooie initiatieven, zoals het ontwikkelen van de online virtual reality games; “Daar zit meer achter” en “Serious soaps”. Dit zijn echter landelijke projecten. Wat doen de hogescholen zelf? Hoe nemen zij de ouderenzorg serieus? Ik denk dat daar het gesprek over moet gaan.’
Astrid Schat, onderwijsontwikkelaar Utrechtse Zorgacademie MBO Utrecht.

Duidelijkheid in functies en beroepen

‘Met de stelling ben ik het oneens, zeker wat betreft de relatie tussen numerus fixus en een grotere zorgvraag in de ouderenzorg. Als hogescholen ouderenzorg niet serieus nemen dan missen ze elk besef van realiteit. De huidige onduidelijkheid in de beroepenstructuur maakt dat tal van functionarissen in de ouderenzorg gelijke taken uitvoeren.
Deze wirwar aan functies wordt veroorzaakt door gebrek aan samenwerking en daadkracht om echte keuzes te maken. Mijn oproep is dan ook:

  • Maak werk van functiedifferentiatie in samenwerking met het werkveld (incluis 1e lijn) en duidelijk onderscheid in horizontale- en verticale differentiatie. 
  • (Her-) Investeer samen in mbo-verzorgenden niveau 3. Hbo’ers kunnen verzorgenden ondersteunen bij zeer complexe zorgvragen. Ziekenverzorgenden (erkend sinds 1963) en verzorgenden IG (1993) hebben hun plaats binnen deze zorgcategorie sinds jaar en dag bewezen. 
  • Beperk het aanbod aan specialisaties en maak een keuze: VGG, indiceren van zorg, casemanagement dementie enkel voor Bachelor of Nursing.

Hbo-opgeleiden zijn absoluut nodig in de ouderenzorg! Het project Verpleegkundige Gerontologie & Geriatrie (VGG) geïnitieerd door ActiZ & HBO-raad heeft laten zien dat deze beroepskracht een meerwaarde heeft in de ouderenzorg (Gloudemans 2009; Gobbens, 2014). Uit onderzoek van Gobbens (2014) blijken de bestuurders nog terughoudend bij het aannemen van VGG. Laten we elkaar nu eens écht opzoeken en écht samenwerken met mbo- en hbo-instellingen onder leiding van professoren zoals Jan Hamers en Marieke Schuurmans. Zichtbaar maken waar samenwerken in de ouderenzorg, in harmonie, goed gaat. Tal van goede voorbeelden zijn er en deze kunnen er mede zorg voor dragen dat het werk in de ouderenzorg GEWELDIG is en BLIJFT.’’
Henk van den Biggelaar, senior docent Zuyd Hogeschool

Een andere benadering

‘Vooraf: deze stelling gaat uit van een “ouderwets” hedendaags zorgconcept, dat geen rekening houdt met toekomstige (technologische) ontwikkelingen. Het zou wel eens kunnen zijn dat er minder hbo-verpleegkundigen nodig zijn, omdat veel professionele zorg verschuift naar welzijn en naar de patiënt zelf. De firma Apple gaat er vol voor, nu de wereld verzadigd is met iPhones.
Ik zou mede daarom de numerus fixus zeker niet onmiddellijk helemaal afschaffen, omdat je dan als opleiding de greep verliest op het aantal aanmeldingen. Een voorwaarde om de opleiding te kunnen volgen, is immers 2300 praktijkuren, die de instellingen uit de regionale omgeving zullen moeten leveren. Wanneer er te weinig stageplaatsen voorhanden zijn, levert dit onvrede en rechtszaken op wegens studievertraging, zoals bij de opleiding BMH. Hun claim is toegekend, dus ook de rechter is van mening dat de opleiding verantwoordelijk is voor stageplaatsen. Daarom moet iedere opleiding eerst met haar regionale partners in de slag om een garantie op meer stageplaatsen te verkrijgen ten behoeve van een gelimiteerde verhoging van de numerus fixus; met een krimpend aantal bedden in de agz en ggz zal dat nog niet meevallen. Bovendien kunnen opleidingen nog beter inzetten op een gedegen toelatingsprocedure, zodat meer studenten dan de huidige 60% hun opleiding succesvol kunnen afronden. En vervolgens kunnen de opleidingen meer inzetten op deeltijdstudenten, die wat ouder zijn en meer gemotiveerd voor de ouderenzorg.’
Marian Adriaansen, lector Innovatie in de Care

Helderheid over positie/functie

‘Opheffen van de numerus fixus is niet de oplossing. Wel een nauwe samenwerking tussen zorgorganisaties en opleidingen. Door het creëren van uitdagende stageplekken in de ouderenzorg kunnen studenten ervaren dat de ouderenzorg een hele mooie werkplek kan zijn. Door Transvorm en hogescholen Fontys en Avans is met succes een project opgezet waarbij mbov’ers geschoold worden om hogerejaars hbov-stagiaires te begeleiden. Dit om het probleem van het tekort aan hbo-opgeleide stagebegeleiders te doorbreken. Zorgorganisaties moeten ook werk maken van het duidelijk positioneren van de hbo-verpleegkundigen in hun organisatie. Zorg dat bij vacatures helder is dat er sprake is van een functie op hbo-niveau, bijvoorbeeld door het combineren van patiëntenzorg met afdelingsoverstijgende kwaliteitszorg.
Dianne van den Berg, docent Avans Hogeschool en bestuurslid V&VN opleiders.


REAGEER!

DE STELLING VOOR DE VOLGENDE OenG:

‘Iedere mbo- en hbo-student moet binnen het reguliere programma een stage in het buitenland lopen.’

Zorgverleners hebben in alle settingen te maken met een toename van het aantal mensen met een andere culturele achtergrond. Niet alleen door de instroom van vluchtelingen en asielzoekers, maar ook door de zorgvraag van ouder wordende allochtonen die al lang in Nederland wonen. Opleidingen zijn zich daarvan zeer bewust en besteden in het curriculum aandacht aan andere culturen. Maar is dat voldoende?

Stuur uw bijdrage van maximaal 250 woorden uiterlijk 31 oktober naar redactie@onderwijsengezondheidszorg.nl. De redactie houdt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren.