Henk Ritzen-prijs 2021

Vijf nominaties voor het beste artikel

  • 6 min.
  • Prijs

De Henk Ritzen–prijs 2021 is de bekroning van het beste artikel dat in 2021 in OenG is gepubliceerd. De voormalige hoofdredacteur heeft vijf artikelen genomineerd, waaruit de jury één artikel kiest als beste OenG-artikel van 2021. De prijs bestaat uit een trofee (wisselbeker), een oorkonde en een jaarabonnement.

45e jaargang OenG: 9e lustrum

Afgelopen jaar was een jaar met veranderingen, nieuwe redactieleden, nieuwe vormgevers, veranderende focus in alle rubrieken. Terecht stelt uitgeverij BPM Medica dat je de zorg niet in je eentje kunt verbeteren. Daar heb je auteurs voor nodig die met hun manuscripten een bijdrage leveren aan de kennisontwikkeling van het OenG-platform. Uit alle goede bijdragen zijn vijf auteurteams genomineerd voor de Henk Ritzen-prijs 2021.

Samenstelling jury 2021

De jury bestaat uit Henk Ritzen (voorzitter) en de leden dr. Marieke Fix, dr. Gert van Veldhuizen en dr. Remco Ebben. Marieke Fix is Practor Gezondheid, Sport & Bewegen & onderwijsontwikkelaar bij Landstede MBO. Als practor levert zij binnen Landstede een bijdrage aan de kennis- en vaardigheidsontwikkeling op het gebied van preventie en gezonde leefstijl van mbo-studenten. Bert van Veldhuizen was hoofddocent van de master Pedagogiek. Momenteel is hij docent en gastspreker, gespecialiseerd in onderwijsvraagstukken beroepsonderwijs, expert op het gebied van professionalisering en begeleider van wetenschappelijk (afstudeer)onderzoek. Hij is redactielid van het Tijdschrift voor Lerarenopleiders. Remco Ebben is opgeleid als verpleegkundige en verplegingswetenschapper, werkzaam als associate lector Acute Intensieve Zorg en lid van de Ethische Commissie Onderzoek van de Hogeschool Arnhem/Nijmegen. Hij is peer reviewer van wetenschappelijke tijdschriften en lid van the European Academy of Nursing Science.

Groslijst 2021

De juryvoorzitter heeft alle artikelen van 2021 bestudeerd. Negen artikelen zijn vervolgens op de groslijst geplaatst. Uit de groslijst zijn vijf artikelen voor nominatie geselecteerd en ter verificatie voorgelegd aan de hoofdredacteur. Volgens de spelregels zijn artikelen van redactieleden, columns, recensies en artikelen die eerder in wetenschappelijke journals, of onderzoeksrapporten zijn gepubliceerd uitgesloten van nominatie. De groslijst is op te vragen bij de OenG-redactie.

Genomineerde artikelen 2021

De volgende vijf nominaties worden in volgorde van publicatie toegelicht:

1. Samen opleiden, leren en verbeteren in de Amsterdamse verpleeghuiszorg, door Petra Boersma, Suzanne van der Geest en Robbert Gobbens.

Gepubliceerd in de rubriek Best Practices, nummer 1.

De auteurs Petra Boersma en Robbert Gobbens zijn verbonden aan Hogeschool Inholland en Suzanne van der Geest is adviseur zorginnovatie Kennisland. De zorgkwaliteit van verpleeghuizen wordt beter als alle medewerkers hieraan willen meewerken. Kwaliteit moet je doen! Zorgprofessionals moeten over voldoende bekwaamheden beschikken om de zorgkwaliteit te verbeteren. Om de kwaliteit samen te verbeteren is een lerend netwerk opgezet met leerlabs, aangeduid als een hybride leeromgeving. De auteurs beschrijven de opbouw van het lerend netwerk, en de leerprocessen die binnen de leerlabs hebben plaatsgevonden. De auteurs zijn erin geslaagd om de effectiviteit van de hybride leerwerkpraktijken weer te geven. Studenten en professionals ontwikkelden in de labs het vermogen om zich aan te passen aan steeds veranderende en complexe zorg voor ouderen.

2. Goede palliatieve zorg begint bij onderwijsoptimalisatie, door Ingrid van Zuilekom en Myrna Pelgrum-Keurhorst.

Gepubliceerd in de rubriek Best Practices, nummer 2.

Beide auteurs zijn verbonden aan Hogeschool Saxion te Enschede. Zorgprofessionals hebben volgens de auteurs ‘handelingsverlegenheid’ of ‘benoemingsverlegenheid’ waardoor zij moeilijk palliatieve zorg met zorgvragers en hun naasten bespreekbaar maken. Ook landelijk ontbreekt het aan regie op het gebied van competentieontwikkeling van zorgverleners om palliatieve zorg te verlenen. In dit artikel laten de auteurs zien welke invloed het onderwijs over palliatieve zorg op de expertise-ontwikkeling van zorgverleners heeft. Hiervoor werd het Onderwijsraamwerk Palliatieve Zorg 2.0 doorontwikkeld voor alle zorgprofessionals van niveau 2 tot en met 8. Competenties werden per kwalificatieniveau geclusterd in handelingsniveaus. Het clusteren is een ingewikkeld proces. Daarna zochten de auteurs binnen de onderwijsprogramma’s naar onderwijskundig-organisatorische aanknopingspunten van palliatieve zorg. Zij beschreven de volgende aanknopingspunten: interprofessionele zorg (belangrijk voor de overdracht van palliatieve zorg binnen niveaus 2 tot en met 8); aanpalende opleidingen (Voeding & Diëtetiek, verpleegkundig vervolgonderwijs, geestelijke verzorging en assistenten in de gezondheidszorg) bij het onderwijsprogramma betrekken; het borgen van toetsing en beoordeling in de zorginstelling; zorg dragen voor professionalisering van docenten; en ten slotte zorgen dat docenten enthousiast zijn, belangrijk om alle betrokkenen over de streep te trekken.

3. Ervaringsleren voor zorgprofessionals en studenten, door Arjella van Scheppingen, Désirée Bierlaagh, Lenny Vleugel en Christian Wallner.

Gepubliceerd in de rubriek Onderzoek Actueel Uitgelicht, nummer 4.

De eerste auteur is zelfstandig onderzoeker, de andere auteurs werken respectievelijk bij mboRijnland, Marente en Hogeschool Leiden. Volgens de auteurs vraagt de veranderende ouderenzorg om een leven lang leren en ontwikkelen. Zij organiseerden in twee zorginstellingen een zogenaamd ‘ervaringsgericht leerevent’. 65 zorgverleners en 58 mbo-studenten namen aan het leerevent deel. De deelnemers leerden van hun ervaringen, konden hierop reflecteren, en pasten de ervaringen in hun werk toe. Het leerevent was gebaseerd op de leercyclus act-reflect-transfer-do. Dataverzameling vond plaats met behulp van het invullen van een vragenlijst. De mbo-studenten waren minder tevreden over het leerevent dan de professionele zorgverleners. Waarschijnlijk konden de professionele zorgverleners hun ervaringen meteen in de zorgpraktijk toepassen. Terwijl de studenten de directe toepassing in de zorgpraktijk misten. Desondanks is deze vorm van ervaringsleren betekenisvol en geschikt voor zorgprofessionals en studenten. Ervarend leren had een positief effect om veranderingen in de ouderenzorg door te voeren.

4. Inzet carrousel als training voor voorbehouden handelingen, door Anja Brunsveld-Reinders, Mariska Schoonderwoerd-Bosmans, Hilda Rip- Mekelenkamp, Esther Posthumus, Mia Cools en Brigit Zwartendijk.

Gepubliceerd in de rubriek Leerpraktijk, nummer 6.

De auteurs zijn allen werkzaam in het Leids Universitair Medisch Centrum. Voorbehouden handelingen zijn handelingen die door een individuele zorgprofessional beroepsmatig worden verricht. Een zelfstandig bevoegde zorgverlener (bijvoorbeeld een arts) kan een voorbehouden handeling laten uitvoeren door een niet-zelfstandig bevoegde zorgverlener (een verpleegkundige), mits de laatste bekwaam is om deze handeling te verrichten (bekwaam maakt bevoegd). De medewerker is bekwaam als de medewerker vaardig is een handeling goed uit te voeren. Hiervoor moet de medewerker onder deskundig toezicht regelmatig oefenen. In de Wet BIG worden veertien risicovolle handelingen aangemerkt als voorbehouden handelingen. Verpleegkundigen die bevoegd en bekwaam zijn mogen voorbehouden handelingen uitvoeren. Dit artikel richt zich op docenten en trainers die de voorbehouden handelingen aan deelnemers instrueren en beoordelen. Om zich de theorie en de praktijkvaarvaardigheid eigen te maken hebben de auteurs een VBH-carrousel ontworpen. De carrousel bestaat uit drie stappen: (1) kennis verwerven, (2) zich in de handeling bekwamen en (3) uitvoering geven aan de toetsing van de onderwezen handeling. De auteurs constateren dat de voorbehouden handelingen op een efficiënte manier worden aangeleerd.

5. Wetenschappelijke integriteit in het hbo-onderzoeksonderwijs, door Ingrid Pénzes, Renée Verwey, Marieke Werrij, Marsha Bokhorst, Erik van Rossum en Gerrie Bours.

Gepubliceerd in de rubriek Best Practices, nummer 6.

M.u.v. Ingrid Pénzes zijn de auteurs werkzaam bij Zuyd Hogeschool. Dit artikel levert een bijdrage in het bevorderen van de integriteit van het praktijkgericht onderzoek voor het hbo (de lectoraten) en is inspirerend voor het mbo (de practoraten). De Gezondheidsacademies van Hogeschool Zuyd hebben een Kwaliteitshandboek Praktijkgericht Onderwijs geschreven. Het kwaliteitshandboek draagt bij aan het ethisch verantwoord onderzoeken. De ethische aspecten dragen ertoe bij dat de wetenschappelijke integriteit van het gebruik van persoonsgegevens van zorgvragers, docenten, studenten en professionals wordt gewaarborgd. Centrale focus van het artikel is de inbedding van het kwaliteitshandboek in het onderwijs van de gezondheidszorgopleidingen van Hogeschool Zuyd. Een werkgroep uit de gezondheidszorgopleidingen heeft het kwaliteitshandboek succesvol in de opleidingen geïmplementeerd. In het artikel wordt het invoeringsproces van het kwaliteitshandboek uitvoerig beschreven. De auteurs geven richtlijnen om de onderzoekscultuur binnen de opleidingen te beïnvloeden. Ook worden richtlijnen gegeven voor het beheer van data en het gezamenlijk aanschaffen van softwarepakketten. Uit het implementatieproces zijn veel lessen geleerd. De implementatie wordt vervolgd in de vorm van een platform waarin vertegenwoordigers van de bachelor- en de masteropleidingen deelnemen.

Kwaliteit OenG-artikelen 45e jaargang

OenG is ‘het platform voor leren in de zorg’, de innovatieve thema’s in jaargang 2021 sluiten aan op recente ontwikkelingen in zorg en onderwijs. De interviews zijn inspirerend, de columns kritisch met een glimlach naar de lezer en de verhalen van opleiders, verpleegkundigen of verzorgenden een bron van inspiratie. Op basis van deze kwaliteit kunnen we met een gerust hart uitzien naar het 10e lustrum.