IN GESPREK MET LISETTE SCHOONHOVEN

‘Ik ben en blijf verpleegkundige, dat voel ik in iedere vezel’

  • 8 min.
  • Interview

Prof. dr. Lisette Schoonhoven is sinds tweee?neenhalf jaar hoogleraar Verplegingswetenschap bij het UMC Utrecht, waar zij zich bezighoudt met het onderwerp kwaliteit en veiligheid van de verpleegkundige zorg. Tijdens haar studie Verplegingswetenschap is zij ‘besmet geraakt met het onderzoeksvirus’ en ontdekte ze wat je met onderzoek kunt doen om de kwaliteit van de zorg van verpleegkundigen inzichtelijk te maken en te verbeteren.

Hoe ben je ertoe gekomen hoogleraar te worden op het onderwerp kwaliteit en veiligheid van de verpleegkundige zorg?

‘Ik heb 8,5 jaar aan het bed gestaan als verpleegkundige op een neurologieafdeling in het VU-ziekenhuis. Hoewel ik nu niet meer BIG-geregistreerd ben, ben en blijf ik verpleegkundige, dat voel ik in iedere vezel. Na mijn studie Verplegingswetenschap kreeg ik de kans promotieonderzoek te gaan doen in het UMC Utrecht bij het Julius Centrum. Daar ben ik gepromoveerd op het voorspellen van decubitus, een onderwerp waar ik me ook tijdens mijn afstuderen mee bezighield. Na mijn promotieonderzoek werkte ik 12,5 jaar bij IQ healthcare, onderdeel van het Radboudumc, aan mijn onderzoekslijn kwaliteit en veiligheid van de verpleegkundige zorg. Vervolgens kreeg ik de kans om in Southampton hoogleraar te worden. En toen kwam de Brexit. De invloed daarvan op mijn werk, maar ook maatschappelijk gezien, heeft me doen besluiten uit te kijken naar een baan in een ander land. Kort daarna belde Marieke Schuurmans mij met de mededeling dat ze twee extra hoogleraren wilden aannemen in Utrecht, of ik belangstelling had om te solliciteren. Toen was de cirkel weer rond. Ik ben mijn wetenschappelijke carrie?re gestart in Utrecht bij Verplegingswetenschap, ben daar gepromoveerd en als hoogleraar weer teruggekomen. Ik werk met heel veel plezier in het UMC Utrecht. Er is nog een hoop werk te verzetten in Utrecht en Nederland op het gebied van Verplegingswetenschap. Daar kan ik de komende jaren goed mijn tanden in zetten.’

Je focus ligt op kwaliteit en veiligheid, dat is een breed onderwerp. Met welke activiteiten houd je je bezig?

‘Hoe maak je de kwaliteit van zorg inzichtelijk, hoe meet je dat en hoe zorg je ervoor dat die verbetert? Dat zijn centrale vragen. Daarnaast ben ik ook gei?nteresseerd in implementatie: wat is ervoor nodig om onderzoek in de praktijk te laten landen, zodat verpleegkundigen de innovaties die daaruit voortkomen ook daadwerkelijk gaan gebruiken in de praktijk? Ik heb een brede leerstoel en doe onderzoek naar veel verschillende onderwerpen die allemaal gaan over kwaliteit en veiligheid van de zorg die verpleegkundigen verlenen. Binnen het thema “essentie?le zorg” doen we bijvoorbeeld onderzoek naar het concept function focussed care. Verpleegkundigen nemen vaak dingen over van patie?nten, omdat ze graag voor ze zorgen en omdat het sneller en efficie?nter gaat. Maar daardoor beweegt de patie?nt minder. Dit concept richt zich op de vraag: hoe zorgen we ervoor dat verpleegkundigen patie?nten uitdagen om meer te bewegen? Andere thema’s waar we ons onder andere mee bezighouden, zijn ondervoeding, technologie om vitale functies te meten, verpleegkundig leiderschap en preventie van een open been. Ik ben net gestart met een nieuwe onderzoekslijn naar functiedifferentiatie. Daaronder valt bijvoorbeeld onderzoek naar job crafting, hoe geven verpleegkundigen vorm aan hun eigen werk? Daarnaast zijn we van plan om in het UMC Utrecht academische werkplaatsen op te richten rondom essentie?le zorg en zelfmanagement.
Een onderdeel van essentie?le zorg is persoonsgerichte zorg, een onderwerp waar ik graag nog onderzoek naar wil doen. Hoe persoonsgericht is de zorg die verpleegkundigen in het ziekenhuis verlenen? Patie?nten in het ziekenhuis conformeren zich vaak aan onze dagindeling en gaan weer weg. Ik zou willen onderzoeken hoe we continui?teit kunnen bieden, maar tegelijkertijd aan kunnen sluiten bij die patie?nt als die in ons ziekenhuis komt. Wij zijn bij uitstek een beroep dat daar iets in kan doen, maar dan moet wel ons denken om.’

Kun je iets vertellen over je persoonlijke motivatie om die verpleegkundige praktijk op een onderzoekende manier te bekijken?

‘Verpleegkunde is het mooiste beroep ter wereld. Wij zijn als verpleegkundigen zo weinig zichtbaar, we hebben niet de juiste woorden om aan te geven wat de kwaliteit is die wij toevoegen. Mijn motivatie om zo met onderzoek bezig te zijn, is om te kunnen laten zien wat wij toevoegen aan de kwaliteit van zorg voor de patie?nt. Iedere verpleegkundige gaat voor kwaliteit, maar maak dat maar eens meetbaar, zodat anderen ook de meerwaarde zien van het vak. Patie?nten zeggen vaak: “Zonder goede verpleegkundigen, geen goede kwaliteit van zorg”, maar wat is dat dan, een goede verpleegkundige, goede verpleegkundige zorg? Voor een deel is dat te meten, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat moeten we veel meer boven water krijgen. Daar zit mijn passie.’

Hoe kunnen we de kennis die we opdoen in die onderzoeken doelgericht inzetten in en vertalen naar die verpleegkundige praktijk?

‘Het is belangrijk dat ons onderzoek terechtkomt in kwaliteitsstandaarden en richtlijnen die beschikbaar zijn voor verpleegkundigen. Publicaties in wetenschappelijke tijdschriften worden niet altijd opgepikt. We moeten als onderzoekers nadenken over publicaties in vaktijdschriften. Hoe kunnen we deze kennis toegankelijk ontsluiten, zonder al die wetenschappelijke termen? Een mogelijke oplossing is er een poster of een infographic van te maken, zodat de kennis snel beschikbaar is. Daarbij moeten we nadrukkelijker de verbinding maken met het zorgonderwijs, maar ook met de bijen nascholingen die verpleegkundigen nog volgen nadat ze afgestudeerd zijn.
In Southampton vervlochten we onderzoek en zorg op alle niveaus. PhD-studenten doen promotieonderzoek en werken daarnaast twee dagen in de week in de zorg. Zij doen onderzoek naar thema’s die in hun eigen praktijk voorkomen. Dat maakt het onderzoek ook relevant voor collega’s die daaraan kunnen bijdragen en vindt de implementatie meteen plaats. Dat deden we ook zo met postdocprojecten, en op hoogleraarniveau was dat eveneens in ontwikkeling. Twee klinisch academische hoogleraren hadden hun eigen onderzoekslijn en daarnaast een taak binnen het ziekenhuis gericht op kwaliteit en veiligheid. Ook ik had naast mijn onderzoek een rol in het meedenken over het veiligheidsbeleid bij de afdeling kwaliteit en veiligheid. Ik zou dat hier graag ook zo organiseren. De laatste jaren worden daar in Nederland steeds meer stappen in gemaakt. Je komt van een mbo- of hbo-opleiding verpleegkunde en bent verpleegkundige. Maar er zijn nog zoveel andere mogelijkheden in het vak die we nog niet strategisch en structureel belegd hebben in Nederland. Er is nog geen functiehuis voor verpleegkundigen met functies waarin verpleegkundigen zowel onderzoek kunnen doen als in de praktijk kunnen werken, of onderwijs en praktijk kunnen combineren. Bij verpleegkundige carrie?repaden denken we vaak aan klinische specialisaties, van verpleegkundig specialist of gespecialiseerd verpleegkundige. Daarna kun je nog leidinggevende worden, maar dan stopt het. Het is wenselijk om daarin meer differentiatie aan te brengen. Verpleegkundigen denken daar vaak niet aan als ze hun carrie?re uitstippelen. Het denken daarover krijgt steeds meer vorm, dat is een proces.’

Heeft COVID-19 invloed gehad op dit proces?

‘COVID heeft het proces mijns inziens versneld, daardoor is heel duidelijk geworden dat verpleegkundigen niet aan de tafels zitten waar de beslissingen worden genomen. De term functiedifferentiatie is wat besmet geraakt door de discussie rondom de Wet BIG II. We hebben iedereen heel hard nodig, verpleegkundigen die het geweldig vinden om zorg te verlenen, maar ook verpleegkundigen die de zorg graag combineren met wetenschap, onderwijs of met beleid, of die zich vooral richten op onderzoek of onderwijs. We moeten af van het idee dat je geen echte verpleegkundige bent als je niet aan het bed staat. Iedereen kan bijdragen aan de professionalisering van het vakgebied, aan het ervoor zorgen dat verpleegkundigen op alle niveaus in de organisatie een stem hebben. Ik denk dat we door meer te differentie?ren in functies vanzelf aan die tafels komen, omdat we de taal van de werkvloer goed spreken, maar ook de taal van de managers, politici en de onderzoekers goed leren spreken.’

Hoe borgen we dat de kennis uit onderzoek in het onderwijs terechtkomt?

‘We moeten ook nadenken over hoe we die kennis verspreiden. Implementatie begint met disseminatie, maar is meer dan dat. Hoe maken we het zo aantrekkelijk dat de docenten die het onderwijs maken het ook oppikken? Hoe zorgen we ervoor dat docenten niet meer om de laatste stand van kennis heen kunnen? In het kader van docentprofessionalisering moeten docenten zich afvragen hoe up-to-date hun kennis van het vak is. Daarop zouden ze bevraagd en beoordeeld moeten worden. Als we verpleegkundigen uitdagen om hun vak bij te houden, vind ik dat we ook docenten daartoe moeten uitdagen. Zowel in de zorg als in het onderwijs mogen we elkaar veel meer bevragen op die trias onderzoek, onderwijs en zorg. In Utrecht zou ik de promovendi die bij de HU werken graag als rolmodellen willen inzetten in de master Verplegingswetenschap. Ik ben op zoek naar hoe we dat wederkerig kunnen maken. Onze PhD-studenten hebben een rol in het onderwijs, maar zou de hoogleraar ook niet veel zichtbaarder moeten zijn in gastlessen voor de hbo-v-studenten? De verbinding is belangrijk.’

Je bent nu twee jaar hoogleraar in Utrecht, wat heb je bereikt en waar ben je trots op?

‘Ik ben trots op het team waar ik mee werk, het onderzoek dat we doen en de zichtbaarheid van de leerstoel in het land. Mensen weten ons te vinden. Ook ben ik trots op de opleiding Verplegingswetenschap. Wij hebben net gehoord dat we als Verplegingswetenschap mee mogen werken aan een plan om toekomstbestendige verpleegkunde in het UMC Utrecht te realiseren. Dit moet over vier jaar resulteren in een functiehuis voor verpleegkundigen waarin we de carrie?repaden die ik net schetste voor verpleegkundigen vorm kunnen gaan geven. E?n ik ben trots op Nursing Utrecht. In Utrecht bieden we alle verpleegkundige opleidingen aan, op mbo-, hbo-, hbo-master- en wetenschappelijk niveau. We hebben een vakgroep Verplegingswetenschap met drie hoogleraren. Je kunt in Utrecht op het gebied van verpleegkunde alle kanten op.’

Heb je tips voor opleiders in de zorg?

‘Werk samen met onderzoekers en verpleegkundigen. Zoek de verbinding, schroom niet om contact te zoeken. Die boodschap heb ik ook voor onderzoekers: zoek contact met opleiders. Nu zijn we vooral bezig met de vraag hoe we evidence based practice de praktijk in krijgen, maar we moeten ook nadenken over hoe we dit het onderwijs in krijgen.’