IN GESPREK MET DR. ANITA WYDOODT

'In de discussie over werkdruk ligt de nadruk te veel op hard werken en te weinig op hersteltijd’

  • 8 min.
  • Interview

Hoe kan strategisch opleiden het tij van de arbeidskrapte keren? En hoe kan het opleiden van studenten een vliegwiel zijn voor het leren van gediplomeerde verpleegkundigen? Met welke initiatieven kun je verpleegkundigen boeien en binden en voorkom je voortijdige uitval? De redactie sprak over deze thema’s met dr. Anita Wydoodt, lid van de Raad van Bestuur van het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis (ETZ), een bestuurder met een hart voor opleiden én voor verpleegkundigen. Het ETZ is een topklinisch ziekenhuis met twee locaties in Tilburg en één locatie in Waalwijk waar totaal 6.500 medewerkers werken.

Portretfoto (kleur) van Anita Wydoodt

Het ETZ is met jaarlijks 500 mbo- en hbo-verpleegkundestudenten een echt opleidingsziekenhuis. Hoe kun je zoveel studenten een goede stageplaats bieden?

‘We werken met Zorg Innovatie Centra’s (ZIC’s), een van onze paradepaardjes. Bij een ZIC kun je zo’n twintig mbo- en hbo-studenten plaatsen op één afdeling. De grootte van de groep maakt dat studenten ook daadwerkelijk invloed kunnen hebben op de zorg en op de leercultuur van de afdeling. Wanneer je als eenling in een groep komt, moet je je vaak aanpassen aan de groep. Wij willen dat ook het omgekeerde gebeurt, dat gediplomeerde verpleegkundigen worden beïnvloed door de kennis en ideeën waar jonge mensen mee komen. Dus dat heeft een veel grotere impact dan alleen het opleiden van studenten. Daarnaast vraagt zo’n grote groep investering in leervoorwaarden en een goede leercultuur, daar profiteren de studenten ook weer van. Aanvankelijk hadden we alleen ZIC’s voor algemene opleidingen. Het beeld bestond dat gespecialiseerde afdelingen er niet geschikt voor waren, maar we zijn nu met een ZIC gestart op de Spoedeisende Hulp. Daar werken 18 verpleegkundigen in opleiding tot SEH-verpleegkundige. We werken trouwens met veel varianten van de verpleegkundige opleidingen, omdat we vinden dat we iedereen die bij ons stage wil lopen ook een plek moeten kunnen aanbieden. We werken mee aan het verdwijnen van de numerus fixus bij de hbo verpleegkunde. Daarom bieden we als ziekenhuis meer stageplaatsen aan voor hbo-studenten dan de hbo-opleidingen op dit moment kunnen vullen met hun studenten.’

Leidt het ETZ op voor de eigen kweekvijver of ook voor de regio?

‘We willen niet weer onze eigen varkenscyclus creëren, daarom leiden we niet alleen voor ETZ op. We doen veel samen met andere zorgorganisaties in de regio. Zo was er vorig jaar een markt waar we, samen met andere zorgorganisaties uit de regio, de beschikbare banen voor afgestudeerde verpleegkundigen konden presenteren aan studenten. Met tweederde van de studenten kon meteen een contract getekend worden. Dit was een succes en dat gaan we komend jaar herhalen.
Daarnaast hebben we de Zorgacademie Midden Brabant, een netwerkorganisatie van zorgorganisaties, mbo- en hbo-onderwijsinstellingen en overheid. Zij werken via diverse zorgen onderwijsprojecten samen aan een toekomstbestendige zorgsector, bijvoorbeeld met speciale trajecten voor zij-instromers. Door de intensieve samenwerking met het onderwijs komen docenten vaker op de afdeling. Dat maakt de praktijk en de opleidingen beter. Als iemand een aantal jaren in het ziekenhuis heeft gewerkt, wil die persoon daarna misschien liever een tijd in de wijk werken of in een andere fase van zijn loopbaan meer in de ouderenzorg. We stellen ons flexibel op naar uitwisselingsprojecten.’

In een blog van september dit jaar schreef je dat een half uur reflectie per dag vast op de agenda zou moeten staan. Hoe geef je daar vorm aan binnen het ETZ?

‘Op de ZIC’s wordt dagelijks gereflecteerd. De leervraag die studenten die ochtend voor zichzelf hebben geformuleerd of ingewikkelde casuïstiek komen aan het eind van de dag weer terug in een evaluatiemoment. Dan wordt op alle leervragen vanuit verschillende invalshoeken gereflecteerd, en wordt vooral gekeken wat je de volgende keer anders kunt doen. Ik heb zelf een paar evaluatiemomenten bijgewoond en merkte hoe leerzaam het is. De teamleider, die zich gesteund weet door het management, heeft daarbij een belangrijke faciliterende rol om dingen die ook heel kwetsbaar zijn of niet goed zijn gegaan op een goede manier bespreekbaar te maken. Zij moet de structuur vasthouden, anders verwatert het snel. Het mooie is dat ook de vaste medewerkers nu veel meer naar hun eigen leervragen kijken.
Daarnaast hebben we in het ziekenhuis een mooie traditie van moreel beraad voor verpleegkundigen en artsen om, onder leiding van een gespreksleider, een dilemma te bespreken vanuit het perspectief van de patiënt en zijn familie. We stellen ons dan de vraag: wat hebben we gedaan en wat kunnen we de volgende keer anders doen? Aan het moreel beraad kan iedereen die bij die situatie betrokken is meedoen. Het kan dus afdelingoverstijgend zijn.’

Hoe behoud je de mensen voor de zorg terwijl werkdruk een hot item is? Speelt dat binnen het ETZ? En hoe kun je de mensen binden en boeien?

‘In de discussie over werkdruk ligt de nadruk te veel op hard werken en te weinig op hersteltijd. Bij hoge werkdruk moet je niet alleen de druk verminderen. Maar het is belangrijk dat je voor het eind van de dienst afstand kunt nemen van je werk door bijvoorbeeld nog een half uurtje te sparren met collega’s over een casus die voor jou spannend is geweest. We hebben een mooi voorbeeld waar we trots op zijn. Op de SEH zijn we gestart met dialoogsessies, begeleid door deskundigen van zorgverzekeraar IZZ en het Leerhuis. Medewerkers kunnen zelf onderwerpen inbrengen: wat speelt er, welke kanten zijn er aan deze casus, waar kom je zelf niet uit, welke regelmogelijkheden heb je? Ze hebben drie reeksen van dialoogsessies gedaan en stelden toen met elkaar vast dat ze veel dingen met elkaar konden oplossen. Na elke reeks was er ook een overleg met mij en de leidinggevende van het team om te kijken waar ze niet zelf uit konden komen en waar ze onze hulp bij nodig hadden. Dit werkte zo positief dat we deze sessies nu ook uitbreiden naar andere afdelingen. Debriefingsessies of peer support, waarbij je van je af kunt praten, zijn ook onderdeel van je werk. Op een andere afdeling doen we nu een onderzoek, dat heet Werk als Waarde, waarbij teamleiders opgeleid worden om het goede gesprek met de medewerkers te voeren. Het gaat dan niet alleen over wat hebben wij van jou nodig, maar wat heb jij van ons nodig. Dat kunnen kleine dingen zijn, ook afhankelijk van de levensfase waar iemand in zit. Het zijn soms de wat “softere” manieren waarmee je kunt bevorderen dat medewerkers de druk achter zich kunnen laten.’

Hebben jullie ook te maken met een toenemende uitstroom van hbo-verpleegkundigen? En hoe zorg je voor nieuwe instroom en dat nieuwe medewerkers zich thuis voelen?

‘We hechten veel waarde aan functiedifferentiatie voor verpleegkundigen om die uitstroom tegen te gaan. Voor nieuwe medewerkers hebben we een introductie van een paar dagen en een inwerkprogramma op de afdeling. Daarnaast zijn het Leerhuis en de afdeling HR afgelopen jaar gestart met een start-upprogramma voor jong gediplomeerden, in het kader van onboarding, zoals het ook wel genoemd wordt. Dan hoor je waar jongeren tegen aanlopen. Daar moet je aandacht aan besteden, door te kijken wat we moeten aanpassen. De gemiddelde leeftijd van onze verpleegkundigen is nu 45 jaar en die stijgt jaarlijks. Dat betekent dat we niet meer vanzelf voeling hebben met de generatie van twintigers. Dus je moet actief op zoek om het probleem aan te pakken. Zo’n start-upprogramma helpt daarbij.
Ook hebben we onze manier van werving aangepast. Dat doen we nu niet meer alleen via de website. Je moet je afvragen hoe je de jongeren van nu bereikt. Dat is veel meer via social media. Medewerkers van bijvoorbeeld de SEH, OK en IC hebben voor de werving filmpjes gemaakt. Dat had twee effecten: de mensen die de filmpjes maakten, werden nog veel trotser op hun werk en de filmpjes hebben een gunstige invloed op de beeldvorming.’

Boeien en binden heeft vaak ook te maken met betrekken

‘Drie keer per jaar houden we op alle locaties een “zeepkistsessie”. Daar bespreken we als raad van bestuur de voortgang van de resultaatgebieden die we in het jaarplan hebben beschreven.
Per sessie komen daar zo’n 250 medewerkers. Zij kunnen vragen stellen en dat is echt een leuke manier om in contact te komen met mensen.

De verpleegkundige beroepsontwikkeling is een belangrijk thema binnen het ETZ. We zijn gestart met een verpleegkundige platform waaraan ongeveer zeventig verpleegkundigen deelnemen. Er zijn op dit moment acht lijnen die we willen doorontwikkelen: bijvoorbeeld de verpleegkundige en technologie (o.a. epd), de verpleegkundige beroepsontwikkeling en een lijn wetenschappelijk onderzoek. Het voordeel is dat je de kwaliteit van zorg verbetert en dat de verpleegkundige niet alleen zorg aan het bed verleent, maar zich ook met andere dingen kan bezighouden. Verpleegkundig leiderschap is goed voor de beroepsontwikkeling. De raad van bestuur ondersteunt dit initiatief. 

Binnen het ETZ is het mogelijk dat medewerkers van SEH en IC, die daarvoor bekwaam zijn, met elkaar wisselen. Buiten het ETZ zijn we een samenwerking aangegaan met de RAV (ambulancedienst) waardoor medewerkers van de SEH en de RAV enkele maanden van werkplek kunnen wisselen. Mensen vinden dat interessant, omdat het werk afwisselend is en een andere werkstress heeft. Ook de uitwisseling van ETZ met een VVT-organisatie is mogelijk. Dat is weer interessant, omdat onze verpleegkundigen leren de patiënten thuis op te volgen. Met telemonitoring zal dat in de toekomst ook steeds meer gebeuren. We faciliteren de uitwisseling over en weer. Binnen de Zorgacademie wordt transmuraal opgeleid. Immers als de VVT een personeelstekort heeft, zitten de ziekenhuizen met een verkeerde bedproblematiek.’

Welke rol hebben teamleiders bij de personele bezetting?

‘De teamleiders moeten meer anticiperen op de toekomst. Wat is de leeftijdsopbouw van mijn team? Hoeveel medewerkers zullen de komende jaren vertrekken vanwege pensioen, hoeveel mensen gaan met zwangerschapsverlof? Elke teamleider dient in goed contact te staan met zijn medewerkers, heeft de data van de uitstroom beschikbaar en kan op grond daarvan een strategische personeelsplanning maken en strategisch opleiden. We willen niet meer verrast worden. We hebben een tijd gehad dat verpleegkundigen als ZZP’er gingen werken of iets buiten de zorg gingen doen. Die piek van uitstroom is in het ETZ nu voorbij. Veel mensen wilden meer grip op hun rooster. Daar hebben we van geleerd. We luisteren nu beter naar waar de individuele medewerker op dat moment behoefte aan heeft en ondersteunen hen meer bij de piekmomenten door onder andere peer support, debriefing en aandacht voor hersteltijd. Maar laten we niet vergeten dat pieken ook heel mooi kan zijn. Samen iets goeds neerzetten voor de patiënt. Als je daarna maar kunt herstellen.
Tot slot: Verpleegkundigen zijn zo betekenisvol! Ik gun hen dat zij meer op de voorgrond komen met wat zij bijdragen aan de gezondheidszorg.’