De CTL-theorie richt zich op de rol van het werkgeheugen bij leren. Hoe zwaarder de belasting van het werkgeheugen, hoe moeilijker de informatieverwerking. Onderscheid wordt gemaakt tussen (1) intrinsic (inherente) belasting: inherent aan de leertaak en bepaald door de complexiteit van wat geleerd moet worden en de voorkennis van de lerende, (2) extraneous (irrelevante) belasting, waarbij de lerende het werkgeheugen gebruikt voor cognitieve processen die niet samenhangen met de leertaak en het leren in de weg staan en (3) germane (nuttige) belasting, waarbij de lerende cognitieve processen gebruikt om cognitieve schemata te construeren die leren bevorderen. Bij een ideale leertaak sluit de intrinsic belasting aan op het niveau van de lerende, is de germane belasting geoptimaliseerd en de extraneous belasting geminimaliseerd.
&ellipsis;Cognitive load theory en werkplekleren
In het zorgonderwijs groeit de aandacht voor de cognitive load theory (CLT). CLT wordt vooral gebruikt bij het ontwerp van klassikale instructie, maar heeft grote potentie voor toepassing in werkplekleren. Dit onderzoek brengt de bestaande literatuur over CLT en gerelateerde constructen binnen werkplekken (zowel gesimuleerd als authentiek) in kaart.