Lezers reageren

‘Een leven lang leren, maar gras groeit niet door eraan te trekken’

  • 4 min.
  • Opinie

Wij vroegen u te reageren op het wetsvoorstel BIG II. Hierin staat dat een beroepsbeoefenaar voor de herregistratie, naast de werkervaringseis van 2080 uur in vijf jaar, ook minimaal 100 uur moet besteden aan activiteiten die beroepsrelevantie hebben én aansluiten op het beroepsprofiel. Een uitdaging aan eenieder!
Er kwamen enkele korte reacties op Twitter binnen en op LinkedIn werd de stelling goed bekeken en geliket. Inge Pool schreef een uitgebreide reactie, die we graag integraal willen plaatsen.

Dilemma’s bij registratie deskundigheidsbevordering

Volgens het wetsvoorstel BIG II wordt deskundigheidsbevordering een extra voorwaarde voor herregistratie. Is dit een goede ontwikkeling of niet? Deze vraag blijkt niet eenvoudig te beantwoorden. Niemand zal het belang van continu leren betwisten. ‘Eens bekwaam, altijd bekwaam’ geldt niet langer. Om veilige en goede zorg te kunnen verlenen moeten zorgprofessionals, na hun initiële beroepsopleiding, hun kennis en vaardigheden voortdurend up-to-date houden. Het lijkt dan ook logisch om deskundigheidsbevordering niet vrijblijvend te laten zijn. De patiënt en het algemene publiek hebben recht op continu bekwame zorgverleners.

Voordelen

Het verplicht stellen van deskundigheidsbevordering heeft een aantal voordelen. In mijn onderzoek (Pool, 2015) naar leren door verpleegkundigen bleek dat er, naast proactieve verpleegkundigen, ook reactieve verpleegkundigen zijn die aangeven ‘ik hoor het wel als er iets verandert’. Enige druk van buitenaf bleek soms te helpen om leeractiviteiten te gaan ondernemen.

Daarnaast is verplichte deskundigheidsbevordering bij andere beroepsgroepen, zoals artsen, heel gebruikelijk. Hierdoor zijn cultuurverschillen ontstaan. Artsen verantwoorden hun deskundigheidsbevordering bij hun wetenschappelijke vereniging en niet zozeer bij hun werkgever.

De meeste verpleegkundigen kunnen niet aantonen dat zij continu leren en werkgevers zijn zich hiermee gaan bemoeien. Zorgorganisaties stellen steeds meer scholingen voor verpleegkundigen verplicht. Aanbieders van leermanagementsystemen doen hierbij goede zaken. Grofweg geldt dat artsen moeten aantonen dat ze leeractiviteiten hebben ondernomen, terwijl voor verpleegkundigen de inhoud én vorm daarvan vaak al door anderen zijn vastgesteld. Als verpleegkundigen zelf een portfolio moeten opbouwen, krijgen ze hopelijk weer meer regie over hun eigen leren.

Ten slotte geeft de verplichting aan zowel zorgverleners als werkgevers een signaal af dat leren cruciaal is. Beiden hebben een verantwoordelijkheid om hier tijd en middelen voor vrij te maken.

Kanttekeningen

Ondanks deze voordelen zijn er twee belangrijke kanttekeningen te plaatsen bij het verplichten van deskundigheidsbevordering:

Gras groeit niet door eraan te trekken

Een eerste kanttekening is dat je mensen kunt verplichten tot deelname aan leeractiviteiten, maar niet tot leren. Zij besluiten zelf hoe zij omgaan met leermogelijkheden die worden geboden, vaak aangeduid met agency (Billett, 2006). Bekend zijn de voorbeelden waarbij de antwoorden van een verplichte e-learning in de koffiekamer hangen of waarbij mensen een e-module met zo min mogelijk inspanning proberen te doorlopen. Er is altijd de keuze tussen een oppervlakkige of diepgaande leerstrategie. Die laatste strategie kiest men alleen als men gemotiveerd is te leren.

Een goed systeem voor vastleggen deskundigheidsbevordering ontbreekt

Een tweede kanttekening is dat een goed systeem om deskundigheidsbevordering vast te leggen nog niet bestaat. Op hoofdlijnen zijn drie systemen te onderscheiden. Het eerste legt het bijwonen van duidelijk herkenbare leeractiviteiten, zoals congressen en cursussen, uitgedrukt in punten of uren, vast. Registratie van dit soort ‘formele leeractiviteiten’ is makkelijk. Nadeel is dat aanwezigheid nog geen leren garandeert. Daarnaast gaat het uit van de veronderstelling dat leren een eenmalige gebeurtenis is, waarbij een expert kennis ‘overdraagt’ op het individu, terwijl we tegenwoordig weten dat leren een ingewikkeld collectief proces is, waarbij leren, werken en innoveren verweven zijn (Reich et al, 2015). Verpleegkundigen leren niet alleen in scholingen, maar ook door leeractiviteiten op de werkplek, zoals vaardigheidstrainingen en klinische lessen. En zij leren in het werk zelf, door interactie met collega’s, het raadplegen van media of door extra taken te doen (Pool, 2015). Vaak combineren verpleegkundigen deze activiteiten om iets nieuws te leren.

In het tweede systeem, waarvan het Kwaliteitsregister Verpleegkundigen en Verzorgenden een voorbeeld is, worden naast formele leeractiviteiten andere leeractiviteiten opgenomen, zoals casuïstiekbespreking, intercollegiale toetsing of deelname aan werkgroepen. Ook hiervoor worden punten gegeven. Het voordeel is dat dit systeem meer recht doet aan de wijze waarop mensen leren. Nadeel is dat het gevaar van ‘puntenjagen’ blijft. En of de professional iets geleerd heeft en dat in het dagelijks werk toepast, wordt niet duidelijk: een goedgevuld register is daarom nog geen garantie voor een vakbekwame professional. Het derde systeem draait niet om punten, maar om het cyclische proces van (1) reflecteren op het werk en identificeren van leer- en ontwikkelbehoeften, (2) plannen van leer- en ontwikkelactiviteiten, (3) uitvoeren en (4) evalueren van de ondernomen activiteiten en identificeren van dingen die je anders gaat doen in het werk. Vaak wordt dit proces vastgelegd in een portfolio. Voordeel is dat het hele proces van leren wordt benadrukt: door het identificeren van de eigen leer- en ontwikkelbehoeften sluiten activiteiten beter aan op het individu en de professional denkt naderhand na over wat de activiteiten hebben opgeleverd. Nadeel is dat het voldoen aan eisen veel lastiger is vast te stellen.

Betrokken veldpartijen staan voor de opgave een nadere invulling van de eisen voor deskundigheidsbevordering uit te werken, waarbij het makkelijk is om compliance vast te stellen én recht te doen aan de complexe manier waarop leren plaatsvindt. De uitdaging is om een systeem te ontwikkelen dat verpleegkundigen uitdaagt en ondersteunt bij het continu leren en dat garandeert dat ze bekwaam zijn. Pas dan draagt de herregistratie-eis echt bij aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening en de bescherming van de patiënt tegen onzorgvuldig handelen.

Deze reactie is op persoonlijke titel geschreven.


De stelling voor de volgende OenG:

‘Op naar de inserviceopleiding 3.0’

Het blijvende tekort aan kwalitatief goede stageplaatsen en het dreigend tekort aan verpleegkundigen in de instellingen zouden ertoe moeten leiden dat opleidingen en werkveld samen op zoek gaan naar een nieuwe vorm van werkplekleren.

Stuur uw mening hierover, van maximaal 250 woorden, uiterlijk 26 maart naar redactie@onderwijsengezondheidszorg.nl. U kunt ook reageren via Twitter met #OenG of @OenGredactie. De redactie houdt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren.