Mantelzorgmonologen creëren bewustwording

  • 4 min.
  • de ontmoeting

Wietske Dekkers is interim-manager, adviseur en trainer. Laura Hagt is schrijver, (trainings)acteur en communicatietrainer. Samen met Floris Verkerk en Anke Jansen ontwikkelden zij de voorstelling De Mantelzorgmonologen.

Hoe is jullie samenwerking ontstaan?

Wietske: ‘Voor de presentatie van de uitkomsten van een onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers was ik op zoek naar een manier om het verhaal levendig over te brengen. Toevallig liep ik Laura tegen het lijf; onze kinderen zaten bij elkaar op school. Ineens kreeg ik een idee: ik kan Laura vragen om tijdens de conferentie in de huid van Joanna te kruipen.’

Wie is Joanna?

Wietske: ‘Een persona: een fictief personage dat is gebaseerd op feitelijke informatie en belangrijke kenmerken van een specifieke doelgroep, in dit geval mantelzorgers. In 2015 deed ik samen met Carine Blauw enkele behoeftenonderzoeken onder mantelzorgers, in opdracht van verschillende gemeenten in Zuid-Holland en MEE Drechtsteden. We maakten gebruik van de Personamethodiek. Op basis van de interviews die we hadden afgenomen met mantelzorgers, hebben we onder andere Joanna geconstrueerd, een werkende vrouw met een gehandicapte zoon. Zij bracht de leefsituatie, vragen en problemen van de groep mantelzorgers concreet in beeld. Het leek mij aansprekend om deze persona echt “tot leven” te laten komen.’

In eerste instantie was er geen theatervoorstelling?

Laura: ‘Klopt. Ik werd aanvankelijk alleen geïnterviewd, als onderdeel van Wietskes presentatie. We hadden dit grondig voorbereid. Zo hadden we veelzeggende citaten uit de interviews met mantelzorgers in ons verhaal opgenomen.’
Wietske: ‘Bij mij ontstond de gedachte om rondom drie personages een complete voorstelling te bouwen. MEE Drechtsteden bleek geïnteresseerd. Toen durfden we het aan om de voorstelling te gaan maken, al hadden we geen subsidie. Inmiddels hebben we de voorstelling al tientallen keren gespeeld en is deze geaccrediteerd door V&VN en Register Zorgprofessionals.’

Wat is het doel van de voorstelling?

Laura: ‘Bewustwording. De voorstelling maakt duidelijk wat het is om mantelzorger te zijn. Ik speel dus Joanna, acteur Floris Verkerk een jonge mantelzorger met een autistische broer en actrice Anke Jansen een oudere mantelzorger die voor haar dementerende man zorgt.’
Wietske: ‘Na de voorstelling, die 45 minuten duurt, gaan we drie kwartier in gesprek met het publiek. In deze interactieve nabespreking willen we vooral ruimte geven om ervaringen uit te wisselen en met elkaar te bedenken hoe het samenspel met mantelzorgers beter kan.’

Voor wie is de voorstelling bedoeld?

Laura: ‘Voor gemeenteambtenaren, ondernemers, medewerkers van zorg- en welzijnsorganisaties, vrijwilligersclubs, het zorg- en welzijnonderwijs. Wie we ook in de zaal hebben: het publiek is altijd onder de indruk. De voorstelling zet mensen aan het denken. Zo zei een gemeentelijke beleidsmedewerker WMO met mantelzorg “in zijn pakket” dat hij zich nu pas écht realiseerde hoe het is om mantelzorger te zijn.’
Laura: ‘Natuurlijk treden we ook op voor mantelzorgers. Zij ervaren de voorstelling als intens en herkenbaar; ze voelen zich erkend en gewaardeerd.’

De voorstelling kan gekoppeld worden aan de training ‘Samenspel’?

Laura: ‘Klopt. Deze incompanytraining is vooral bedoeld voor zorgorganisaties, WMO-consulenten en wijkteammedewerkers en kan aan maximaal zestig professionals tegelijkertijd worden gegeven.’
Wietske: ‘Vooraf bespreken we wat de organisatie wil verbeteren in het samenspel tussen professional, mantelzorger en cliënt. Hierbij gaan we uit van het SOFA-model. Dit beschrijft de verschillende rollen die mantelzorgers vervullen en de werkzaamheden van medewerkers die daarbij passen: Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen.’*
Laura: ‘Tijdens de training staan concrete dilemma’s centraal die medewerkers ervaren in contact met mantelzorgers. Bijvoorbeeld: je ziet dat de mantelzorger overbelast raakt: hoe kaart je dit aan? Of: de mantelzorger is kwaad, omdat zij vindt dat je onvoldoende tijd neemt voor het aankleden van haar moeder. Hoe ga je in gesprek? Zorgverleners kunnen dit oefenen met de acteurs.’

Wat kan de voorstelling betekenen voor opleiders in het zorgonderwijs?

Wietske: ‘Het thema mantelzorg maakt weliswaar steeds vaker deel uit van de curricula, maar wat het concreet inhoudt om mantelzorger te zijn, beseffen studenten meestal niet.’
Laura: ‘Door de voorstelling krijgen ze een realistischer beeld. Het zou mooi zijn als ze daarnaast nog met de acteurs kunnen oefenen, als voorbereiding op de praktijk.’
Wietske: ‘In veel zorg- en welzijnsberoepen krijg je te maken met mantelzorgers. Daarom zou ik scholen aanraden de voorstelling met meerdere studierichtingen tegelijk te bekijken.’

Wat levert de voorstelling op?

Wietske: ‘Vooral dat mensen op een andere manier gaan nadenken over mantelzorg en wat zij vanuit hun rol kunnen betekenen voor de mantelzorgers. Soms leidt dat tot nieuwe initiatieven. Zo zette een bibliotheekmedewerker een boek-aan-huisdienst op voor mantelzorgers. En iemand met een Bed & Breakfast bedacht een “marktplaats” waarop B&B-eigenaren een gratis overnachting met een verwenontbijt kunnen weggeven aan mantelzorgers.’

Wat hebben jullie van elkaar geleerd?

Laura: ‘Wietske is een rasechte ondernemer. Ze heeft veel ideeën en weet die om te zetten in concrete projecten. Heel leerzaam.’
Wietske: ‘Ik heb er bewondering voor hoe Laura totaal transformeert tot een ander persoon tijdens de voorstelling. Ook heb ik van haar geleerd hoe ik in de nabespreking met publiek mijn kennis gedoseerd kan overdragen.’

Wat zijn de toekomstplannen?

Laura: ‘Nog vaak De Mantelzorgmonologen spelen!’
Wietske: ‘Daarnaast gaan we de voorstelling meer uitbouwen en toesnijden op specifieke doelgroepen, door nieuwe persona’s te creëren of de bestaande verder uit te bouwen. Voorlopig zijn we nog niet uitontwikkeld!’

* Zie: http://www.invoormantelzorg.nl/Site_EM/In_voor_Mantelzorg/Werkboek-In-voor-Mantelzorg-062016.pdf.


OPROEP

Willen u en uw collega ook een keer in De Ontmoeting?
Mail naar redactie@onderwijsengezondheidszorg.nl met suggesties voor thema’s die u zou willen bespreken.