In gesprek met Petrie Roodbol

Wat gaan we nu eigenlijk regelen?

  • 8 min.
  • In gesprek met
  • Interview

Eind 2015 heeft de stuurgroep ‘Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging’ haar eindrapport aangeboden aan de minister van VWS. Het rapport is een vervolg op het advies ‘Leren van de toekomst’ (Lambregts en Grotendorst, 2012). In het eindrapport ‘Toekomstbestendige beroepen’ is een beschrijving gemaakt van de deskundigheidsgebieden, de bekwaamheden en bevoegdheden van de verzorgende, de mbo- en de hbo-opgeleide verpleegkundige. De minister wilde duidelijke, onderscheidende beschrijvingen, zodat ze verankerd kunnen worden in de Wet BIG. De stuurgroep heeft op eigen initiatief een voorstel voor beroepstitels gedaan: ‘basisverpleegkundige’ voor de mbo-opgeleide verpleegkundige en ‘regieverpleegkundige’ voor de hbo-opgeleide verpleegkundige. Over het rapport is nog steeds overleg gaande met VWS, onder meer over herregistratieeisen en over voorbehouden handelingen. De brede verspreiding van het rapport wekt echter de indruk dat het al beleid is.
‘Dat veroorzaakt onduidelijkheid en onzekerheid in het veld en bij de opleidingen’, zegt Petrie Roodbol. ‘Die vragen zich af wat ze ermee moeten. Wat gaan we nu eigenlijk regelen? Het gaat om bijna een kwart miljoen beroepsbeoefenaren, er worden nu al kosten gemaakt door experimenten en opleidingen. Mbo’ers melden zich massaal aan voor het hbo. Waar ligt de verantwoordelijkheid voor dit ingrijpende veranderingsproces? Wie voert de regie?’

Je hoort verschillende geluiden over het rapport. De een zegt: het is niet ideaal, maar het biedt tenminste duidelijkheid na jaren van gedoe over mbo- en hbo-niveau. Laten we dit nu even nemen voor wat het is. Bij anderen leeft onvrede, vooral over de gekozen titels. 

&ellipsis;

Abonneer u direct en krijg toegang tot alle artikelen

Abonneer nu

Heeft u al een account?