Voor u gelezen

Een bloemlezing uit verschillende internationale tijdschriften

  • 8 min.
  • Recensies

Internationaal gezien verschijnen er veel artikelen die interessant zijn voor (praktijk)opleiders in de gezondheidszorg. Tot nu verscheen in O&G geregeld een korte beschrijving van artikelen uit Nurse Education Today (NET). In het oktobernummer van vorig jaar gaven we al aan dat we u willen informeren over wat er zoal geschreven is. Hieronder een selectie van artikelen van diverse aard, uit verschillende tijdschriften die sinds januari 2014 zijn verschenen.

Medical Teacher
Zoals we in oktober beschreven, wordt in het medisch onderwijs meer onderzoek gedaan dan in het verpleegkundig onderwijs. Sommige tijdschriften leveren interessante artikelen. Hieronder twee artikelen uit Medical Teacher: een artikel met twaalf tips voor opleiders over het gebruik van social media en een onderzoeksartikel over peer-coaching (coaching van collega’s of studenten onderling).

Twelve tips for using social media as a medical educator
Gebruikt u al social media of denkt u erover om daarmee te beginnen? Dan is dit artikel iets voor u. Social media kunnen privé, professioneel of voor beide doeleinden gebruikt worden. Onprofessioneel gebruik kan vervelende consequenties hebben. Goed gebruik daarentegen kan het leven makkelijker maken en het leren van gezondheidszorgwerkers en studenten versterken. De schrijvers geven 12 ‘best practice’ tips gebaseerd op huidige inzichten, informatie van professionele organisaties en hun eigen ervaring. Hiermee willen ze bijdragen aan een professioneel gebruik van social media en voorkomen dat opleiders in de gebruikelijke valkuilen vallen.
De eerste tip is om goed na te gaan welke doelen u heeft. Wat wilt u doen, delen en leren? Hoe wilt u online bekend zijn? Kortom, wat is uw digitale identiteit en wat zijn uw doelen voor gebruik van social media? Selecteer vervolgens een ‘social media tool’ dat past bij uw doelen. Houd bij de keuze ook rekening met de ondersteuning die uw organisatie kan bieden (tip 2). Kijk vervolgens eerst een tijdje rond in de ‘community’ van het betreffende medium om de interacties goed te leren kennen. En als u iets plaatst, denk dan eerst goed na voor u een bericht plaatst (tip 3). Andere tips richten zich onder andere op het leren kennen van bestaande social media richtlijnen, het ontwikkelen van uw eigen richtlijnen waarbij u helder maakt wie u online en offline bent, en hoe om te gaan met ‘vriendschaps’-verzoeken van bijvoorbeeld studenten. Benieuwd geworden? Het artikel is gratis te downloaden van de website van Medical teacher http://informahealthcare.com/toc/mte/36/4.
Kind, T., P.D. Patel, D. Lie, K.C. Chretien, 2014, Medical Teacher, 36(4), pp. 284-290

Peer-coaching with health care professionals: What is the current status of the literature and what are the key components necessary in peer-coaching? A scoping review
Voor sporters die de beste willen worden, is coaching onmisbaar. Deze voortdurende ondersteuning mist vaak in de gezondheidszorg. Zo betogen de Canadese Heidi Schwellnus en Heather Carnahan in een artikel dat verslag doet van een literatuuronderzoek naar ‘peer-coaching’. Dit begrip is zo’n 20 jaar geleden geïntroduceerd in de lerarenopleidingen. Het coachen van een gelijke (=’peer’), van iemand met hetzelfde kennisniveau in een gelijkwaardige relatie, werd ingevoerd om leraren die alleen in een klas werkten te ondersteunen bij het gebruik van nieuw geleerde lesstrategieën. Onderzoek had laten zien dat de transfer van het in een training geleerde naar het klaslokaal steeg van 15-20% naar 95%.
Deze vorm van professionele ontwikkeling en training lijkt ook heel bruikbaar voor gezondheidszorgwerkers in de wijk of andere ambulante settings, waar zij vaak meer geïsoleerd werken dan in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Om die reden onderzoeken de schrijvers wat er in de gezondheidszorgliteratuur bekend is over peer-coaching. Zij vonden zestien relevante artikelen. Het meeste onderzoek naar peer-coaching wordt gedaan in de verpleegkunde en geneeskunde in Noord-Amerika. De interesse voor peer coaching groeide de afgelopen tien jaar: 13 artikelen verschenen na 2003. Een aantal aspecten blijkt cruciaal voor succesvolle peer coaching. Hoewel het niet noodzakelijk is, wordt een vrijwillige relatie aanbevolen. Daarnaast vormen reflectie en zelf-assessment essentiële componenten van het coachingsproces. Ditzelfde geldt voor feedback. En deze feedback moet gericht zijn op iemands sterke punten en niet-beoordelend zijn. Een interessant artikel voor opleiders op zoek naar andere vormen van deskundigheidsbevordering!
Schwellnus, H. & H. Carnahan, 2014, Medical Teacher, 36 (1), pp. 38-46

International Journal of nursing studies

Impact of e-learning on nurses’ and student nurses knowledge, skills, and satisfaction: A systematic review and meta-analysis
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) en het gebruik van e-learning worden veelvuldig ingezet in het medisch en verpleegkundig onderwijs, met name om de kennis te verbeteren. Maar is nog weinig bewijs of e-learning effectiever is dan een meer traditionele wijze van leren. Dit was reden voor drie Finse auteurs om, na een uitgebreide zoektocht in meerdere databases, de 11 gevonden RCT´s (Randomized Clinical Trial) te analyseren. Deze RTC’s zijn uitgevoerd bij in totaal 2491 studenten verpleegkunde: variërend van 42 tot 1294 studenten verpleegkunde in één onderzoek. De opzet en de deelnemers van deze onderzoeken waren grotendeels gelijk, maar het onderwerp was verschillend. Sommige studies onderzochten een scholingsprogramma, andere een training of een toets.
De resultaten laten zien dat er qua geleerde kennis en vaardigheden geen significant verschil is tussen e-learning en traditionele leermethoden. Dit verbaasde de onderzoekers, omdat juist e-learning individueel en op maat kan worden aangeboden en dus beter zou moeten aansluiten op leerbehoeften. Enkele onderzoeken laten wel een hogere mate van tevredenheid zien met e-learningprogramma´s in vergelijking met traditionele programma’s. Maar omdat deze onderzoeken onvolledige gegevens rapporteren over het aantal deelnemers, kunnen er geen harde uitspraken gedaan worden.
De conclusie is dat in het verpleegkundig onderwijs e-learning niet leidt tot een verbetering van kennis en vaardigheden in vergelijking met de traditionele leermethoden, maar ingezet kan worden als een alternatief, met dien verstande dat het afgestemd moet zijn op de behoefte van studenten.
Ook concluderen de onderzoekers dat er meer systematisch onderzoek gedaan moeten worden waarbij een vergelijking tussen de effecten van e-learning en traditionele leermethoden centraal staat.
Lahti , M., Hatonen, H., Valimaki, M, 2014, International Journal of nursing studies, 51 (1), pp. 136-149

The impact of the Bologna process on nursing higher education in Europe: A review
Wat is de invloed van het Bologna-proces op het hoger verpleegkunde onderwijs in Europa? Deze vraag staat centraal in dit artikel. Door de toegenomen globalisering verandert de arbeidsmarkt en ontstaan er mogelijkheden voor mobiliteit, werkgelegenheid en onderzoek in samenwerkingsverband. Dit vraagt om ‘grensoverschrijdend onderwijs’. In 1999 tekenden 29 Europese landen de zogenaamde Bolognaverklaring. Het doel hiervan was om te komen tot een uniform, transparant en efficiënt onderwijsstelsel. In de verklaring zijn bijvoorbeeld afspraken opgenomen over een uniform systeem van studiepunten, het zogenoemde European Credit Transfer System (ECTS), waarbij ieder studiejaar van een voltijdse opleiding 60 ECTS kent. Een ander voorbeeld is de invoering van het diplomasupplement. Dit is een gestandaardiseerde beschrijving van de studie, waardoor diploma’s makkelijker vergelijkbaar worden. En tot slot zijn er afspraken gemaakt rondom kwaliteitsbewaking met behulp van de ENQA (European Association for Quality Assurance in Higher Education).
Om na te gaan wat de invloed van het Bolognaproces is op de Europese opleidingen verpleegkunde is een literatuuronderzoek uitgevoerd. De zoektocht naar literatuur resulteerde in 24 artikelen, een boek en een verslag van een commissie. Maar direct maken de auteurs al enige kanttekeningen bij de gevonden onderzoeken. Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre beschreven ontwikkelingen in het verpleegkunde onderwijs een directe relatie hebben met de Bologna-afspraken. Ook is niet duidelijk of hetgeen beschreven wordt daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd.
De meest zichtbare verandering is dat de landen die zich hebben aangesloten, de overgang maken naar een systeem van 3-jarige bachelor en 2-jarige masteropleiding. Vaak een ingrijpende verandering. De onderzoeken beschrijven van de professionalisering van het verpleegkundig beroep. Deze professionalisering vraagt om een gedegen opleiding op bachelorniveau. Want de vergrijzing, toename van het aantal chronisch zieken en een toenemende complexiteit van zorg vergroten de vraag naar verpleegkundigen die zelfstandig, analytisch en research-based kunnen werken. Toch zijn er ook delen van Europa waar de overgang van de opleiding verpleegkunde naar het hoger onderwijs als een te hoge kostenpost wordt gezien.
Naast voordelen, levert de transitie van beroepsonderwijs naar hoger onderwijs ook problemen op. Zo komt uit meerdere onderzoeken naar voren dat docenten onvoldoende zijn toegerust om de studenten op bachelorniveau les te geven. Ook ervaren werkgevers en studenten dat verpleegkundigen opgeleid in het hoger onderwijs minder klinische vaardigheden hebben dan studenten opgeleid in ziekenhuizen. Verder blijkt taal(vaardigheid) een barrière voor de mobiliteit van studenten en afgestudeerden; omdat met name in het beroep van verpleegkundige communicatie met de patiënt en andere disciplines belangrijk zijn om goede zorg te verlenen en misverstanden te voorkomen.
De auteurs concluderen dat het Bologna-proces een positieve invloed heeft gehad op de status van het diploma (beroep), de ontwikkeling van algemeen geaccepteerde competenties en de rol van de masteropleiding (MNAP). Studenten die een stage in het buitenland hebben gelopen, hebben meer begrip voor andere culturen, zijn zelfverzekerder, hebben meer zelfvertrouwen en willen na diplomering in het buitenland werken. Toch is ook nog veel te ontwikkelen. De auteurs bevelen aan dat er verder cross-cultureel onderzoek wordt gedaan. De wereld van morgen is veel internationaler en verpleegkundigen zullen daarop moeten worden voorbereid!
Collins, S., Hewer, I., 2014, International Journal of Nursing Studies 51(1), pp. 150–156

Journal of advanced nursing

An integrative review of the factors influencing new graduate nurse engagement in interprofessional collaboration.
Net afgestudeerd en dan gaan werken, dat is best lastig. Een nieuwe werkkring betekent socialiseren, nieuwe kennis opdoen en de organisatie leren kennen. Er wordt verwacht dat de verpleegkundige al snel functioneert als volwaardig teamlid. En dat kan leiden tot teleurstelling, demotivatie en vertrek. Hoe kunnen instellingen pas afgestudeerde verpleegkundigen behouden? In het artikel wordt verondersteld dat multiprofessionele samenwerking een belangrijke rol speelt in het behouden van net gediplomeerden. Dus zijn de auteurs op zoek gegaan naar wat bevorderende en belemmerende factoren kunnen zijn voor beginnende verpleegkundigen om tot multiprofessionele samenwerking te komen. Op basis van literatuuronderzoek komen zij tot factoren op drie niveaus: individueel, team en organisatie niveau.
Een aantal factoren is zowel belemmerend als bevorderend. Op individueel niveau worden genoemd zelfvertrouwen, kennis, ervaring en communicatief zijn. Op team- en organisatieniveau ondersteuning en respect. Daarnaast worden als bevorderende factoren genoemd: kritisch denken, waardering en vertrouwen krijgen, informele en formele ondersteuning en gefaciliteerd worden. Het vragen kunnen stellen aan en bevraagd worden door andere professionals wordt als waardevol ervaren.
Aanbevelingen zijn er voor de opleidingen en het werkveld. De opleidingen zouden meer aandacht moeten besteden aan leiderschap, conflicthantering, delegeren, grenzen bewaken, kennis van andere disciplines en samenwerkingsvaardigheden. De praktijk zal de nieuwkomers moeten verwelkomen met een goede introductie, een stabiele werkomgeving, rekening moeten houden met het beginniveau, een mentor en een periode van 3-6 maanden om ingewerkt te raken. Door als opleiding en praktijk met al deze factoren rekening te houden zullen jonge, net afgestudeerde verpleegkundigen, behouden blijven voor dit mooie beroep.
Pfaff, K., Baxter, P., Jack, S., Ploeg, D., Journal of advanced nursing, 70(1), pp. 4-20