Recensie: Beoordelen van competenties

  • 3 min.
  • Recensie
  • Recensies

Jos Geerligs heeft voor cgo-ontwikkelaars en lerarenopleiders een boek geschreven, dat ingaat op het beoordelen van competenties van mbo-studenten. Centraal in het boek staan inhoud, methoden en modellen van competentiegericht beoordelen.

Het boek bouwt voort op competentiegericht onderwijs dat vanuit een zogenaamde DELTA-structuur wordt vormgegeven. DELTA is een acroniem voor Diagnose van Ervaringen voor Leren en Trainen van procesbewustzijn – Awareness. DELTA is een taxonomie voor adequaat handelen, door eerst te diagnosticeren, systematisch leervragen van studenten te formuleren, leerdoelen te beschrijven, competenties te meten en het niveau van de verworven competenties te bepalen. Het laatste onderwerp sluit aan op de inhoud van het boek.

Beoordelen van competenties is gebaseerd op drie verdiepingsvragen (p. 8): wat kon, wat speelde, wat vond je. Het zijn open vragen die aansluiten op de dynamiek van de werkprocessen uit de arbeidspraktijk. Tegelijkertijd wordt aangesloten bij de definitie van competentie (p. 10): adequaat handelen in veranderlijke situaties (theorie, praktijk en doel, zie p. 12 en 24). De competentiebeoordelingen van docenten gaan uit van de theorie (klopt de argumentatie van de student); sluit het aan bij de belangen van de actoren (klopt het reflectief oordeelsvermogen); maakt de student een beargumenteerde afweging (is het oordeel overeenkomstig het doel). Centraal stelt de auteur de leervragen van de student (p. 13) en verbindt de leervragen aan competentieverwerving (p. 15 ). Vervolgens worden modellen gepresenteerd (p.16, 24, 49 en 55) aan de hand waarvan studenten op 15 criteria kunnen worden beoordeeld. De stagebegeleiding vindt plaats op basis van belevenissen van de student -> reconstructie van deze belevenissen -> het stellen van leervragen -> het vaststellen van een onderwijsprogramma dat aansluit bij de leervragen van de student. De 15 criteria (die op p. 20 variabelen worden genoemd) bepalen de beoordeling van de student en zijn gebaseerd op internationale beoordelingsrichtlijnen (p. 25, 41 en 45).

Op basis van literatuurstudie en ervaringen uit het DELTA-project introduceert de auteur een diagnostisch model, gebaseerd op drie leervragen: (1) Hoe ging het? (focus op kerntaken); (2) Hoezo? (focus op processen); (3) Hoe diep zit het bij jou? (focus op de persoonlijke werkontwikkeling). Het model is bedoeld als begeleidingsmodel voor de beoordeling van studenten die stage lopen. Het model vormt op de x- en y-as een matrix van variabelen en ontwikkelstappen die een student tijdens het leerproces in de arbeidspraktijk doorloopt. Het is de moeite waard om de werkelijke effecten van dit model met behulp van een quasi-experimenteel onderzoeksontwerp praktijkgericht te onderzoeken. Maar ook zonder effectmetingen brengen de modellen in dit boek nieuw perspectief en samenhang in het verbeteren van de beoordelingspraktijken. Praktijken die zijn ingebed in de dynamisch complexe werkelijkheid van arbeid en leren, gericht op het ontwikkelen van competenties. Met behulp van deze modellen probeert de auteur de docenten aan te zetten hun beoordeling van studenten te objectiveren, waardoor meer bewust wordt gewerkt aan valide en betrouwbare beoordelingen. Tegelijkertijd wordt hiermee het onderwijs vernieuwd. Toch beperkt de implementatie van de modellen zich niet alleen tot docenten. Ook praktijkopleiders, leermeesters en werkbegeleiders moeten in co-creatie met docenten uitvoering geven aan de werkbegeleiding en beoordeling. Niet enkel gericht vanuit de school maar samen met de bedrijven. Hierdoor kunnen de modellen worden gevalideerd en geïmplementeerd. Daarnaast zijn de modellen met een accentverschuiving naar de loopbaan van de student ondersteunend voor de ontwikkeling van ‘loopbaanleren’.

Het boekje munt uit in het doordenken van de complexe mechanismen, waarop het beoordelen van competenties is gebaseerd. Docenten die weinig tijd hebben om te reflecteren (p. 44) worden door het boekje uitgedaagd om op hun beoordelingspraktijken te reflecteren. En dat is precies de bedoeling van de auteur. Het boek is een aanrader voor stagedocenten om objectief, betrouwbaar en valide competenties van studenten te leren beoordelen (wat moet ik beoordelen) en vooral te doordenken (hoe moet ik beoordelen).