Cliënten met Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) ervaren hun aandoening als een breuk in de levenslijn. Niet alleen de cliënt wordt geconfronteerd met de ingrijpende gevolgen, ook de omgeving van de cliënt. Het leven dient op een andere wijze ingericht te worden, zodat de cliënt weer greep krijgt op zijn leven. Dit is een zoekproces voor alle betrokkenen, ook voor de hulpverleners. De Empathisch Directieve Methode is een methode die bewezen heeft resultaten op te leveren bij cliënten met niet-aangeboren hersenletsel. Omdat het gaat om cliënten die verschillende met elkaar samenhangende gedragsproblemen kennen is deze methode geschikt. De methode kent een of meerdere benaderingswijzen met redelijk veel sturing maar ook met aandacht voor de eigenheid van de cliënt en ruimte voor zijn wensen. In het boek wordt aangegeven welke beroepscompetenties de hulpverlener nodig heeft om deze cliënten methodisch te ondersteunen. De hoofdstukken zijn geschreven op basis van een vijftal beroepscompetenties. Elk hoofdstuk begint met theorie die aansluit bij de beroepscompetentie. Aan het eind van elk hoofdstuk zijn opdrachten en praktijksituaties beschreven om de theorie toe te passen in de eigen beroepspraktijk. De samenstellers van het boek geven eveneens aandacht aan de proeve van bekwaamheid als toets. Ook zijn voorbeeldformulieren opgenomen om te komen tot reflectie op het handelen en een beoordelingsformulier voor werkbegeleider en leidinggevende.
Het boek is geschikt voor meerdere doelgroepen. Het is ten eerste zeer goed bruikbaar in een leertraject voor een team dat cliënten met niet-aangeboren hersenletsel begeleidt. Het doel van zo’n traject is dan om de kwaliteit van het methodisch ondersteunen van cliënten met niet-aangeboren hersenletsel te optimaliseren. Tevens is dit boek geschikt voor het middelbaar beroepsonderwijs. Omdat de auteurs werkzaam zijn in een zorginstelling voor NAH-cliënten heeft het boek een hoog praktijknabijheidsgehalte wat het boek alleen daarom al aantrekkelijk maakt.