Recensie: Gamen en autisme

  • 2 min.
  • Recensie
  • Recensies

Veel jongeren met autisme voelen zich aangetrokken tot technologie, computers en gamen. De wereld van nulletjes en eentjes is immers voorspelbaar en helder en technologie luistert in principe altijd naar jouw commando’s. De sociale wereld is voor mensen met autisme veel complexer.

Ouders en begeleiders maken zich vaak zorgen over deze passie voor technologie en dan met name voor gamen. Hoe ondersteun je een kind met autisme in het vinden van een balans tussen enerzijds de plezierige en veilige wereld van het gamen en anderzijds het oefenen van vaardigheden in de sociale wereld? Herm Kisjes en Erno Mijland geven antwoord op deze vraag in hun boek ‘Gamen en autisme’. Beide auteurs hebben zich verdiept in het thema ‘gamen’ en kwamen daarbij steeds vaker mensen met autisme tegen die graag games speelden. Hiermee was de nieuwsgierigheid gewekt en is nader onderzoek gedaan.

In de inleiding worden de begrippen PDD-NOS, Asperger, en klassiek autisme kort toegelicht. Deze uitleg wordt afgewisseld met citaten van jongeren met gameproblemen uit de praktijk van Kisjes wat het boek prettig leesbaar maakt. Uit een online enquête onder gamende jongeren met autisme bleek overigens 95% jongen en 5% meisje te zijn. In het eerste hoofdstuk leggen de auteurs uit waarom de eigenschappen van een game naadloos aansluiten bij de beperkingen, mogelijkheden en behoeften van de mensen met autisme. De auteurs staan ook stil bij de positieve effecten van het spelen van games op kinderen met autisme. Daarnaast komen speciaal ontwikkelde games voor kinderen met autisme, de zogenaamde ‘serious games’ aan bod. In het hoofdstuk over de negatieve effecten van gamen maken de citaten van ouders duidelijk welke problemen het spelen van games kunnen geven binnen een gezin. Vervolgens worden de oorzaken van deze problemen toegelicht in een nieuw hoofdstuk.

Gamen kan leiden tot problemen. Die kunnen klein en overkomelijk zijn tot zeer ernstig van aard. Ze kunnen door de gamer zelf als probleem worden ervaren, zoals slapeloosheid. Maar ook de omgeving kan gamegedrag als een probleem ervaren, bijvoorbeeld als de jongere minder meedoet in het gezin. In een apart hoofdstuk wordt ingegaan op het tijdig herkennen en signaleren van gameproblemen bij kinderen, het opvoeden van gamende jongeren met autisme en het begeleiden van groepen van jongeren met autisme. Tot slot bevat het boek een uitgebreide toolkit ‘gezond gamen’ gericht op de gamende jongeren zelf. Deze toolkit heeft als doel om de jongere zelfstandig (of met enige hulp) in zes weken het gamen een gezonde plek te geven in het dagelijks leven. Gamen en autisme geeft inzicht in een hedendaags fenomeen waar je als opleider of docent mee te maken kunt krijgen. Het kan helpen bij het vroegtijdig signaleren van problemen bij gamende leerlingen of studenten om hen vervolgens door te verwijzen naar deskundigen op dit gebied.