Recensies

  • 7 min.
  • Recensies

Voorbeeldig handelen Basiszorg 
G.H. Siereveld, C. van Stipdonk, J. van ’t Wout 
Uitgever: Bohn Stafleu, van Loghum Houten 
ISBN: 978-90-313-6889-1 
Prijs: € 14,90

Er is een uitgebreid aanbod van leermiddelen om studenten te ondersteunen bij het zich eigen maken van verpleegtechnische handelingen.

Nieuw is een handzaam fotoboekje van stevig papier in A3 formaat. Door de ringband kan het makkelijk opgeslagen worden en bij het oefenen of bestuderen vallen de bladzijden niet terug. Van 32 basis- en specifiek verpleegtechnische handelingen wordt met behulp van heldere foto’s stap voor stap de voorbereiding, uitvoering en afronding in beeld gebracht.

Het boekje begint met aantal pictogrammen, waarin met name de voorbereiding en afronding gevisualiseerd wordt. Bijvoorbeeld een pictogram van een opengeslagen dossier met daarbij de tekst: raadpleeg het dossier. Of een bed met een pijltje dat naar boven wijst en een pijltje dat naar beneden wijst met als bijbehorende tekst: stel de juiste werkhoogte in.

Als er een handeling beschreven wordt, staan er bij de fase voorbereiding meestal 5 of 6 pictogrammen waarmee in kort bestek duidelijk wordt wat de leerling aan voorbereidende handelingen moet doen. Goed gevonden is ook de wijze waarop alle benodigde materialen op 1 foto in beeld worden gebracht, met daaronder de materialen in tekst.

Per bladzijde staan er maximaal 6 foto’s met een minimale hoeveelheid tekst. De foto’s zijn van goede kwaliteit; helder, aantrekkelijk om te zien en de situatie is realistisch in beeld gebracht.

Het blijft natuurlijk de discussie of je leerlingen middels een plaatjesboek echt bekwaam maakt. Het waarom van de handeling is weggelaten, maar wordt al kijkende ook gemist. Daarmee lijkt dit boekje minder geschikt voor de opleiding niv. 4 en 5; van deze studenten wordt immers verwacht dat zij de achterliggende principes en van daaruit niet-standaardsituaties kunnen beredeneren. Niet overal zijn de meest recente inzichten toegepast. Bijvoorbeeld het handen wassen. Volgens de laatste WIP richtlijn hoeven de zorgverleners nog maar in weinig gevallen de handen te wassen, de nadruk moet liggen op het desinfecteren van de handen.

Als basisboek voor helpenden en verzorgenden en voor leerlingen die visueel zijn ingesteld, zeker aan te bevelen. Ook kan het, zeker voor die prijs, goed aangeschaft worden voor afdelingen waar veel basiszorg plaatsvindt om alle medewerkers de handelingen op eenzelfde manier te laten uitvoeren.

Joke van der Meer


Moeiteloos leren leven 
Auteur: Rogier Gielen
ISBN: 978 90 5594 6815
Pag: 184
Uitgever: www.scriptum.nl 
Prijs: € 16,95

Een sprankelende titel voor een boek dat handelt over de tegennatuurlijke reactie op onze emoties. Deze sleutel hebben we nodig om onszelf te bevrijden van onze worstelingen en om de barrières te slechten die tussen ons en onze doelen in staan. Volgens de auteur is dit de elegantste en meest snelwerkende manier om dat te realiseren. Hij beschrijft in zijn boek twee technieken die door hun neurologische werking uitstekend helpen. Dat zijn Emotional Freedom Techniques en Silent Hands. Hij begint met uit te leggen dat alles wat we doen, voelen en denken te maken heeft met het bevredigen van onze behoeften en het vervullen van onze verlangens. Om dan verder te gaan met het bespreken van hoe wij waarde hechten aan onze behoeften en verlangens. Ook is er aandacht voor hoe we omgaan met onze emoties die bepalen of we leven als levenskunstenaar of als worstelaar. Dan geeft hij in vier stappen aan hoe we moeiteloos kunnen leren leven. In stap één wordt inzichtelijk hoe we in onze jeugd verlangens overwaarderen. In stap twee maakt hij duidelijk welke negatieve emoties je wilt vermijden en welke vermijdingsstrategieën de mens daarbij hanteert. En als we eenmaal weten hoe we worstelen komen we toe aan het verwerken. In de derde stap maak je kennis met technieken om negatieve emoties snel te verwerken. In de vierde en laatste stap van de Moeiteloosmethode wordt inzichtelijk welke verlangens nog meer een grote rol spelen in leven en werk. Wanneer je de beschrijving volgt en handelt volgens die beschrijving dan kom je in de fase van Moeiteloos leven. Het gevoel van de momenten dat je helemaal in je element bent. Bijvoorbeeld wanneer je opgaat in muziek, geconcentreerd aan het sporten bent of een inspirerend gesprek hebt. Het leven kost dan even geen moeite. Alles gaat vanzelf. De auteur wil aangeven dat je deze gelukkige staat veel vaker kunt bereiken. Een staat waarin je vertrouwt op je intuïtie, je onbewuste en waarin je merkt dat je impact hebt op andere mensen. Alles draait om de tegennatuurlijke reactie op je emoties. En met die nieuwe methode kun je op snelle wijze de werkelijke oorzaak van je problemen oplossen.

Een origineel boek dat je leert op een andere manier om te gaan met problemen en negatieve emoties. En zo wordt het leven een stuk lichter en leuker. De auteur is zo eerlijk te zeggen dat er niets gaat boven zelf ervaren. Dus adviseert hij niets te geloven van wat hij in het boek beweert. Immers geen enkele methode werkt voor iedereen.

Wanneer je experimenteert, kun je zelf bepalen wat voor jou het beste werkt. Ik heb het boek gelezen maar nog niet geëxperimenteerd. Maar dat hoeft geen reden voor u te zijn om niet te experimenteren. Uitdagend is het wel.

Othmar van Hanxleden


Een doorbraak forceren voor werkplekleren 
Landelijke tussenrapportage doorbraakproject werkplekleren 2008-2009 Auteurs: Prof. dr. A.F.M. Nieuwenhuis, K.E. de Ries MSc, Drs. M.P. Kat, Dr. D.J.J.M. Nijman, Drs. M.M. van Vijfeijken in samenwerking met Olaf van Tilburg
Tilburg, oktober 2009.
Uitgever: IVA beleidsonderzoek en advies, Tilburg, Tel. (013) 4668466

Deze uitgave is tot stand gekomen binnen het Doorbraakproject werkplekleren, een Innovatiearrangement gefinancierd door Het Platform Beroepsonderwijs. Aan het doorbraakproject wordt deelgenomen door: de Politieacademie; ROC de Leijgraaf; ROC Eindhoven; ROC Leiden; ROC Midden Nederland; ROC van Twente; ROC Zadkine. Naast deze ROC’s is ook een aantal hogescholen aan dit doorbraakproject verbonden’; o.a. voor de leerafdelingen de hogescholen van Utrecht, Eindhoven en Rotterdam en voor de doorlopende leerweg mbo-hbo Saxion Hogescholen te Enschede.

Het verschenen rapport van oktober 2009 betreft de eerste landelijke tussenrapportage van het Doorbraakproject werkplekleren (zie p.5). Het doorbraakproject bestaat uit zeven regionale mbo-hbo combinaties die verschillende varianten van werkplekleren openstellen voor landelijk vergelijkend onderzoek. Daarbij is sprake van een tweeledig leerproces: op het niveau van opleidingsteams wordt systematisch gezocht naar optimale professionele interventies om werkplekleren te verbeteren en op landelijk niveau wordt gezamenlijk gezocht naar empirisch bewezen handelingsvoorschriften voor effectieve vormgeving van werkplekleren. De ontmoeting van beide kenniskringen is niet zonder problemen, gezien de verschillende grondslagen en doelstellingen. Daarnaast wordt de vernieuwing van de praktijk van werkplekleren gebaseerd op empirische evidentie van de werking van vernieuwingsideeën. Er is nog weinig ervaring met deze doorbraakmethodiek, waardoor het project zelf ook als een experiment kan worden gezien.

In deze rapportage staan de ontwerpen en praktijken van de verschillende opleidingen centraal: hoe ziet de actuele vormgeving eruit en waar zien de opleidingen kansen voor verbetering. Als uitgangspunt voor het project zijn de volgende thema’s gekozen: sequens (de praktijkleerlijn); leerprocessen; begeleiding en beoordeling; en co-makership. Aan de hand van deze thema’s zijn de ontwerpoverwegingen en de uitvoering van het werkplekleren binnen de verschillende opleidingen in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat de opleidingen vooral leeractiviteiten organiseren, zonder direct zicht te hebben op leerprocessen die zich bij de deelnemers afspelen. Veel ontwerpoverwegingen zijn van praktische aard en het ‘ontwerp in uitvoering’ wordt onderbouwd; dit leidt tot verschillende argumenteerlijnen. Docententeams moeten praktische knopen doorhakken in de afweging tussen tijd en kwaliteit en tussen protocol en budget. Het doorbraakproject biedt de kans om die vicieuze cirkel te doorbreken door bij elkaar in de keuken te kijken, en door met elkaar de kwaliteit van gehanteerde redeneerlijnen te testen. Het doorbraakproject bevindt zich aan de start van de fase, waarin vergelijkend onderzoek met betrekking tot de huidige praktijken binnen de regio’s plaatsvindt. Deze onderzoeken hebben betrekking op: samenwerkend leren, vergelijking van werkplekken, professionalisering van docenten en praktijkbegeleiders, formeel en informeel leren, het begeleiden van volwassen deelnemers en co-makership. Deze fase moet uitmonden in een meer competitieve fase, waarbij de instellingen zullen experimenteren met verschillende, voor het werkplekleren relevante aspecten, om het werkplekleren te optimaliseren. De volgende V&V-opleidingen zijn bij het project betrokken (zie p.45):

SectorNiveauRegioOpleidingen
Zorg







N2

Eindhoven Helpende Zorg en Welzijn
Leiden Helpende Zorg en Welzijn
Rijnmond Helpende Zorg
N3/4


Eindhoven N3/ Verzorgende
N4/ mbo Verpleegkundige
N3-4/ Pedagogisch Werk / Sociaal Agogisch Werk (welzijn)
Midden-Nederland N4/ mbo Verpleegkundige
N3/ Verzorgende
Rijnmond N3/ Verzorgende IG
N4/ Verpleegkundige
De Leijgraaf N3/4 Maatschappelijke Zorg
N4 Twente Onderwijsassistent
N5 Eindhoven hbo-Verpleegkundige
Midden-Nederland hbo-Verpleegkundige
Rijnmond hbo-Verpleegkundige

De auteurs zijn van mening (zie p.34) dat de opleidingen hun best doen om met de middelen die voorhanden zijn te bouwen aan adequate beroepsopleidingen. Een goed contact met de bedrijven is hiervoor onontbeerlijk! Hetgeen de projectleiders (b.v. in Leiden) veel energie kost. Ook de praktijk van docententeams is volgens de auteurs van het rapport ‘contested’: knopen moeten worden doorgehakt in de afwegingen tussen tijd en kwaliteit en tussen protocol en budget. Docententeams organiseren leeractiviteiten, maar de beoogde leerprocessen blijven vaak onderbelicht.

Het doorbraakproject biedt de kans om die vicieuze cirkel te doorbreken, door bij elkaar in de keuken te kijken, en door met elkaar de kwaliteit van gehanteerde redeneerlijnen te testen. De opleidingen bieden werkvormen en leerpraktijken aan, die door deelnemers en praktijkbegeleiders vaak worden gewaardeerd, maar ook worden bekritiseerd. Dat is, vooral in het licht van de onzekerheid rond de invoering van CGO, een bemoedigend signaal.

Gerard Rikken en Peter van Bleijswijk