Gehandicaptenorganisatie Pluryn werd door Calibris gekozen tot Beste Leerbedrijf 2009 in de sector Zorg. ‘We zien deze prijs als een beloning voor ons opleidingsbeleid. We zijn er heel trots op’, aldus Fred Pierrot, praktijkopleider en medewerker deskundigheidsbevordering.
Hoeveel studenten leidt Pluryn jaarlijks op?
‘In totaal 15 procent van onze 2400 medewerkers is student. Voor bol-studenten en voltijders uit het hbo hebben we korte en lange stages. Daarnaast bieden we trajecten voor bbl’ers en duale studenten. We begeleiden aankomende verpleegkundigen van niveau 4 en 5, medewerkers maatschappelijke zorg, verzorgenden voor de individuele gezondheidszorg, sociaal pedagogisch werkers en pedagogen op hbo-niveau. Iedere student wordt gekoppeld aan een ‘eigen’ werkbegeleider - 15 procent van de medewerkers is intern opgeleid tot werkbegeleider. Zij ondersteunen de studenten bij het behalen van hun competenties. Maar ook de overige teamleden hebben een grote bereidwilligheid om studenten te ondersteunen. Daarnaast werken er bij Pluryn acht praktijkopleiders en twee opleidingsadviseurs.’
De jury stelt dat Pluryn ‘het opleiden naar strategisch niveau heeft weten te tillen’. Wat wordt daarmee bedoeld?
‘Dat we organisatiebreed oog hebben voor het belang van opleiden: het hoger management, het middelmanagement, de werkvloer. Al onze locaties in Groesbeek, Nijmegen, Oosterbeek, Voorst en Beekbergen hebben opleiden hoog in het vaandel staan. Zowel financieel als qua uren en menskracht wordt er veel in geïnvesteerd.’
De jury prijst het Instrument Beroepshouding dat Pluryn ontwikkelde. Wat houdt dit in?
‘De Checklijst Beroepshouding en Taakvolwassenheid, zoals het instrument voluit heet, is ontwikkeld als aanvulling op de eisen die de school aan de studenten stelt. Met dit instrument maken we inzichtelijk wat we als Pluryn van hen verwachten. We beoordelen hen op zestien aspecten, zoals: het nakomen van afspraken, feedback geven en ontvangen, samenwerken. Vaak worden dit soort onderdelen van de beroepshouding impliciet meegenomen in een beoordeling. Wij wilden ze expliciet maken. Periodiek overlegt het team met de student welke competenties nog verder ontwikkeld kunnen worden. Zo wordt voor de student de eigen groei inzichtelijk gemaakt. Ook voor de medewerkers – het vaste personeel – blijft competentieontwikkeling trouwens belangrijk. Voor hen hebben we een speciaal Scholingstraject Competentieontwikkeling gemaakt, zodat zij hun professionaliteit steeds verder kunnen uitbouwen.’
Selectiecriteria
Jaarlijks wijst Calibris een Beste Leerbedrijf aan in de sectoren Zorg, Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg en Sport. De selectie gebeurt aan de hand van vijf criteria, zo vertelt Hans Timmerman, juryvoorzitter Zorg en in het dagelijks leven senior beleidsmedewerker Arbeidsmarkt/Onderwijs bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. ‘Ten eerste kijken we naar de samenwerking tussen leerbedrijf, onderwijs en leerlingen. Hoe wordt de leerling ondersteund? Een tweede criterium is de betrokkenheid van de medewerkers bij het opleiden. Verder onderzoeken we hoeveel zorginstellingen investeren in stages. Bovendien is de samenwerking met de omgeving – andere zorginstellingen, het onderwijs – een aandachtspunt. Tot slot kijken we naar innovatie binnen een leerbedrijf. Op al deze aspecten scoorde Pluryn heel goed. We waren er zeer over te spreken dat er bij Pluryn in alle lagen van de organisatie oog is voor opleiden. Bovendien viel het ons op dat de studenten zo tevreden zijn over Pluryn.’
De prijs voor het Beste Leerbedrijf is ingesteld om goede voorbeelden van opleiden boven water te krijgen. De adviseurs van Calibris maken een voorselectie van goede leerbedrijven; de jury kiest eerst drie genomineerden en ten slotte de prijswinnaar.
Deze krijgt een sculptuur en een cheque van € 2000,– te besteden aan een innoverend initiatief op het gebied van opleiden.
Pluryn was een van de eerste instellingen die startte met een leerafdeling in de gehandicaptenzorg?
‘Dat klopt. Vorig jaar zijn we ermee begonnen op de locatie Het Hietveld in Beekbergen, in samenwerking met ROC Aventus. Tien studenten van welzijnopleidingen begonnen aan het traject; negen rondden het succesvol af. En met plezier! Ze waren allemaal ontzettend enthousiast.
Omdat we merkten dat veel collega-instellingen belangstelling hebben voor onze leerafdeling, hebben we voor hen een uitwisselingsdag georganiseerd, waarop ze ons hun vragen konden stellen.’
Behalve met ROC Aventus werkt Pluryn samen met ROC Nijmegen en ROC Rijn IJssel?
‘Ja. We vinden het belangrijk om onderwijs en praktijk zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarom zijn we samen met andere gehandicaptenzorginstellingen het project Doorlichten en verbeteren gestart. We hebben het regionaal beroepsonderwijs uitgenodigd om samen te werken aan opleidingstrajecten die aansluiten bij de vraag vanuit het werkveld. In gezamenlijkheid is er bijvoorbeeld invulling gegeven aan de nieuwe opleiding Maatschappelijke Zorg. We hebben gekeken welke eisen er aan die opleiding worden gesteld vanuit de kwalificatiedossiers, maar ook wat de instellingen nodig hebben. Dat hebben we vertaald naar de nieuwe opleiding.’
Waarom hecht Pluryn eigenlijk zoveel belang aan opleiden?
‘Met het oog op de toekomst is het cruciaal dat we voldoende jongeren enthousiast weten te maken voor de gehandicaptenzorg. Anders hebben we straks misschien te weinig goed gekwalificeerd personeel. Daarom investeren wij veel in opleiden. Daarnaast proberen we het imago van de zorg te verbeteren. Bijvoorbeeld met behulp van nieuwe voorlichtingsfolders voor scholieren. Ook is een aantal mensen binnen Pluryn benoemd tot Ambassadeur. Zij gaan naar scholen – van basisonderwijs tot en met hbo – om te vertellen over het werken in de gehandicaptenzorg. Veel kinderen en jongeren hebben helaas een vrij stereotype en ouderwets beeld van onze cliënten en van het werken in de zorg. Daar proberen wij verandering in te brengen. Met datzelfde doel hebben we ons aangesloten bij een imagocampagne van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. Het lijkt er gelukkig op dat al die inspanningen wel vruchten afwerpen. Het aantal open sollicitaties neemt al een tijdje toe en ook hebben we hier nu veel meer studenten dan een jaar of zeven geleden, toen we met het vernieuwen van het praktijkleren zijn begonnen.’
Wat zijn de toekomstplannen?
‘Dit is geen eindstation! We willen doorgaan op de ingeslagen weg. Daarnaast ligt het in de bedoeling om ook mensen van niveau 2 – en later misschien ook 1 – hier te gaan opleiden. Bovendien willen we meer leerafdelingen creëren. Idealiter zouden dat afdelingen moeten zijn waar studenten van niveau 2, 3, 4 en 5 samenwerken met vaste personeelsleden. Dat vergt natuurlijk de nodige organisatie, maar daar schrikken wij niet voor terug. Wij zijn DIM-denkers: we denken in mogelijkheden. We zijn arrogant genoeg om te geloven dat de studenten al hun competenties hier kunnen behalen. We hebben alles in huis om, samen met de onderwijsinstellingen, vakbekwame beginnende beroepsbeoefenaars te kunnen afleveren. Verder is het een ambitie om nog meer bedrijfsopleidingen te ontwikkelen. Medewerkers kunnen intern al geschoold worden op het gebied van bedrijfshulpverlening, omgaan met calamiteiten, werkbegeleiding, competentieontwikkeling. In de toekomst hopen we het aanbod verder uit te breiden.’