Vier recensies

Dit boek is de zevende druk en drastisch gewijzigd! Het gaat om de gezondheidszorg van 2007 en de gezondheidskundige ontwikkelingen die van invloed zijn op de gezondheidszorg. Op een didactisch heldere wijze krijgt de lezer een goed overzicht over de organisatie en het functioneren van de gezondheidszorg in Nederland; geschikt voor studenten in het mbo en hbo. Belangrijke vragen worden behandeld: ‘Wat betekent multidisciplinaire samenwerking in de gezondheidszorg?, ‘Wat behelzen de begrippen marktwerking, kwaliteitszorg en vraagsturing?’ Het eerste hoofdstuk verkent het hele domein van de gezondheidszorg in vogelvlucht. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en interviews gaan de auteurs in de hoofdstukken erna dieper in op de afzonderlijke onderdelen. Zo worden de verschillende ‘lijnen’ in de zorgsector inzichtelijk gemaakt en worden abstracte begrippen als ‘kwaliteitszorg’ en ‘samenwerking in de zorgketen’ verduidelijkt. Recente ontwikkelingen in de gezondheidszorg, zoals de financiering van het zorgstelsel, krijgen in deze 7e, herziene druk ruimschoots aandacht. Door de overzichtelijke tabellen, figuren en trefwoordenlijst is deze inleiding in de gezondheidszorg een basisboek voor studenten in het hoger beroepsonderwijs, maar ook voor studenten van het mbo, die van plan zijn in de gezondheidszorg te gaan werken. Daarnaast is het een praktische en toegankelijke introductie van het werkgebied gezondheidszorg dat ook voor andere onderwijsdoeleinden kan worden ingezet. Bijvoorbeeld ter ondersteuning voor medewerkers die in het kader van na- en bijscholing op de hoogte willen worden gehouden van nieuwe ontwikkelingen en trends binnen de gezondheidszorg.

Coaches, trainers en therapeuten zijn opgeleid om hun cliënten naar de mond te praten. Elk probleem wordt serieus genomen en de vertrouwensrelatie moet ten koste van alles in stand worden gehouden. Lachen is uit den boze en de hulpverlener heeft de plicht om zinnige, praktische en haalbare oplossingen aan te dragen. Psychologen Jaap Hollander en Jeffrey Wijnberg zetten alle gangbare psychologische tradities op de kop met hun provocatieve stijl van coachen. Met een gefundeerde theorie, praktische toepassingen en concrete oefeningen reiken zij de hulpverlener een vernieuwende aanpak aan. De provocatieve stijl is een manier van communicatie die humor en uitdaging combineert met speelsheid, confrontatie en goed contact.

Dit boek is een handleiding bij vraaggestuurde ondersteuning, die steeds vaker ‘support’ genoemd wordt. De auteur reikt veel praktische aanbevelingen aan voor het ondersteunen van mensen met een verstandelijke handicap. De handreikingen bieden ideeën om de ondersteuning te verbeteren en kennis en vaardigheden te verdiepen. Elk hoofdstuk behandelt concrete ondersteuningsmogelijkheden op een bepaald gebied: ondersteuning van mensen in hun zelfbepaling, in het omgaan met hun beperking, in hun relaties en ondersteuning van mensen in hun tijdsbesteding. Elk gebied is onderverdeeld in heldere en aansprekende thema’s. Het boek is zodanig ingedeeld dat het heel gemakkelijk als naslagwerk gebruikt kan worden. Per thema wordt steeds gebruik gemaakt van de methode ‘Ondersteunend Handelen’. De methode heeft een vaste volgorde om de ondersteuning van cliënten te kunnen vormgeven:

1. Inleiding: waar gaat het over?

2. Vraag: je hebt contact en brengt samen met je cliënt in beeld welke vraag hij heeft.

3. Kennis: je geeft hem de kennis en vaardigheden om zo zelfstandig mogelijk met die vraag om te gaan.

4. Ondersteuning: je ondersteunt hem waar nodig.

5. Terugblik: je kijkt steeds met hem terug of alles naar wens verloopt.

Bijna ieder begeleider van mensen met een verstandelijke beperking maakt wel eens mee dat een cliënt en één van zijn ouders zo aan elkaar zijn gehecht dat ze nauwelijks zonder elkaar kunnen.

Een dergelijke band kan ertoe leiden dat een ouder een kind onbewust vrijheden ontneemt die het nodig heeft om zelfredzaam, even wichtig en weerbaar te worden. De begeleiding van een cliënt met onlosmakelijke hechtingsband vraagt om inzicht en specifieke begeleiding. Het doel is uiteindelijk dat ouder en kind elkaar loslaten. Het centrale thema van dit boek is dan ook het ontwikkelen van een deskundige begeleidingshouding tussen de cliënt en één van zijn ouders. Bij plaatsing van de cliënt in een woonvoorziening wordt het loslatingsproces door deze zogenaamd symbiotische relatie belemmerd. Om escalatie van de daaruit voortvloeiende negatieve en gecompliceerde effecten voor alle betrokkenen te voorkomen wordt deskundigheidsbevordering in dit boek vanuit diverse invalshoeken benaderd. Een concreet beschreven casus, afgeleid van twintig bestaande casussen, vormt de rode draad in dit boek en het uitgangspunt waarop de theorie is gebaseerd. De auteur heeft geen wetenschappelijke pretenties, maar beschouwt haar boek als een kennisverbredende en concrete handreiking voor begeleiders van mensen met een verstandelijke handicap die een symbiotische ouder-kindrelatie hebben. Het is dan ook niet alleen van belang voor hulpverleners, maar ook voor ouders die voor de emotionele beslissing staan om hun zoon of dochter in een woonvoorziening te plaatsen of van wie het kind onlangs naar een instelling is verhuisd. Passages in dit boek zijn informatief en herkenbaar en kunnen eventueel tot eigen inzichten leiden. Ook als er tussen hen en het kind geen sprake is van een symbiotische relatie.