Recensies

  • 5 min.
  • Recensie
  • Recensies

Coaching van cliënten
Auteurs:Simon Schutte en Walter van Limpt
Uitgever:Buijten & Schipperheijn (www.buijten.nl)
ISBN: 90 5881 247 2

Leercoaching in het beroepsonderwijs 1&2 - Deelnemer, Om je beroep zelf te leren,met de hulp van je coach (inclusief CD-Rom)
Auteur Jette van der Hoeven, 2006,
Bohn,Stafleu, van Loghum,ISBN 90-313-4649-7

De wereld waarin we leven is volop in beweging. Participeren in deze dynamische tijd vergt een actieve houding en zoveel mogelijk zelfstandigheid. Mede daarom lijken termen als ‘helpen’ en ‘onderwijzen’ een beetje uit de gratie. Het moderne paradigma is ‘coaching’. Dat is het onderwerp van twee handzame uitgaven, te weten Coaching van cliënten van Simon Schutte en Walter van Limpt en Leercoaching in het beroepsonderwijs 1&2 van Jette van der Hoeven.
In negen bondige hoofdstukken zetten Schutte en Van Limpt de lezer op het spoor van de coachingspraktijk in de zorg. Beiden zijn sinds jaar en dag gepokt en gemazeld in deze wereld. Ze wijden een kort hoofdstuk aan de veranderingen die zich sinds de jaren ’70 hebben voorgedaan. Gaandeweg is het accent verschoven van verzorging in de periferie naar ondersteuning in het hart van de samenleving. Het coachen van cliënten is een vorm van vraaggericht ondersteunen, een werkwijze waarmee ondersteuners een optimale zelfstandigheid van cliënten beogen. Voor mensen met een langdurige ervaring in de zorg en met name voor herintreders betekent dit een forse verandering in werkwijze en –houding. Voor hen is dit boekje dan ook speciaal bedoeld. Centraal bij de vraaggerichte ondersteuning staat het begrip ´kwaliteit van leven´. Hiervoor gaan Schutte en Van Limpt te rade bij Robert Shalock, een gezaghebbende pionier van de ‘self advocacy’ zorg. Shalock onderscheidt een achttal kwalitatieve levensdimensies, deels gelegen in het gebied van zelfsturing.
Alvorens te komen tot een afgewogen coachingsmethodiek wordt de lezer vertrouwd gemaakt met een aantal basisvaardigheden, zoals ´echt luisteren´, en de kunst van het vragen stellen. Een en ander resulteert in het aankweken van een ´coachende grondhouding´.
Het boekje is geschreven in ongekunstelde spreektaal en leest gemakkelijk weg, ook voor mensen die van lezen geen hobby hebben gemaakt. Zonder enige intellectuele pretentie en met een aantal treffende praktijkvoorbeelden wordt de lezer uitgedaagd ogenschijnlijk vertrouwde zaken te heroverwegen. Niet alleen aanleren maar ook afleren is het devies. Schutte en Van Limpt benadrukken dat het contact tussen cliënt en ondersteuner ten diepste de ontmoeting is van twee eigen geschiedenissen. Zo´n ontmoeting kan de kwaliteit van leven verhogen, zowel op actieve wijze (met creativiteit, avontuur en afgewogen risico’s) als op passieve (aanwezig zijn, ruimte geven, luisteren en stilte). Het laatste hoofdstuk, de Methodiek van het Coachen van Cliënten, vraagt een grotere intellectuele inspanning van de lezer. Met name de bespreking van de fasen van het coachingsgesprek tilt de lezer op naar een abstract metaniveau. Al met al geven Schutte en Van Limpt met Coachen van Cliënten een handzame, praktische en intuïtieve aanzet voor mensen die zich willen heroriënteren op hun eigen ervaring en toewijding in de zorg. Een enkele kritische opmerking is op zijn plaats. Het gesprek tussen schrijver(s) en lezer wordt gevoerd met ‘jij’ en ‘ik’. Echter, op enkele plaatsen in het boek wordt de lezer door een meer afstandelijk en deskundig ‘wij’ aangesproken, een enigszins verwarrende toonzetting. Daarnaast biedt het boekje geen ruimte voor de mensen die met hun jarenlange ervaring afgeknapt zijn op de voortdurende veranderingen in het werk. Voor hun heroriëntatie is het niet voldoende om een ‘jacultuur’ te prediken. Zij moeten zich kunnen herkennen in enige fundamentele kritiek op de ontwikkelingen in de zorg. En die biedt het boekje niet. Ten slotte zou het interessant zijn om te onderzoeken in hoeverre de beschreven coachingsmethodiek werkzaam is in de zorg voor allochtone cliënten. Als het gaat om de kwaliteit van leven is de nadruk op zelfsturing wel erg westers.

Die nadruk vinden we tegenwoordig ook terug in het beroepsonderwijs. Het is POP’s, PAP’s en zelfreflectie wat de klok slaat. Niet zelden ontaarden polemieken tussen voor- en tegenstanders in een onversneden ideologiestrijd. De argumenten verklonteren al helemaal bij de vraag of het zelfreflectieve aspect van het competentiegerichte curriculum wel toepasbaar is in de niveau 1 en 2 opleidingen. Vragen we daarmee niet veel teveel van de betreffende doelgroep? Onderwijskundige Jette van der Hoeven heeft de handschoen opgepakt en haar interactieve programma Leercoaching nu ook toegesneden op zelfreflectie en zelf leren voor niveau 1 en 2.
Het uitgangspunt van Leercoaching is het praktische kwadrantenmodel ‘Kunnen, willen, doen, presteren’. Op basis hiervan wordt een coachingsdialoog aangegaan met en tussen deelnemers en leercoach. Het uiteindelijke doel is het actief en zelfstandig vormgeven van het eigen leerproces. Achterliggende gedachte is dat deelnemers effectiever en plezieriger leren middels zelfreflectie en het expliciteren van eigen wensen, leerstijl, mogelijkheden tot samenwerken en prestaties.
Het doet zonder meer afbreuk aan de integrale samenhang van innovatieve concept Leercoaching om in te gaan op afzonderlijke onderdelen. Zeker voor niveau 1 en 2 is de motor van het concept gelegen in de coachingsgroep. Zonder coach wordt zelfcoaching onoverkomelijk en zonder peergroup blijft zelfreflectie bij het oude vertrouwde. Toch wil ik een enkele opmerking wijden aan deelnemersboek en CD-Rom, vanwege het specifieke karakter van niveau 1 en 2. Om te beginnen de bijgeleverde CD-Rom. Met de goed doordachte invulformulieren leer je spelenderwijs en onbewust de kernzaken uit kwadrantenmodel te expliciteren. De web-layout is overzichtelijk en praktisch van opzet. Helaas niet zelfopstartend.
Het deelnemersboekje is, hoe kan het ook anders, de zwakste schakel. Hadden we hiervoor maar betere auteursrechtelijke bescherming, dan zou een podcast of een audio- CD beslist meerwaarde hebben. Niet dat de toon niet goed is, dat is die wel. Met de korte zinnen en de voortdurende herhalingen hebben de paragrafen zelfs iets van een rap-achtige rozenkrans. En dat is beslist geen slechte opzet om intuïtief begrip aan te kweken. Maar in zo’n boekje dreigt de boodschap voor minder verbaal en expliciet ingestelde mensen te verworden tot een bergpad met veel losse stenen. Op een geluidsdrager zouden we bovendien geen last hebben van een aantal storende schrijffouten, van enkele al te complexe tabellen en schema’s en van een literatuurlijst waar geen stripboek tussen staat.
Tot slot een compliment voor Van der Hoeven. Zij heeft voor een boeiende, waardevolle, maar niet eenvoudig te bedienen doelgroep, met een eigen specifieke leerstijl, een praktisch concept uitgewerkt. De bruikbaarheid zal zich nog moeten bewijzen. Dat hangt slechts ten dele af van het materiaal, dat van een zeer acceptabel niveau is. Voor een niet onbelangrijk deel hangt het af van onze toewijding als coach en begeleider. Dan zal ook blijken of we ons met zijn allen in onze zelfsturingsdrang vergaloppeerd hebben, of niet. Op de site www.leercoaching.nl staan enkele filmische impressies en positieve gebruikerservaringen weergegeven van de afdeling verpleegkunde (niveau 3 en 4) van het Albeda College.

Paul Tempelaar