Opleiden: houd ’t (ont)spannend

  • 4 min.
  • Congresverslag
  • Verslagen

De vereniging Opleiders VenV organiseert in samenwerking met Onderwijs en Gezondheidszorg en Bohn Stafleu Van Loghum het jaarlijks congres in de Reehorst te Ede op 3 februari 2005 met als thema (ont)spannend opleiden voor de student en de opleider.

Het programma biedt dit jaar twee plenaire lezingen, twaalf workshops en een masterclass! Congresdeelnemers kunnen buiten de lezingen twee workshops volgen. Ruud Klarus, lector aan de Stoas Hogeschool te 's Hertogenbosch en Dronten en aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), en Jeffrey Kooijman, directeur van trainingen organisatiebureau De Menselijke Factor, zijn de hoofdsprekers van dit congres. Ruud Klarus zal de eerste lezing voor zijn rekening nemen. Dit was voldoende reden om naar Nijmegen af te reizen om met Ruud Klarus in gesprek te gaan.

Al eerder konden we kennis maken met deze lector, in de rubriek Kennis maken met.., (Grotendorst, 2003). Het was dan ook een idee van Ans Grotendorst om nog eens nader kennis te gaan maken met Ruud Klarus en hem te vragen als hoofdspreker voor het congres. Zowel bij de Stoas Hogeschool te 's Hertogenbosch en Dronten als bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen heeft hij namelijk de opdracht het competentiegericht opleiden en beoordelen in te richten en vorm te geven in en met de lerarenopleidingen. Ondersteund door een kenniskring op beide locaties beschikt hij over veel kennis en expertise op meerdere onderwerpen binnen opleiden. In gesprek gaan met Ruud Klarus is dus spannend! Zo grossiert Ruud in standpunten ten aanzien van het beoordelen binnen competentiegericht opleiden. ‘Het beoordelen is voor studenten of leerlingen van essentieel belang, het moet overeenstemmen met het geheel. De praktijk is hier een onmisbare factor. Wanneer beoordelen aan de school wordt overgelaten is er sprake van ‘onderwijslogica’. In een competentiegerichte beoordeling moet echter ‘arbeidslogica’ zitten.’ Wat Ruud betreft zou de school dan ook mogen worden opgeheven. Deze stelling prikkelt mijn fantasie. De school opheffen? Dat kan toch zomaar niet! Rustig wordt mij de ‘kunst van het loslaten’ nader uitgelegd, en dat mensen in nieuwe situaties weer snel op zoek gaan naar zekerheden middels regels en afspraken. Het is niet eenvoudig om het schoolse systeem los te laten.

Ook vertelt Ruud dat hoe meer je de praktijk betrekt bij de beoordeling, hoe sterker je extern gericht bent. Ik raak onder de indruk van de voorbeelden die het betoog onderbouwen waar een grote expertise uit blijkt. ‘Kijk eens naar de praktijk. Zit daar echt een volgorde in hoe dingen geleerd moeten worden? Moet er echt eerst dit en dan dat geleerd worden? Is de praktijk dan net zo fragmentarisch? Laat de school maar naar de praktijk komen en daar samen met de werknemer een portfolio samenstellen. Denk vanuit die werkplek en ga dan naar fl ankerend onderwijs. We moeten niet proberen om bruggetjes te blijven bouwen. Er zal van twee werelden één moeten worden gemaakt.’

Tot slot houdt Ruud een pleidooi voor formatieve toetsing (middels begeleiding en feedback) in plaats van summatieve toetsing (afsluitend en beoordelend). Onderwijs zou bovendien moeten starten bij de toets. Wanneer ik voorstel om een lezing te houden over competentiegericht beoordelen blijkt deze lector nog veel meer interessante onderwerpen in petto te hebben.

Zo blijkt een ander stokpaardje de relatie tussen de onderwijsinstelling en de praktijkinstelling te zijn. ‘Het leren op de school en het leren in de praktijk zijn helaas nog vaak twee gescheiden werelden.’ Met zijn kenniskring onderzoekt Ruud hoe je competenties kunt ontwikkelen op de werkplek. Hoopvol vraag ik of dit dan een interessante invulling zou zijn van zijn lezing tijdens het congres? Wederom blijkt Ruud nog meer ideeën te hebben om hier inhoud aan te geven. Want ook over de identiteitsvorming van studenten of leerlingen tijdens hun studieloopbaan heeft hij een gefundeerde mening. ‘Studenten hebben geen dubbele loyaliteit. Het is onmogelijk om twee heren te dienen. De loyaliteit aan de praktijk blijkt vele malen sterker dan aan de school. Als je afknapt tijdens je opleiding, dan gebeurt dit omdat de praktijk niet voldoet aan je verwachtingen.’ Ook hier zou de opleiding, wat hem betreft, dus best een toontje lager mogen zingen.

Ik concludeer dat er teveel expertise in huis is bij deze hoofdspreker om een keuze te kunnen maken. Bovendien is het eigenlijk onmogelijk en zelfs ongepast om aan Ruud te vragen een lezing te houden. Bij zijn aanstelling als lector gaf Ruud namelijk geen openbare les in de vorm van een hoorcollege, zoals gebruikelijk is. Hij bleef zogezegd trouw aan zijn uitgangspunten voor leren en opleiden. Hij organiseerde een symposium waar via het aanboren van voorkennis, onder begeleiding van de lector, via reflectie op de eigen kennisontwikkeling, kennis werd ontwikkeld.

Daarom wordt u van harte uitgenodigd om vragen per mail te stellen over het (beoordelen binnen) competentiegericht opleiden, werkplekleren, identiteitsvorming tijdens de studieloopbaan, of de relatie tussen de onderwijsinstelling en de praktijk. Tijdens het congres zal hij ingaan op deze vragen. Op deze manier blijft de inhoud van zijn ‘lezing’ net zo (ont)spannend als u zelf wilt!

Vragen aan Ruud Klarus?
Mail naar: 
ruud.klarus@han.nl
onder vermelding van vragen congres 3 februari opleiders V&V.

Na deze lezing kan er gekozen worden uit 12 workshops en een masterclass. Nadere informatie is te vinden op de website van de vereniging voor opleiders VenV (www.opleidersvenv.nl activiteiten), waar eveneens ingeschreven kan worden. Buiten het programma hebben wij nog meer voor u in petto. Als dat geen spannende dag belooft te worden!