Aanpikken of lossen?

  • 2 min.
  • Column
Portretfoto (kleur) Desiree Bierlaagh

Het is 8.45 uur als ik het lokaal binnenloop. Het is even geleden dat ik met het MT van ons college Welzijn & Zorg in gesprek ging over de activiteiten van het practoraat. De onderzoeksagenda naar praktische wijsheid en hoe inzichten uit het onderzoek goed kunnen landen in de praktijk, is onderwerp van gesprek. Ik kijk er dus naar uit. ‘Er is inspectiebezoek, dus de directie gaat daar zo naartoe. En, o ja, we hebben een heel volle agenda dus als jouw bijdrage wat korter kan…?’, zegt de directiesecretaresse. Ik voel een lichte teleurstelling opkomen. De uitspraak ‘Als je haast hebt, ga dan zitten’ schiet me te binnen.

Na mijn inleiding nodig ik uit tot gesprek. ‘Wat heb je eigenlijk aan een practoraat?’ opent een teammanager. ‘Ik bedoel, wat merken studenten en docenten er eigenlijk van? Leuk die praktische wijsheid, maar ik zie niet hoe het ons helpt bij onze teamopdracht om de hybridisering en flexibilisering van het onderwijs vorm te geven. Dus wat levert het practoraat ons eigenlijk op?’ Ik zie wat instemmend geknik. Oef, de moed zakt me in de schoenen. Daar waar ik in de onderzoeksprojecten zoveel enthousiasme en betrokkenheid ervaar, zoveel ongemak ervaar ik nu. Ik wil heel graag “aanpikken”, zoals dat in het wielrennen heet, dat wil zeggen het tempo volgen en bij het peloton horen, maar ik ben uit het lood geslagen en voel mezelf “lossen”. 

We bevinden ons nu midden in de zogeheten “plek der moeite” (Ende, 20..). Mijn stilvallen voelt als zwakte. Ik zou nu toch de juiste woorden moeten hebben om een vlammend betoog te houden dat iedereen omverblaast. Een betoog dat met verve het practoraat en zijn mooie werk verdedigt. Daaruit zou toch mijn leiderschap blijken? Mijn woordenloosheid blijkt – achteraf – precies het goede om te doen. Een rijk gesprek komt op gang over het verschil in tempo tussen de agenda van het MT én een thema als praktische wijsheid van het practoraat. Er ontstaat niet als vanzelf een lemniscaat waarbinnen je voortdurend met elkaar leert. We zijn het erover eens dat dit besef juist nu belangrijk is, nu het mbo zelf, maar ook het veld van welzijn en zorg zo in beweging is.

Stil zijn vertraagt en creëert ruimte om te luisteren. Er kan een ander gesprek ontstaan, waarin door uitwisseling van perspectieven nuances worden aangebracht. Dit opent een weg om samen verder te komen. Plekken der moeite zijn niet per se fijn, maar wel broodnodig, omdat cruciale kantelmomenten zich precies daar bevinden.

Desiree Bierlaagh,
gastredacteur